werkwoorden op -er en het onderwerp vervangen door een pers. vnw

Aan het einde van de Les:
- Kan ik de uitgangen van de ww op -er opnoemen en kan ik elk willekeurig ww op -er vervoegen.
- Weet ik wat een persoonlijk voornaamwoord is.
- Kan ik het onderwerp van de zin vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Aan het einde van de Les:
- Kan ik de uitgangen van de ww op -er opnoemen en kan ik elk willekeurig ww op -er vervoegen.
- Weet ik wat een persoonlijk voornaamwoord is.
- Kan ik het onderwerp van de zin vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.

Slide 1 - Diapositive



Wat is een persoonlijk voornaamwoord?


Hoe zijn ze in het Frans?


Welke weet je nog?



Slide 2 - Diapositive

De persoonlijke voornaamwoorden: Les pronoms personnels
je    = ik
tu  = jij
il  = hij
elle = zij
on = men/we
nous = wij
vous = zij/jullie
ils = zij (m.mv)
elles = zij (v.mv)
Kijk en luister naar het liedje. Neem in je schrift het volgende over. Noteer daarachter de uitgangen van de ww op-er.( parler)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Je ziet hier de stam van een Frans werkwoord. Vul het aan met de goede uitgang
NOUS TROUV
A
e
B
es
C
ez
D
ons

Slide 5 - Quiz

Je ziet hier de stam van een Frans werkwoord. Vul het aan met de goede uitgang
VOUS ACHET
A
e
B
ez
C
ent
D
ons

Slide 6 - Quiz

Je ziet hier de stam van een Frans werkwoord. Vul het aan met de goede uitgang
Elise et Paul GAGN
A
ez
B
ons
C
ent
D
er

Slide 7 - Quiz

Je hebt nu de uitgangen van de ww op -er genoteerd in je schrift.
Maar hoe vind je de stam van een Frans ww op -er?

Slide 8 - Question ouverte

Donne la bonne forme du verbe (vervoeg het ww)
Nous.... (donner)

Slide 9 - Question ouverte

Donne la bonne forme du verbe (vervoeg het ww)
Mes parents....(trouver)

Slide 10 - Question ouverte

Donne la bonne forme du verbe (vervoeg het ww)
Il.... (aider)

Slide 11 - Question ouverte

De persoonlijke voornaamwoorden: Les pronoms personnels
je    = ik
tu  = jij
il  = hij
elle = zij
on = men/we
nous = wij
vous = zij/jullie
ils = zij (m.mv)
elles = zij (v.mv)
de persoonlijke voornaamwoorden:
il, elle, ils, elles kunnen een onderwerp vervangen.
Ma maison est grande==> Elle est grande.
Mes parents sont cools==> Ils sont cools.

Let op!  Gebruik onderstaand schema

                        mannelijk          vrouwelijk
ev.                  IL                            ELLE
mv                 ILS                          ELLES
Als het onderwerp over mannen en vrouwen tegelijk gaat, gebruik je ILS (ook al zijn er meer vrouwen :-(







Slide 12 - Diapositive

Vervang het onderwerp door het juiste voornaamwoord.
Paul, Jean-Pière et Jacqueline regardent la télé.
A
IL
B
ELLE
C
ILS
D
ELLES

Slide 13 - Quiz

Vervang het onderwerp door het juiste voornaamwoord.
Mon livre et mon cahier sont grands.
A
IL
B
ILS
C
ELLE
D
ELLES

Slide 14 - Quiz

Au travail!
faire: 30bc, 31abcde, 33a,b
fini?:
1.ga naar www.verbua.eu
2. Klik op het Nerderlandse vlaggetje.
3. Vink in de linkerkolom de présent aan.
4. Vink in de rechter kolom de ww:
donner- regarder-parler aan en begin!




Slide 15 - Diapositive