Year 3 lesson 51

Good afternoon
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Good afternoon

Slide 1 - Diapositive

Planning:


Reading skills
Practice

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

wat is leesvaardigheid eigenlijk?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Kennen jullie leesstrategieën?

Slide 9 - Carte mentale

Slide 10 - Diapositive

wat doe je bij orienterend lezen?

Slide 11 - Carte mentale

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

wat is skimmen?

Slide 14 - Carte mentale

Wat is scannen?

Slide 15 - Carte mentale

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Thieves
You are going to read a text. Before reading you can make a prediction. This helps you to think of what you already know. Look at the title, the picture and the headings.

Slide 18 - Diapositive

Thieves
  • Voor het lezen: THIEVES

  • Beantwoorden van vragen: Lees de vraag eerst en kies of je gaat Skimmen, Scannen of Intensief lezen.

Slide 19 - Diapositive

And now...
That was a lot of information!
 Let's practise

Slide 20 - Diapositive

Text 1

Slide 21 - Diapositive

2 a. What do you think the text is about?
b. What do you already know about
the subject?

Slide 22 - Question ouverte

Hoe ga ik lezen?
Lees eerst de vraag. Aan de hand van de opdracht bepaal je hoe je gaat lezen.
  • Bij een vraag over de hele tekst, ga je skimmen. Je gaat zoeken naar aanwijzingen voor het antwoord.
  • Bij vragen naar bepaalde informatie, ga je scannen. Als de vraag bijvoorbeeld is hoeveel iets kost, ga je op zoek naar bedragen. Als er in een vraag regelnummers gegeven worden, is het vaak de bedoeling dat je de gehele alinea leest.  
  • Bij meerkeuzevragen, staan de vragen gewoonlijk op volgorde van de tekst. Lees alleen de vraag en het stukje waar volgens jou het antwoord in staat. Probeer vervolgens zelf een antwoord te geven en vergelijk dat met de antwoorden die gegeven zijn. Kies dan het antwoord dat het meest op jouw antwoord lijkt. Kom je er niet uit, dan is het vaak een kwestie van een paar keer 'heen en weer' lezen.

Slide 23 - Diapositive

3. What are the three main
things you can do in the video
game business? (paragraph 1)
A
play a game online with lots of followers
B
become a teamplayer
C
develop or design a game
D
become an eSporter

Slide 24 - Quiz

4. Read again lines 16-26. Which online
platform is one of the most popular?

Slide 25 - Question ouverte

5. How can you become a
professional eSporter?
A
you can take special eSport classes at technical schools
B
you can train yourself
C
you can participate in tournaments

Slide 26 - Quiz

6. Fictional friends
Who of all the characters (Alex or Elspeth)
would you want for a friend? Why?
What would you do or talk about together?

Slide 27 - Question ouverte

Watch this video about gaming

Slide 28 - Diapositive

Text 2 

Slide 29 - Diapositive


Waar gaat deze tekst over? Kies het best mogelijke antwoord. Dit is een advertentie waarin...
A
een elektricien gezocht wordt door de gemeente.
B
een electricien gezocht wordt voor een garagebedrijf.
C
A en B zijn allebei juist.

Slide 30 - Quiz


Welke leesstrategie pas je toe om je antwoord bij 2 te vinden?
A
Eerst verkennend lezen, dan zoekend lezen.
B
Eerst verkennend lezen en dan globaal lezen.
C
Eerst verkennend lezen en dan intensief lezen.

Slide 31 - Quiz


Welk tekstdoel heeft deze advertentie?
A
Deze advertentie heeft als tekstdoel activeren.
B
Deze advertentie heeft als tekstdoel amuseren.
C
Deze advertentie heeft als tekstdoel informeren.

Slide 32 - Quiz


Waar kom je vooral te werkenvolgens deze advertentie?
A
In de stad Hackney.
B
In een groot gebied rond Hackney.
C
Op kantoor van Hackney Homes.

Slide 33 - Quiz


Er worden een aantal zaken gevraagd die je moet kunnen of in bezit moet hebben. Wat staat er niet bij?
A
Dat je een rijbewijs moet hebben.
B
Dat je meer dan 10 jaar ervaring moet hebben.
C
Dat je met computers om moet kunnen gaan.

Slide 34 - Quiz

The end!

Slide 35 - Diapositive