Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
werkwoordspelling les 1 tot en met 3
Welkom!
Leg alvast klaar:
leerwerkboek deel A, schrift, pen
leesboek
iPad (dicht)
Les 1
1 / 46
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
46 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom!
Leg alvast klaar:
leerwerkboek deel A, schrift, pen
leesboek
iPad (dicht)
Les 1
Slide 1 - Diapositive
Doel deze lessen
Ontdekken wat je al weet van werkwoordspelling en herhalen
Persoonsvorm tegenwoordige tijd pv-tt
Persoonsvorm verleden tijd pv-vt
Voltooid deelwoord
Slide 2 - Diapositive
Planning
Wat weet je nog van werkwoordspelling?
Stil lezen (10 minuten)
Herhalen pv tegenwoordige tijd (verlengde instructie)
Werkmoment
Afsluiten van de les
Slide 3 - Diapositive
Formatieve toets
18 vragen over:
persoonsvorm tt
persoonsvorm vt
voltooid deelwoord
Klaar? Ga lezen in je leesboek.
Slide 4 - Diapositive
timer
10:00
Slide 5 - Diapositive
Werkmoment
persoonsvorm tegenwoordige tijd en
verleden tijd
alle opdrachten groen => resetten
Maak digitaal van 1.9: 1-1b, 4, 5 en 10-1
Lastig? Doe mee met de verlengde instructie pv-tt.
Slide 6 - Diapositive
Uitleg persoonsvorm tt
Hoe vind je de persoonsvorm?
Wat zijn de regels bij tegenwoordige tijd?
Slide 7 - Diapositive
Uitleg persoonsvorm tt
Hoe vind je de persoonsvorm?
De uitkomst verschilt als je de invoer verandert.
Hoe komt het dat jij je zo vaak verveelt?
Dat is nog nooit gebeurd.
Slide 8 - Diapositive
Uitleg persoonsvorm tt
Hoe vind je de persoonsvorm?
Wat zijn de regels bij tegenwoordige tijd?
Ik
erbij,
jij
erachter => ik-vorm ik fiets, loop jij
Rest
enkelvoud
=> ik-vorm + t jij wordt, hij bakt
Meervoud
=> hele werkwoord wij / jullie / zij lopen
Slide 9 - Diapositive
....... (branden) jij je vingers?
tegenwoordige tijd
Slide 10 - Question ouverte
Elsje ................ (worden) later bekend.
tegenwoordige tijd
Slide 11 - Question ouverte
.............. (vinden) hij zijn sleutel terug?
Slide 12 - Question ouverte
Werkmoment
persoonsvorm tegenwoordige tijd en
verleden tijd
alle opdrachten groen => resetten
Maak digitaal van 1.9: 1-1b, 4, 5 en 10-1
Lastig?
Filmpje gekeken bij de formatieve toets?
Slide 13 - Diapositive
Welkom!
Leg alvast klaar:
leerwerkboek deel A, schrift, pen
leesboek
iPad (dicht)
Les 2
Slide 14 - Diapositive
timer
10:00
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Planning
Herhalen pv verleden tijd (verlengde instructie)
Werkmoment
Afsluiten van de les
Slide 17 - Diapositive
Werkmoment
persoonsvorm tegenwoordige tijd en
verleden tijd
alle opdrachten groen => resetten
Maak digitaal van 1.9: 1-1b, 4, 5 en 10-1
Lastig?
Oefen met Versterk Jezelf in de methode
Slide 18 - Diapositive
Uitleg persoonsvorm vt
Hoe vind je de persoonsvorm?
Wat is een sterk en zwak werkwoord?
Wat zijn de regels bij verleden tijd?
Slide 19 - Diapositive
Uitleg persoonsvorm vt
Hoe vind je de persoonsvorm?
Wat is een sterk en zwak werkwoord?
Sterk werkwoord: klank verandert tt naar vt, vd op -en
Zwak werkwoord: klank verandert niet van tt naar vt
Onregelmatig werkwoord: geen regels => weten
Slide 20 - Diapositive
Lopen
A
sterk
B
zwak
C
onregelmatig
Slide 21 - Quiz
Fietsen
A
sterk
B
zwak
C
onregelmatig
Slide 22 - Quiz
Branden
A
sterk
B
zwak
C
onregelmatig
Slide 23 - Quiz
Willen
A
sterk
B
zwak
C
onregelmatig
Slide 24 - Quiz
Uitleg persoonsvorm vt
Hoe vind je de persoonsvorm?
Wat is een sterk en zwak werkwoord?
Wat zijn de regels bij verleden tijd?
Sterke
werkwoorden: zo kort en eenvoudig mogelijk
ik loop, ik liep; ik lees, ik las; ik help, ik hielp
Slide 25 - Diapositive
Uitleg persoonsvorm vt
Wat zijn de regels bij verleden tijd
zwakke
werkwoorden?
Kijk naar de
STAM
van het werkwoord fietsen
taxi kofschip
ja
? => ik-vorm + te / ten fiets
te
taxi kofschip
nee
? => ik-vorm + de / den rennen
ren
de
Slide 26 - Diapositive
Hij .................(branden) zijn vingers.
verleden tijd
Slide 27 - Question ouverte
.........(werken) jullie in het weekend?
verleden tijd
Slide 28 - Question ouverte
Jij .............. (reizen) altijd met de trein.
verleden tijd
Slide 29 - Question ouverte
Reizen
Stam: reiz
z niet in taxi kofschip => ik-vorm + de / den
Ik-vorm: ik reis
Jij reisde
Wij reisden
Slide 30 - Diapositive
Werkmoment
persoonsvorm tegenwoordige tijd en
verleden tijd
alle opdrachten groen => resetten
Maak digitaal van 1.9: 1-1b, 4, 5 en 10-1
Lastig?
Oefen met Versterk Jezelf in de methode
Slide 31 - Diapositive
Welkom!
Leg alvast klaar:
leerwerkboek deel A, schrift, pen
leesboek
iPad (dicht)
Les 3
Slide 32 - Diapositive
timer
10:00
Slide 33 - Diapositive
Planning
Stelling
Herhalen voltooid deelwoord (verlengde instructie)
Werkmoment
Afsluiten van de les
Slide 34 - Diapositive
Stelling: welke is goed?
Het is vaak gebeurt dat je een persoonsvorm niet herkend.
Het is vaak gebeurd dat je een persoonsvorm niet herkend.
Het is vaak gebeurd dat je een persoonsvorm niet herkent.
Slide 35 - Diapositive
Werkmoment
persoonsvorm tegenwoordige tijd en
verleden tijd / voltooid dw
alle opdrachten groen => resetten
Maak digitaal van 1.9: 1-1b, 4, 5 en 10-1
Maak digitaal van 3.9: 4
Cambiumned / werkwoordspelling / voltooid-onvoltooid dw
oefening 2, 3 en 6.
Slide 36 - Diapositive
Uitleg voltooid deelwoord
Hoe vind je het voltooid deelwoord?
Wat is een sterk en zwak werkwoord?
Wat zijn de regels voor het voltooid deelwoord?
Slide 37 - Diapositive
Uitleg voltooid deelwoord
Hoe vind je het voltooid deelwoord?
Voltooid deelwoord samen met hww (hebben/zijn/worden)
Begint vaak met ge-, be-, ver-, her-.
Handeling is afgerond. Ik eet <=> Ik heb gegeten.
Slide 38 - Diapositive
Uitleg voltooid deelwoord
Hoe vind je het voltooid deelwoord?
Wat is een sterk en zwak werkwoord?
Sterk werkwoord => schrijf zoals je het hoort
Ik ben naar school gelopen. Hij is naar huis gegaan.
Zwak werkwoord => gebruik de regels
Slide 39 - Diapositive
Uitleg voltooid deelwoord
Wat zijn de regels voor het voltooid deelwoord?
Kijk naar de STAM van het werkwoord fietsen / rennen
taxi kofschip ja? => ge- + ik-vorm + t gefietst
taxi kofschip nee? => ge- + ik-vorm + d gerend
Of maak het langer in vt: wij fiets
t
en, wij ren
d
en
Slide 40 - Diapositive
Uitleg persoonsvorm vt
Wat zijn de regels bij verleden tijd
zwakke
werkwoorden?
Kijk naar de
STAM
van het werkwoord fietsen
taxi kofschip
ja
? => ik-vorm + te / ten fiets
te
taxi kofschip
nee
? => ik-vorm + de / den rennen
ren
de
Slide 41 - Diapositive
Ik heb mijn knie .............. (schaven).
Slide 42 - Question ouverte
Wij hebben onze tas............ (pakken).
Slide 43 - Question ouverte
Het ongeluk is op de hoek ..... (gebeuren).
Slide 44 - Question ouverte
Zij is naar Zwolle .......... (verhuizen).
Slide 45 - Question ouverte
Werkmoment
persoonsvorm tegenwoordige tijd en
verleden tijd / voltooid dw
alle opdrachten groen => resetten
Maak digitaal van 1.9: 1-1b, 4, 5 en 10-1
Maak digitaal van 3.9: 4
Cambiumned / werkwoordspelling / voltooid-onvoltooid dw
oefening 2, 3 en 6.
Slide 46 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
werkwoordspelling les 1 en 2 (1.9/3.9)
Décembre 2023
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
groep 7 werkwoordcito oefenen
Mars 2023
- Leçon avec
35 diapositives
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
Octobre 2024
- Leçon avec
44 diapositives
nederlands
Primary Education
2 V 1.9 Werkwoordspelling PV TT en VT 2024-2025
Octobre 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
zelfstandige les
Décembre 2023
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling oefenen
Septembre 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1-4
Werkwoordspelling oefenen
Mars 2022
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1-4
Taalverzorging les 1
Septembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1