Afronden resume 10 jan

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Waarvoor gebruik je rekenen
in het dagelijkse leven?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Afronden
Rond je het getal af naar onder of naar boven?
ONDER
BOVEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Diapositive

Rond 27 af op tientallen

1. Waar moet ik op afronden?
    27
2. Wat is het volgende getal?
     27
3. Afronden
    30 


Rond 133 op tientallen

1. Waar moet ik op afronden?
     133
2. Wat het het volgende getal?
      133
3. Afronden
     130

Slide 7 - Diapositive

Rond 133 op honderdtallen

1. Waar moet ik op afronden?
    133
2. Wat is het volgende getal?
     133
3. Afronden
    100


Rond 2187 af op honderdtallen

1. Waar moet ik op afronden?
     2187
2. Wat het het volgende getal?
      2187
3. Afronden
     2200

Slide 8 - Diapositive

Afronden

1. Waar moet ik op afronden?

2. Wat is het volgende getal?

3. Afrondregel: 

Slide 9 - Diapositive

Afronden op duizendtallen.
17800 wordt
A
17000
B
17900
C
18000
D
17500

Slide 10 - Quiz

Afronden op honderdtallen.
17853 wordt
A
17850
B
17900
C
18000
D
17800

Slide 11 - Quiz

Afronden met geld in Nederland doen we per
A
€0,01 cent
B
€0,05 cent
C
€0,10 cent
D
We ronden niet af met geld

Slide 12 - Quiz

Afronden op 1 decimaal:

86,73
A
86
B
87
C
86,7
D
86,8

Slide 13 - Quiz

Afronden op 5 cent

124,49
A
124,45
B
124,50
C
124,55

Slide 14 - Quiz

Afronden op 5 cent

124,47
A
124,45
B
124,50
C
124,40

Slide 15 - Quiz

Afronden op tientallen

2378
A
2350
B
2400
C
2370
D
2380

Slide 16 - Quiz

Afronden op tientallen

1296
A
1300
B
1295
C
1290

Slide 17 - Quiz

Afronden
€ 4,5799 wordt
A
€ 4,57
B
€ 4,59
C
€ 4,56
D
€ 4,58

Slide 18 - Quiz