V1 18 januari 2024

V1L, le 18 janvier
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

V1L, le 18 janvier

Slide 1 - Diapositive

Planning 18/1:
- Intro: jours/ mois
- Négation (ontkenning), à faire p. 68+69
- maken: werkblad être, avoir en regelm. ww


négation + werkblad = ook HW voor 23/1 (2e uur)

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen: 
- je herhaalt de dagen vd week/ maanden vh jaar 
- je leert hoe je een zin ontkennend maakt (met 'niet' ) en past dit toe.

Slide 3 - Diapositive

intro: les jours/ les mois

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

dimanche
A
donderdag
B
vrijdag
C
zaterdag
D
zondag

Slide 6 - Quiz

vendredi
A
woensdag
B
donderdagwit
C
vrijdag
D
zaterdag

Slide 7 - Quiz

jeudi
A
dinsdag
B
woensdag
C
donderdag
D
vrijdag

Slide 8 - Quiz

samedi
A
vrijdag
B
zaterdag
C
zondag
D
maandag

Slide 9 - Quiz

mardi
A
maandag
B
dinsdag
C
woensdag
D
zondag

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

dimanche
lundi
samedi
mardi
les jours
jeudi
vendredi
mercredi
le weekend
la semaine
maandag
vrijdag
zaterdag
de week
dinsdag
donderdag
woensdag
de dagen
het weekend
zondag

Slide 12 - Question de remorquage

janvier
mars
mai
février
avril
juin
maart
februari

april

mei
januari

juni

Slide 13 - Question de remorquage

septembre
juillet
août
novembre
décembre
octobre
juli
november

december

augustus
september
oktober

Slide 14 - Question de remorquage

La négation (ne...pas)
Voor de ontkenning van een zin, maak je in het Frans gebruik van 
                                            ne…(PV)...pas (= niet/ geen)
     
De persoonsvorm komt in het midden te staan, dus: ne direct voor en pas direct achter de persoonsvorm. 


Slide 15 - Diapositive

Voorbeeld: 
Elle parle français = Non, elle ne parle pas français

Maar: hoe vind je de persoonsvorm in een Franse zin? De persoonsvorm is het 1e werkwoord dat je tegenkomt in de zin.  >

Paul veut aller à Paris  = > Non, Paul ne veut pas aller à Paris.     

Slide 16 - Diapositive

Let op: 
Bij werkwoorden die beginnen met een klinker (a,o,u,i,e) óf een “stomme h”(een h die je niet uitspreekt), dan wordt
ne > n’
Voorbeeld
Marc habite en France = Marc n'habite pas en France

Slide 17 - Diapositive

Au travail! p. 68/69
- La négation 
- werkblad être, avoir, regelm ww


= ook HW voor 23/1 (2e uur)
schrijf in jouw agenda.....

Slide 18 - Diapositive

À bientôt!

Slide 19 - Diapositive