Les 4 - Belichtingsdriehoek - ISO / Diafragma

• Keuzevak
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Les 3 - Belichtingsdriehoek

Belichtingsdriehoek

Wat is je bijgebleven
van gisteren?

Leerdoelen

• Je kunt het verschil opnoemen tussen diafragma / sluitertijd / ISO
• Je zorgt ervoor dat er geen ruis meer is in de foto's
• Je weet hoe je scherpte diepte kan maken in een foto
• Je foto's zijn niet meer bewogen of juist wel.

Even een opfriscursus

Fotografie heeft met licht te maken. Zonder licht geen foto! 

De hoeveelheid licht stel je in met je Lichtgevoeligheid, Sluitertijd en Diafragma.

Drie belangrijke instellingen, zgn. belichtingsdriehoek:

•  sluitertijd
• diafragma
• ISO

ISO

Mate van lichtgevoeligheid. 

Hoe hoger de ISO, hoe meer ruis

Je kunt het volgende aanhouden:

• Bij genoeg licht gebruik je ISO 100.

• Als je binnen fotografeert, of buiten als het wat donkerder wordt, gebruik je ISO 800

• Vanaf ISO 800 neemt bij de meeste camera's de kans op ruis toe. 

Diafragma

Het Diafragma zit in de lens van de camera. Het is de opening van de lens die je zelf groter of kleiner kunt maken.

Hoe groter de opening, des te meer licht er op de beeldsensor van de camera komt.

Diafragma

Vaak afgekort met de A of AV

Naast de hoeveelheid licht die de camera binnenkomt, bepaal je met het diafragma ook de scherptediepte in je foto. Scherptediepte is het scherpe gedeelte in de foto.

Klinkt ingewikkeld, maar hoe meer je ermee oefent, hoe handinger je ermee wordt.

 Ezelsbruggetje:

"hoe lager, hoe vager."

Dus hoe lager het F-getal, hoe meer er onscherp en dus vager is.

Met het diafragma bepaal je de hoeveelheid licht die je camera binnenkomt en de scherptediepte in je foto.

Welk diafragma je kiest hangt geheel af van wat je wilt bereiken met je foto.

Wil je aandacht naar één punt in je foto, dan kies je een groot diafragma (laag F-getal)

Wil je zowel de voor en achtergrond scherp, dan kies je een klein diafragma (hoog F-getal)

Scherptediepte

Compositie, standpunt, regels die je kunt toepassen (bijv. regel van derden)

Welke twee dingen beïnvloed je met het diafragma?

1. Sluitertijd en brandpuntafstand
2. Sluitertijd en flits
3. scherptediepte en licht
4. scherptediepte en sluitertijd

In de Av-stand mag je:

1. Het diafragma groter en kleiner maken
2. De sluitertijd aanpassen

Kies je hier voor een hoog of laag F-getal?

Welk diafragma kies je?
Je bent op vakantie en wilt een foto maken van het uitzicht?

1. F16
2. F2

Kies je hier voor een hoog of laag F-getal?

Welk diafragma kies je?
Je maakt een portretfoto van een beste vriend/vriendin.

1. F16
2. F2

Welk diafragma kies je?
Het is behoorlijk donker binnen, maar je wilt toch een foto maken.

1. F16
2. F2

Samenvatting:

• Met het diafragma bepaal je hoeveel licht er in de camera valt en wat er scherp is in de foto

• Met de sluitertijd bepaal je hoe lang er licht in je camera valt.

• De ISO waarde bepaalt hoe gevoelig je camera is voor het licht dat binnenvalt.

Waaruit bestaat de belichtingsdriehoek?

1. Scherptediepte, sluitertijd, diafragma
2. Sluitertijd, ISO, diafragma
3. Diafragma, lensopening en sluitertijd

Het is schemerig buiten en ik wil een portret foto maken

1. Ik kies voor iso 1600 en f22 en sluitertijd 0,5s
2. Ik kies ISO 800 f4.5 en sluitertijd 1/100s

Het is zonnig en ik wil een foto maken van het landschap

1. Ik kies ISO 100 en F2.8 en sluitertijd 0,5s
2. Ik kies ISO 100 en F22 en sluitertijd 1/250s

We gaan het uitproberen!

Opdracht 1a

Fotografeer met meerdere diafragma-instellingen.

Maak minimaal 10 foto’s met 4 verschillende diafragma’s.

Bijvoorbeeld: 2.8, 5.6, 11 en 22. 

Stel steeds scherp op hetzelfde punt/object.

Scherptediepte

Compositie, standpunt, regels die je kunt toepassen (bijv. regel van derden)

Opdracht 1b

Fotografeer een nieuwe situatie of een voorwerp.

Maak minimaal 10 foto’s met 4 verschillende diafragma’s.

Bijvoorbeeld: 2.8, 5.6, 11 en 22. 

Stel steeds scherp op een ander punt/object.

Opdracht 1c

Zoek de beste 4 foto's uit opdracht 1a en 1b (dus 8 foto's totaal) en bewerk deze in Photoshop

Sla je foto's op in de Onedrive. 

Opdracht 1d

Maak nu een presentatie in Powerpoint en zet de foto's per 4 op een slide. Dus één slide met de foto's van opdracht 1a en eentje met de foto's van 1b.

Sla je Powerpoint op in de Onedrive. 

Lever je power point in via de mail