Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Eerste 10 minuten van de les
Stillezen: tekst op p.62-63 in je leerboek (3.4)
Slide 1 - Diapositive
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waar de WIC zich mee bezig hield en waardoor de trans-Atlantische slavenhandel ontstond.
Geschiedenis klas 2
Hoe is de les verlopen.
Is het leerdoel behaald?
Maakwerk afmaken
Maak de opdrachten 58 t/m 63 in je werkboek van 3.4 (p.90),
Slide 2 - Diapositive
De Republiek in de Gouden Eeuw
3.4 De WIC en Suriname
Slide 3 - Diapositive
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waar de WIC zich mee bezig hield en waardoor de trans-Atlantische slavenhandel ontstond.
Slide 4 - Diapositive
Kaapvaart en Manhattan
De Nederlanders wilden ook naar West-Afrika en Amerika. Daarom werd in 1621 de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht
Net zoals de VOC ontving de WIC het monopolie van de Staten-Generaal op de handel in deze gebieden.
Naast handelen ontving de WIC ook het recht om andere (handels)schepen te kapen.
Slide 5 - Diapositive
Piet Hein
Commandant bij de WIC
Veroverde in 1628 bij Cuba de Spaanse zilvervloot afkomstig van de koloniën.
Slide 6 - Diapositive
Kaapvaart en Manhattan
In 1624 bouwde de WIC op het eiland Manhattan het fort Nieuw Amsterdam.
Een handelsfactorij waar uit gehandeld kon worden met de Indianen.
De WIC probeerde er uiteindelijk een kolonie van te maken: Nieuw-Nederland.
Dit mislukte en uiteindelijk ruilde de WIC Nieuw-Nederland voor Suriname met de Engelsen.
Nieuw-Amsterdam werd New-York..
Slide 7 - Diapositive
Brazilië en slavenhandel
In 1630 veroverde de WIC Portugees Brazilië, inclusief de slavenplantages.
De WIC nam de plantages over en had hiervoor slaven nodig om op te werken.
Fort El Mina in West-Afrika werd veroverd op de Portugezen.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Fort El Mina
De Portugezen ontdekten dat je op de West-Afrikaanse kust slaven kon kopen van Afrikaanse slavenhandelaren
Die slaven konden ze goed gebruiken voor hun suikerplantages in hun nieuwe kolonie Brazilië.
Slide 11 - Diapositive
Fort El Mina
In Afrika werden krijgsgevangen al eeuwen als slaaf verhandeld. Ver voordat Europeanen Afrika überhaupt hadden bereikt.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
De driekhoekshandel
De WIC bleef actief in de trans-Atlantische slavenhandel.
Vanuit de Republiek gingen schepen met wapens, goud/zilver naar West-Afrika, hier werden ze geruild voor slaven die naar Amerika werden gebracht. Vanuit Amerika gingen de schepen terug naar de Republiek met katoen, suiker, tabak en koffie. Dit noemen we de driehoekshandel.
Slide 15 - Diapositive
Aan boord van een slavenschip
Vervoer en behandeling van de tot slaaf gemaakten was vreselijk
Ze werden vaak naakt en geketend aan elkaar vervoerd
Onhygiënische en ziekmakende omstandigheden leidden vaak tot de dood
Dode tot slaaf gemaakten werden, zonder enige vorm van respect, overboord gegooid.
Een slavenschip kon je soms op 5 zeemijlen (9 kilometer) afstand ruiken
Slide 16 - Diapositive
Aan het werk
Maak de opdrachten 58 t/m 63 in je werkboek van 3.4 (p.90),
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Wereldhandel en concurrentie
Met de moedernegotie, de VOC en de WIC verbond de Republiek de economieën van Europa, Azië, Afrika en Amerika. Zo ontstond er een wereldeconomie.
In de loop van de zeventiende eeuw begon de concurrentie toe te nemen voor de Republiek. Met name vanuit Engeland kwam dreiging. Bijvoorbeeld door de Acte van Navigatie (1651).
Slide 19 - Diapositive
Plantagekolonie Suriname
Suriname werd de grootste plantagekolonie van de Republiek.
Op de grote plantages woonde de plantagehouder in een groot huis. Daarnaast leefden er in kleine hutjes tot soms wel 250 slaven.
Er waren slaven die ontsnapte en een leven begonnen in de jungle. Zij worden 'marrons' genoemd. Ook het woord 'bosneger' komt hier vandaan.
Slide 20 - Diapositive
Aan de slag
Maak opdracht 1, 3, 4, 5, 6, 7, 10 en 11 van paragraaf 3.3 in je werkboek p. 72
(gebruik hierbij de tekst van paragraaf 3.3 in je tekstboek)