2hv1 - Les 10 - K6 Wiederholung

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

5

Wat is de juiste ik-vorm in Perfekt van het werkwoord 'schwimmen'?

Wat is de juiste hij-vorm in Perfekt van het werkwoord 'aussteigen'?

1. er ist ausstiegen
2. er hat ausstiegen
3. er ist ausgestiegen
4. es hat ausgestiegen

Wat is de juiste ik-vorm in Perfekt van het werkwoord 'benutzen'?

Zet "Er legt sein Handy weg." in Perfekt:

Wat is de juiste du-vorm in Perfekt van het werkwoord 'antworten'?

Konjunktionen und Wortstellung

Voegwoorden

HV: Seite 140

VG: Seite 128-129

Leren!

Maar let ook op 2: soorten

Hoofdzin <> Hoofdzin

Hoofdzin <> Bijzin

Aandachtspunten:

Let op komma's 

→  komma's geven de scheidslijnen tussen verschillende hoofd- en bijzinnen aan. 

Let niet op de lengte van de zin

→ soms zijn bijzinnen (veel) langer dan de hoofdzin.

       "Hij zei, dat ..... bla bla bla bla lange bijzin bla bla bla bla." 

Ich werde mal nachfragen, ... du die Prùfung nachholen darfst.

1. oder
2. ob

Wir haben festgestellt, ... du noch zu jung bist.

1. das
2. dass

want of omdat?

denn = want

weil = omdat

wat is het verschil?

Ich bin mit dem Auto gefahren, ... es heute Morgen ganz heftig regnete.

1. denn
2. weil

Ich bin mit dem Auto gefahren, ... es regnete heute Morgen ganz heftig .

1. denn
2. weil

Fahrt ihr nach Italien, … bleibt ihr zu Hause?

1. ob
2. oder

Ich will nicht schwimmen, … du nicht mitkommst.

1. wenn
2. als
3. obwohl
4. denn

Wir gehen heute nicht an den Strand, … es ist heute viel zu kalt.

1. weil
2. denn
3. da
4. deshalb