Standpunt: ik ben van mening, ik vind, mijn mening is, … Argumenten: ten eerste, ten tweede, bovendien, ook, daarnaast, verder, … Onderbouwing: want, omdat, namelijk, … Tegenargument: maar, echter, Slot: dus, daarom, kortom, …
Slide 2 - Diapositive
Koen: §7, §8 Robin: §8
Valente: §8
Vandaag:
- we bekijken hoe we werken met het boek
- we bekijken de taak
- instructie Lees- en luisterstrategieën
- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal
- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig
- evaluatie
Je legt klaar:
- iPad in de aanslag (dicht)
- agenda
- 2 A4 schriften
- pen
Bouwplan
Waarom een bouwplan?
Om van te voren duidelijk te hebben wat je wanneer gaat bespreken. Je betoog is het krachtigst als je argumenten elkaar logisch opvolgen.
Om ervoor te zorgen dat je betoog de juiste structuur heeft.
Om tijdens het schrijven te weten waar je naartoe gaat.
Slide 3 - Diapositive
Koen: §7, §8 Robin: §8
Valente: §8
Vandaag:
- we bekijken hoe we werken met het boek
- we bekijken de taak
- instructie Lees- en luisterstrategieën
- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal
- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig
- evaluatie
Je legt klaar:
- iPad in de aanslag (dicht)
- agenda
- 2 A4 schriften
- pen
Inleiding van een betoog
Twee functies
Aandacht trekken
Onderwerp introduceren
Aandacht trekken
Actualiteit
Geschiedenis
Anekdote
Persoonlijk belang
Onderwerp introductie
Overgangszinnetje
Standpunt
Slide 4 - Diapositive
Koen: §7, §8 Robin: §8
Valente: §8
A
actualiteit
B
geschiedenis
C
anekdote
D
persoonlijk belang
Slide 5 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
A
actualiteit
B
geschiedenis
C
anekdote
D
persoonlijk belang
Slide 6 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
A
actualiteit
B
geschiedenis
C
anekdote
D
persoonlijk belang
Slide 7 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
A
actualiteit
B
geschiedenis
C
anekdote
D
persoonlijk belang
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Vandaag:
- we bekijken hoe we werken met het boek
- we bekijken de taak
- instructie Lees- en luisterstrategieën
- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal
- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig
- evaluatie
Je legt klaar:
- iPad in de aanslag (dicht)
- agenda
- 2 A4 schriften
- pen
Voorbeeld inleiding
Hier komt je titel Je begint je inleiding met een anekdote die een aantal zinnen in beslag neemt. Op deze manier weet je de aandacht van je lezer te trekken. Het mag wel iets langer zijn dan dit voorbeeld. Daarna komt je overgangszin zodat je het onderwerp introduceert. Je zorgt er zo voor dat je het voorbeeld uit je anekdote breder trekt. Daarna komt je standpunt. Let op: je standpunt moet letterlijk in je tekst staan. In je inleiding mogen GEEN argumenten staan.
Slide 9 - Diapositive
Koen: §7, §8 Robin: §8
Valente: §8
Vandaag:
- we bekijken hoe we werken met het boek
- we bekijken de taak
- instructie Lees- en luisterstrategieën
- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal
- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig
- evaluatie
Je legt klaar:
- iPad in de aanslag (dicht)
- agenda
- 2 A4 schriften
- pen
Oefenen
Pak je bronnenmap en je bouwplan over energiedrankjes erbij.
Schrijf een inleiding van ongeveer 75 woorden bij het volgende standpunt: “Ik vind dat energiedrankjes verboden moeten worden”.
Een argument tegen je standpunt met een weerlegging.
-> Gebruik signaalwoorden: zorg voor afwisseling
voor een opsommend verband: ten eerste, daarnaast, ook, bovendien, verder.
voor onderbouwingen: want, daarom, omdat, namelijk, doordat, daardoor.
voor een tegenstellend verband: aan de andere kant, maar, echter, daarentegen.
Je middenstuk bestaat uit drie alinea's: iedere alinea bevat een ander argument met onderbouwing. Je onderbouwing moet gebaseerd zijn op een betrouwbare bron.
Iedere alinea springt een stukje in. Alleen tussen de inleiding en het slot gebruik je een witregel.
Slide 11 - Diapositive
Koen: §7, §8 Robin: §8
Valente: §8
Vandaag:
- we bekijken hoe we werken met het boek
- we bekijken de taak
- instructie Lees- en luisterstrategieën
- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal
- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig
- evaluatie
Je legt klaar:
- iPad in de aanslag (dicht)
- agenda
- 2 A4 schriften
- pen
Voorbeeld middenstuk
Na je inleiding komt een witregel en daarna begin je met het middenstuk. Je begint je argumenten natuurlijk altijd met een SIGNAALWOORD! Noem eerst je argument en gebruik de rest van de alinea om je argument te onderbouwen.
Je tweede argument begint in een nieuwe alinea en dan spring je in. Let ook hier weer op het signaalwoord en de onderbouwing van je argument. Voor de onderbouwing kun je immers de meeste punten krijgen.
Je middenstuk eindigt met een argument dat je tegenstander zou kunnen gebruiken. Zorg ervoor dat je de rest van de alinea gebruikt om het standpunt te WEERLEGGEN. Let ook hier op de juiste signaalwoorden.
Slide 12 - Diapositive
Koen: §7, §8 Robin: §8
Valente: §8
Vandaag:
- we bekijken hoe we werken met het boek
- we bekijken de taak
- instructie Lees- en luisterstrategieën
- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal
- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig
- evaluatie
Je legt klaar:
- iPad in de aanslag (dicht)
- agenda
- 2 A4 schriften
- pen
Oefenen
Vul het bouwplan in voor een betoog over energiedrankjes.
Schrijf een middenstuk bij het standpunt: “Ik vind dat energiedrankjes verboden moeten worden”.
±175 woorden;
doe voor je argumenten research op internet;
let op de indeling en signaalwoorden;
zorg voor aansluiting bij je inleiding;
controleer je spelling.
3. Geef je boek door voor de boekdiscussie
4. Geef je onderwerp door voor je betoog:
Klaar? Start aan je bronnenmap of werk aan je stageverslag
Slide 13 - Diapositive
Koen: §7, §8 Robin: §8
Valente: §8
Vandaag:
- we bekijken hoe we werken met het boek
- we bekijken de taak
- instructie Lees- en luisterstrategieën
- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal
- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig
- evaluatie
Je legt klaar:
- iPad in de aanslag (dicht)
- agenda
- 2 A4 schriften
- pen
Minimindmap
1. A3 in landscape met mindmap in plaatjes + verantwoording 400-500 woorden.
2. In het midden titel + auteur in afbeeldingen en kleur.
3. Vanuit het midden takken & zijtakken met ieder een eigen onderwerp en kleur.
4. Bij die takken alleen sleutelwoorden, plaatjes, symbolen en kleuren.
5. Netjes en duidelijk schrijven, bijvoorbeeld blokletters.
6. Gebruik de volgende takken:
op 12-uur: verhaaltak - een samenvatting van gebeurtenissen in plaatjes
op 3 uur: personages uiterlijk en innerlijk - minimaal 2
op 5 uur: de tijd - wanneer speelt het zich af en hoe lang duurt het verhaal?
op 7 uur: de ruimtes - plaatsen en sfeer waar het verhaal zich afspeelt
op 9 uur: waar gaat het boek over?
op 11 uur: mening over het boek - gebruik beoordelingswoorden/emoticons