210525 Spelling H3 + Woordenschat H3

Welkom bij Nederlands!
Je hebt geen telefoon nodig en hoeft niet in te loggen bij LessonUp!

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!
Je hebt geen telefoon nodig en hoeft niet in te loggen bij LessonUp!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

Uitleg H3 Spelling
Opdrachten maken
Pauze
Uitleg H3 Woordenschat
Opdrachten maken



Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 3 Spelling

  • Ik weet wanneer ik getallen in letters of cijfers moet schrijven.

  • Ik weet hoe ik werkwoordsvormen moet schrijven die hetzelfde klinken.

Slide 3 - Diapositive

Letters

  • Een t/m twintig
  • Tientallen tot honderd
  • Honderdtallen tot duizend
  • Duizendtallen tot twaalfduizend
  • miljoen, miljard, etc.
Getallen

  • Boven de twintig
  • Maten
  • Gewichten
  • Bedragen
  • Telefoonnummers
  • Exacte tijdstippen
  • Adressen
  • Percentages
  • Datums

Slide 4 - Diapositive

Een paar voorbeelden:
Ik heb wel honderd koekjes gegeten.
Ik heb wel 105 koekjes gegeten.

Ik ben gisteren zestien jaar geworden.
Ik ben gisteren 35 jaar geworden.

Op 11 juni ben ik jarig.
De afspraak duurt ongeveer drie uur.
We hebben om 15:00 uur een afspraak.

Slide 5 - Diapositive

LET OP:
  • Breuken schrijf je los van elkaar: twee derde (2/3), drie een achtste (3 1/8).
  • Behalve in een samenstelling: driekwartsmaat, tweeëneenhalf
  • Als je in een zin meerdere gewone getallen hebt (dus geen maten, gewichten, telefoonnummers, etc.) en je deze volgens de regels met zowel cijfers als letters schrijft, dan gebruik je cijfers.

Wij hebben gisteren tien flessen wijn en 24 flessen bier gekocht.

Wij hebben gisteren 10 flessen wijn en 24 flessen bier gekocht.

Slide 6 - Diapositive

Zijn de volgende getallen juist geschreven?

  1. Bijna 93 miljoen
  2. De 395ste voorstelling
  3. Dertig procent
  4. drie-en-een-half
  5. drievijfde van de burgers 
  6. Het duurt maar 2 uur.
timer
3:00

Slide 7 - Diapositive

Aan de slag
De eerste vijf minuten werken we in stilte. Daarna mag je overleggen met je buurman of buurvrouw. We bespreken opdracht 1 straks.

Maak opdracht 1 (g t/m l), 2 en 3 van H3 spelling (blz. 101)
Ben je klaar?
Maak dan opdracht 7+8 (blz. 103)
timer
15:00

Slide 8 - Diapositive

Pauze
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Hoofdstuk 3 woordenschat

Aan het eind van deze les kan ik een asyndetische vergelijking, homerische vergelijking en synesthesie herkennen en begrijpen.

Slide 10 - Diapositive

Wat was het ook alweer?
Vergelijking

Metafoor

Personificatie

Metoniem

Slide 11 - Diapositive

Drie nieuwe woorden:
Asyndetische vergelijking
A, B,

Homerische vergelijking
Zoals B, zo is A

Synesthesie
Combinatie van twee zintuigen


Oude woorden:
Vergelijking
A is [eigenschap] als B

Metafoor
A is B

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag
Maak opdracht 1 van H3 Woordenschat (blz. 90)

We bespreken hem over vijf minuten.

Ben je klaar? Dan ga je verder met opdracht 2+3.

timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag!
Maak opdracht 1, 2 en 3, 7 en 8 van H3 Spelling (blz. 100)

Maak opdracht 1, 2 en 3 van H3 Woordenschat (blz. 90)

Dit is ook huiswerk.

Ben je klaar? Dan mag je iets voor jezelf doen.

Slide 14 - Diapositive