Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Verzekeringsquizz
Slide 1 - Diapositive
Hoe gaan we de lessen verbeteren?
Slide 2 - Question ouverte
Wat is verzekeren?
Slide 3 - Question ouverte
Wat is een polis?
A
Een overzicht van de kosten voor een verzekering.
B
Een bewijsstuk van de verzekering.
Slide 4 - Quiz
Wie maakt de polis?
A
De verzekeraar
B
De verzekerde
Slide 5 - Quiz
Wie betaalt de premie?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde
Slide 6 - Quiz
Een ander woord voor verzekeringsmaatschappij is ...
A
verzekeraar.
B
verzekerde.
Slide 7 - Quiz
Wie betaalt het eigen risico?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde
Slide 8 - Quiz
Wat is een polis?
A
Verzekeringsbewijs
B
Iemand uit Polen
C
Verzekeraar
D
Verzekerde
Slide 9 - Quiz
Ik verzeker mijn telefoon. Ik ben dan de.....
A
verzekeraar
B
verzekerde
Slide 10 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van een onzeker voorval?
A
inbraak
B
ongeluk
C
vernielen
D
blikseminslag
Slide 11 - Quiz
Lotte haar kerstboom vliegt in de fik. Oo nee denkt Lotte, daar gaan al haar kerstballen. Gelukkig is ze verzekerd. Welke verzekering vergoed dit?
A
Opstalverzekering
B
Inboedelverzekering
Slide 12 - Quiz
Lotte ziet ineens dat haar muur beschadigd is door de afgebrande kerstboom. Welke verzekering vergoed dit?
A
Inboedel
B
Casco
C
Opstal
Slide 13 - Quiz
Naar welke waarde wordt er gekeken bij een opstalverzekering?
A
Herbouwwaarde
B
Verkoopwaarde
Slide 14 - Quiz
De premie die Lotte betaald voor haar opstalverzekering is 150 euro per jaar. Haar huis is 200.000 euro waard. Hoeveel procent premie is dit van het verzekerde bedrag?
Slide 15 - Question ouverte
Shit, Lotte blijkt onderverzekerd! Wat nu betekend dit?
A
De schadevergoeding is lager dan de schade die Lotte heeft geleden
B
De schadevergoeding is hoger dan de schade die Lotte heeft geleden
C
Lotte krijgt helemaal geen schadevergoeding meer
Slide 16 - Quiz
Dit was de grote verzekeringen kerst quiz. Voor nu, lekker aan de slag met 4.2/4.3. Succes allemaal