les samenwerken

samenwerken
Samenwerken
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

samenwerken
Samenwerken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelstellingen van de les

- Ik kan aangeven wanneer ik liever alleen of samen werk.

- Ik kan de voordelen van samenwerken benoemen. 

- Ik kan de voordelen van alleen werken benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

samenwerken

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1: Siamese tekening

Pak samen met iemand een dikke stift vast. 
Teken een monster. 
De stift mag niet van het papier en je mag geen van beide de stift loslaten. 
Praten  is verboden.

Slide 5 - Diapositive

Nabespreken:
Hoe ging het?

- ging je mee met de ander?
- bepaalde jij steeds hoe er getekend werd?
- bepaalde jij een beetje of soms hoe er 
   getekend werd?
- was er samenwerking tijdens het tekenen of was er strijd?
Hoe/Wat voelde jij tijdens het tekenen?
Hoe is het om samen een tekening te maken?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 2: Tangram: Samenwerken 4-tal
Let op: Toon deze pagina NIET aan de leerlingen!
Organisatie: 
- Zet 4 tafeltjes als groepje bij elkaar. De leerlingen zitten op hun stoel aan de tafeltjes.
   De puzzelstukjes zitten in een grote envelop die op tafel ligt. 

Zeg: 'We spelen tangram, een spel waarbij je een figuur maakt. Het spel start NU'.
Dit zie je gebeuren:
1.  Welke leerling pakt de envelop .... - welke leerling wil dat ook ..... - welke leerling vindt het oké dat een ander het doet?
2. Welke leerlingen gaan 'een figuur' maken (is er overleg welk figuur)? 
     Welke leerling kijkt? Wie zegt er wat en hoe en wat wordt er gezegd?
3. Zijn er leerlingen die nog wat verdwaasd rondkijken omdat ze op zoek zijn naar de regels van het spel?

Laat het spel niet langer dan 30 seconden tot 1 minuut duren.




 
Er is 1 set met leenmateriaal (Wld). Als je het precies terugstopt in de enveloppen kan de volgende docent het direct gebruiken! 

Slide 7 - Diapositive

Laat Tangram stukken (vergroten in juiste verhouding op A3), op dik papier afdrukken en plastificeren. 
Zorg voor voldoende tangram-opdrachten / oplossingen. Als je googelt op “tangram puzzels” vind je talloze voorbeelden. Evt. kleuren gebruiken voor de verschillende groepen.

Opdracht 2: tangram
Maak groepjes van 4.
Op de tafel ligt een envelop met een opdracht erin.
Voer deze opdracht uit .

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vragen
- Wie heeft de envelop gepakt?
- Wie heeft de tangram gemaakt?
- Wie heeft gekeken?
- Wie heeft er gezegd hoe de tangram gemaakt moet worden?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 3: puzzel maken tangram 2
Let op: Toon deze pagina NIET aan de leerlingen!
Organisatie hetzelfde maar de puzzelstukjes liggen nu open op tafel.
Je legt 1 opdrachtkaartje op de kop op de tafel.
In een envelop zit een instructie voor de rest van de groep.

Opdracht:
Spreek zometeen af wie de opdracht gaat maken. Deze leerling zit op de stoel.
De anderen van de groep mogen instructies geven, ze mogen het antwoordkaartje niet laten zien. Deze leerlingen staan tegenover de leerling die de opdracht doet. Als de opdracht klaar is, gaat iedereen snel zitten en roept de leerling die de opdracht heeft gemaakt: 'KLAAR'.
Alle groepen hebben dezelfde tangram. We starten tegelijk. Het is een wedstrijd: Welke groep heeft de vorm als eerst klaar? 
Dit zie je gebeuren: 1. Wie gaat de opdracht maken?  2. Wie geeft instructie?  3. Wie laat het antwoord zien? Kortom, worden er afspraken gemaakt? Houden de leerlingen zich aan de regels van het zitten en staan en 'KLAAR-roepen'? Wie wel en wie niet?


 
Let op: Andere 4-tallen

Slide 10 - Diapositive

Laat Tangram stukken afdrukken op dik papier. Zorg voor voldoende tangram-opdrachten / oplossingen. Als je googelt op “tangram puzzels” vind je talloze voorbeelden. Evt. kleuren gebruiken voor de verschillende groepen.

Ad C: Op deze manier kan degene in de cirkel niet praten, wat de communicatie en het oplossen van het tangram een stuk lastiger maakt.

Opdracht 3: tangram opdracht 2
Spreek zometeen af wie de opdracht gaat maken.
Deze leerling zit op de stoel.
De anderen van de groep mogen instructies geven, ze mogen het antwoordkaartje niet laten zien. 
Als de opdracht klaar is, roept de leerling die de opdracht heeft gemaakt: 'KLAAR'.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vragen


 1. Wie ging de opdracht maken? 
 2. Wie gaf de uitleg? 
 3. Hoe ging het? 
4. Wie hielp er?
5. Wie hielp er niet?


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 4: lijnen trekken.
De leerlingen gaan per drietal bij elkaar zitten. 
ze krijgen een pen en een omgekeerd blaadje met cijfers 1 t/m 60 erop. 
Opdracht:
Op het vel staan kriskras door elkaar de getallen 1 tm 60. Op mijn teken draaien jullie het vel om en gaan jullie alle getallen verbinden, beginnend bij 1. Zet de pen op de 1 en trek een lijn naar de 2, dan naar de 3, de 4, etc. zorg dat je zo snel mogelijk bij de 60 bent. Je hebt 2 minuten de tijd. Op het startteken mogen ze beginnen .



Slide 13 - Diapositive

Zorg voor voldoende plaatjes.
Kerk, fiets, vliegtuig, toetsenbord, auto, afstandbediening, versierde kerstboom,
trekker, balpen, voet, vliegenmepper, fles, vaas met bloemen (bloem), bril, lamp, broek, 'een dier' (simpel), tennisracket, tent.
Nabespreken hoe het ging. 
vragen
- Wie heeft de leiding genomen?
- Wie heeft gedaan wat er gezegd is ?
- Hoe ging het en waarom?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 De voordelen van samenwerken
- jullie zijn sneller klaar
- 2 weten meer dan 1
- je kunt elkaar aanmoedigen
- het is gezellig

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is samenwerken handig
- Als je een grote opdracht hebt die veel tijd kost.
- Als het belangrijk is om de mening van meer mensen te horen.
- Als het een opdracht is die voor meer mensen belangrijk is.
- Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten en daar kun je gebruik       
   van maken.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De voordelen van alleen werken
- Je kunt zelf beslissen hoe je de opdracht maakt.
- Je krijgt met niemand ruzie.
- Je kunt in je eigen tempo werken.
- Je hoeft niemand iets uit te leggen.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is alleen werken handig
- Als de taak gemakkelijk is.
- Als een taak goed past bij jouw kwaliteiten of interesse.
- Als een taak voor anderen niet belangrijk is.
- Als jij alleen verantwoordelijk bent voor het resultaat.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions