4.2 Grote getallen

3 okt 22 Lesdoel 1
Je kan gemiddelden uitrekenen met negatieve getallen en gewichten
Je kan grote getallen opschrijven met cijfers en woorden
Opgaves 4.1 4. afmaken
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

3 okt 22 Lesdoel 1
Je kan gemiddelden uitrekenen met negatieve getallen en gewichten
Je kan grote getallen opschrijven met cijfers en woorden
Opgaves 4.1 4. afmaken

Slide 1 - Diapositive

Watr is het gemiddelde van
6, 5, 3 en 9 ?
Rond af op 1 decimaal.

Slide 2 - Question ouverte

John heeft een 5,3 voor de toets Engels.
Wat moet hij voor de volgende toets halen om weer gemiddeld een voldoende te staan?

Slide 3 - Question ouverte


Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Wat is het gewogen gemiddelde?
Rond af op 1 decimaal.

Slide 7 - Question ouverte

De cijfers van Sarah voor wiskunde zijn:
6,7 (3x) 5,0 (2x) 7 (1x)
Wat is haar gemiddelde cijfer?
Rond af op 1 decimaal.

Slide 8 - Question ouverte

Sarah's cijfers waren: 6,7 (3x) 5,0 (2x) 7 (1x)
Ze krijgt nog een toets die 1x meetelt.
Wat moet zij minimaal halen voor een
gemiddelde 6,5? Afronden op 1 decimaal.
A
8,0
B
8,1
C
8,2
D
8,3

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Wat was de gemiddelde temperatuur in de eerste week van januari?
Rond af op 1 decimaal.

Slide 11 - Question ouverte

Hoeveel dagen heeft het gevroren in de eerste week van januari?

Slide 12 - Question ouverte

Grote getallen
Rekenen met grote getallen

Slide 13 - Diapositive

Doel van de les:
- opschrijven van grote getallen met cijfers

- opschrijven van grote getallen met cijfers en 
   woorden

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

Grote getallen
Bij uitspreken en schrijven van grote getallen kan je de woorden miljard, miljoen en duizend gebruiken.

2 300 000 = 2,3 miljoen
980 000 000  = 0,98 miljard

Slide 18 - Diapositive

Hoeveel mensen wonen er in Nederland?
  • 17,5 miljoen
  • Vuistregel 
    uit je hoofd kennen

Slide 19 - Diapositive

Schrijf 17,5 miljoen met alleen cijfers
(met spatie en zonder punten)

Slide 20 - Question ouverte

Schrijf 0,8 miljoen met alleen cijfers
(met spatie en zonder punten)

Slide 21 - Question ouverte

Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
1,8 miljard
A
1 800 000
B
180 000 000 000
C
1 800 000 000
D
18 000 000 000

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo


Slide 24 - Question ouverte


Slide 25 - Question ouverte


Slide 26 - Question ouverte


Slide 27 - Question ouverte

Hoe ging de lessonup?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Opgaves afmaken  4.1 + 4.2
1, 3 t/m 6, 10, 11, 14, 15, 16, 19, 28, 29

Klaar ? >> Nakijken.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive