2TOP Hoofdletters

2TOP H3.8/ H2.9
Hoofdletters 
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2TOP H3.8/ H2.9
Hoofdletters 

Slide 1 - Diapositive

Theorie
Hoofdletters gebruik je:
- aan het begin van een zin
- aan het begin van een citaat
- bij eigennamen (personen, straten, merken, talen, volkeren, aardrijkskundige namen en afleidingen daarvan)
- bij feestdagen

Slide 2 - Diapositive

Pas op!
Bij de volgende vormen, moet je opletten:
-bij 't en 's  (aan het begin van de zin) 
vb. 's Zomers kan het erg warm zijn. 
- een getallen (aan het begin van de zin)
vb. 10 leerlingen hebben een onvoldoende gehaald. 
- bij achternamen met een tussenvoegsel 
vb. mevrouw Van de Heuvel / Jan van de Heuvel / 

Slide 3 - Diapositive

Wanneer gebruik je een hoofdletter? Noem drie zaken.

Slide 4 - Question ouverte

Welke woorden horen een hoofdletter te hebben in de volgende zin:

't is groot nieuws: de engelse overheid stelt programmeren voor leerlingen tussen de vijf en zestien jaar verplicht.

Slide 5 - Question ouverte

Welke woorden horen een hoofdletter te hebben in het volgende verhaal:

op de chisenhale school in londen is dat geen nieuws: leerlingen leren al geruime tijd via hun apples.

Slide 6 - Question ouverte

Welke woorden horen een hoofdletter te hebben in het volgende verhaal:

meneer van der bergen is sinds de opkomst van coca cola niet meer zo gezond, omdat hij van kerst tot de paasdagen het amerikaanse drankje te vaak naar binnen bracht.

Slide 7 - Question ouverte

moederdag
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 8 - Quiz

ijstijd
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 9 - Quiz

mejuffrouw de Haan
A
tussenvoegsel met hoofdletter
B
tussenvoegsel met kleine letter

Slide 10 - Quiz

friedrichsstrasse
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 11 - Quiz

september
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 12 - Quiz