ch 5 Mon temps libre cours 13 13 06

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Bonjour classe 1 vwo

BIENVENUE!!

Devoirs

apprendre/ répéter: bloc C et G

apprendre: page 81 : bloc D pronom interrogatif = vragende voornaamwoorden (n-f f-n)

apprendre: page 81 : verbe aller + futur proche (n-f f-n)

faire exercices: 31 A, B, D, E, G (page 75,76,77)

                       16 E, 17 D, 17 E, 17 F (page 61, 62)

Programme pour aujourd'hui

• révision bloc 
• verbe aller + futur proche
• poser une question avec un pronom interrogatif 

Buts

• je kunt iemand beschrijven hoe hij eruit ziet  of hoe hij is
• Je begrijpt het bijvoeglijk naamwoord i/h Frans
• Je maakt kennis met de vraagwoorden
• Je kan een vraag maken

Répéter bloc G (p. 42)

Traduis:

1. Hoe ziet jouw zus eruit?

2. Mijn zus heeft blond haar.

3. Ze draagt geen bril.

4. Is zij groot?

5. Nee, zij is klein.

6. Houd jij van sport?

7. Ja, ik houd van tennis.

Corriger bloc G!

1. Ta soeur est comment?

2. Ma soeur a les cheveux blonds.

3. Elle ne porte pas de lunettes.

4. Elle est grande?

5. Non, elle est petite.

6. Tu aimes le sport?

7.  Oui, j'aime le tennis.

verbe: aller

+ futur proche