Je herkent een zelfstandig naamwoord(zn) aan drie dingen:
1.Je kunt een zn in het meervoud zetten (een fiets, twee fietsen).
2. Je kunt een zn verkleinen. (fiets - fietsje).
3. Je kunt er een lidwoord voor zetten (de fiets, een fiets).
Slide 13 - Diapositive
Wat is geen bijvoeglijk naamwoord?
A
groene
B
sterke
C
man
D
boze
Slide 14 - Quiz
'Mooie' en 'rode' zijn bijvoeglijke naamwoorden. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over:
A
Zelfstandig naamwoorden
B
Lidwoorden
C
Werkwoorden
D
Voorzetsels
Slide 15 - Quiz
wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 16 - Quiz
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Geeft extra info (details) over eenzelfstandig naamwoord: de groene kat, het grote feest.
Zo herken je een bn:
Staat voor of acher het zn.
Heeft een korte vorm (groen) en een lange vorm (groene).
Trappen van vergelijking.
Slide 17 - Diapositive
Wat zijn voorzetsels?
A
de, het, een
B
in, voor, achter
C
raam, deur, wand
D
voorlezen, voorspellen, voorzeggen
Slide 18 - Quiz
Wat is een voorzetsel?
A
Klein
B
op
C
auto
D
meisje
Slide 19 - Quiz
Voorzetsel
Een voorzetsel is een kort woord. Voorzetsels zijn woorden als aan, in, op, uit en voor. Ze vormen meestal het begin van een woordgroep: aan de muur, in de kast, op donderdag, uit gewoonte, voor jou, enz. Voorzetsel geven vaak een plaats, tijd of reden aan.
Slide 20 - Diapositive
Voorzetsel
Voorzetsels worden vaak in combinatie met een zelfstandig naamwoord gebruikt.
Je kunt een voorzetsel vaak voor een lidwoord + zelfstandig naamwoord zetten: Voor de pauze.
Een voorzetsel staat meestal aan het begin van een zinsdeel: Ik ga naar de sportschool.
zo herken je een
Slide 21 - Diapositive
Oefentoets nakijken
Slide 22 - Diapositive
Zelfstandig werken
Wat:
Maak de bonusopdracht voor extra punten tijdens de toets van
Cursus 5 Grammatica -> WS
Hoe:
Zelfstandig en in stilte
Hulp:
De theorie uit deze LessonUp.
Tijd:
10 minuten.
Klaar:
Klaar? Oefen dan verder op:
ZELFSTANDIG WERKEN
timer
10:00
Klik hier om te oefenen met zelfstandige naamwoorden
Speel dit spel om extra te oefenen met alle woordsoorten uit leerjaar 1.