Introductie 2OR/RD

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Sitzordnung
Aan het einde van de les:
  • weet ik/kan ik/ ken ik
Sitzordnung 2E

Slide 2 - Diapositive

Sitzordnung
Aan het einde van de les:
  • weet ik/kan ik/ ken ik
Sitzordnung 2D

Slide 3 - Diapositive

Sitzordnung
Aan het einde van de les:
  • weet ik/kan ik/ ken ik
Sitzordnung 2C

Slide 4 - Diapositive

Sitzordnung
Aan het einde van de les:
  • weet ik/kan ik/ ken ik
Sitzordnung 2B

Slide 5 - Diapositive

Sitzordnung
Aan het einde van de les:
  • weet ik/kan ik/ ken ik
Sitzordnung 2B

Slide 6 - Diapositive

Sitzordnung
Aan het einde van de les:
  • weet ik/kan ik/ ken ik
Sitzordnung 
2A

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Lernziele
Aan het einde van de les:
  • ken ik de toetsstof en -datum voor trede 6
  • weet ik waar ik de toetsstof kan vinden
  • ken ik de bezittelijke voornaamwoorden

Slide 9 - Diapositive

Lernziele
Aan het einde van de les:
  • ken ik de toetsstof en -datum voor trede 6
  • weet ik waar ik de toetsstof kan vinden
  • ken ik de bezittelijke voornaamwoorden in de 4e naamval
  • kan ik het uiterlijk van een persoon beschrijven (25-3)

Slide 10 - Diapositive

Agenda
24-3 t/m 28-3 : kennistoets trede 4 (alleen woordjes) (inhaal/herkansing)
31-3: kennistoets trede 6 (woordjes, grammatica)



Slide 11 - Diapositive

Agenda
10-4: kennistoets trede 6 (woordjes, grammatica)

Slide 12 - Diapositive

Agenda
18-3: herkansing kennistoets trede 1/2
20-3: herkansing kennistoets trede 5 (alleen grammatica)
3-4: kennistoets trede 6 (woordjes, grammatica)



Slide 13 - Diapositive

Wortschatz
Kleider und Farben

Slide 14 - Diapositive

wk 1: Werkdoelen - Leerdoelen
  • Kleider machen Leute - woordenschat
  • Mein Zimmer, mein Königreich - woordenschat, grammatica, kijk en luisteren
  • Mein Handy ist mein alles - grammatica, kijken en luisteren
>> Werkblad

Slide 15 - Diapositive

wk 1: Werkdoelen - Leerdoelen
  • Kleider machen Leute - woordenschat
  • Mein Zimmer, mein Königreich - woordenschat, grammatica, kijk en luisteren
>> Werkblad op 20-3

Slide 16 - Diapositive

wk 2: Werkdoelen - Leerdoelen
  • Da habe ich mal was gelesen ... - lezen
  • Den Schauspieler kenne ich! - lezen
  • Was kann dieses Handy alles? - lezen

Slide 17 - Diapositive

Dit zijn de bezittelijke vnw.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Wanneer krijgt het bezittelijk voornaamwoord een -E?
A
mannelijk
B
onzijdig
C
vrouwelijk
D
vrouwelijk en meervoud

Slide 20 - Quiz

Bezittelijke voornaamwoorden
(mijn) ......... Zimmer (o)
A
mein
B
meine

Slide 21 - Quiz

Het bezittelijk voornaamwoord
(Mijn) Vater hat Geburtstag.
A
mein
B
meine

Slide 22 - Quiz

het bezittelijk voornaamwoord:
Das ist _____ (haar) Freund (m).
A
ihr
B
ihre

Slide 23 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
(jullie) Haus (o)
A
sein
B
ihr
C
euer
D
dein

Slide 24 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: jouw
A
sein(e)
B
ihr(e)
C
mein(e)
D
dein(e)

Slide 25 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Maaike ist (haar) Freundin.
A
meine
B
seine
C
ihre
D
eure

Slide 26 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Das ist (uw) Haus.
A
ihr
B
Ihre
C
ihre
D
Ihr

Slide 27 - Quiz

Wat is de Duitse vertaling van het bezittelijk voornaamwoord 'jullie'
A
euer
B
ihr
C
unser
D
mein

Slide 28 - Quiz

BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD

..... beste Freundin
A
sein
B
seine

Slide 29 - Quiz

Vervoeg het bezittelijk voornaamwoord:
Sind das (zijn)…... Bücher?


A
seine
B
meine
C
sein
D
mein

Slide 30 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
jouw _______ Mutter
A
ihre
B
ihr
C
dein
D
deine

Slide 31 - Quiz

Kapitel 7: BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD

..... Klassenlehrer
A
unser
B
unsere

Slide 32 - Quiz

BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD

Dat is hun huis.
A
Das ist Ihr Haus.
B
Das ist ihr Haus.

Slide 33 - Quiz

Lernziele
Aan het einde van de les:
  • ken ik de toetsstof en -datum voor trede 6
  • weet ik waar ik de toetsstof kan vinden
  • ken ik de bezittelijke voornaamwoorden

Slide 34 - Diapositive

Beispiele
Paula hat einen Bruder (m).
Deine Oma hat kein Auto (o).
Ich suche meine Bücher (mv).
Peter hat meinen Hund (m) gestreichelt.
Frau Meier, passen Sie auf Ihr Kind (o) auf.
Frau Meier, passen Sie auf Ihre Kinder (mv) auf.
Frau Meier, passen Sie auf Ihren Sohn (m) auf.



Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

wk 3: Werkdoelen - Leerdoelen
  • Meine Klamotten - deine Klamotten -  grammatica, gesprekken voeren

Slide 37 - Diapositive