Van A tot Zin 3.17 HERHAAL voor toets BiZ

3.17
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.17

Slide 1 - Diapositive

Weet je nog?

1. Wat zijn werkwoorden?
2. Wat is de tegenwoordige tijd /Schrijf een zin in de tegenwoordige tijd.
3. Wat is de voltooide tijd?/Schrijf een zin in een voltooide tijd
4. Wat is de verleden tijd?/Schrijf een zin in de verleden tijd


Slide 2 - Diapositive

Wat ga je vandaag herhalen/leren ?
Over vroeger praten en we gebruiken  de verleden tijd van het werkwoord.

Ik kan de verleden tijd van de regelmatige werkwoorden goed schrijven. 

Slide 3 - Diapositive

Verleden tijd
werken
Ik werkte in de tuin.
Wij werkten in een winkel.

delen
Hij deelde de taart.
Jullie deelden de blaadjes uit.

rennen
Het kind rende naar huis
De kinderen renden naar huis.
verven
U verfde de muur.
Zij verfden de muur.
verhuizen
Zij verhuisde naar Volendam.
Wij verhuisden naar Spanje.

Slide 4 - Diapositive


Hoe maak je de verleden tijd?
1. Maak de ik-vorm.   ik woon  ik maak
2.kijk naar de laatste letter : maa
3. Is de laatste letter  een s, f,t,k,ch, p  - softketchup- ?
     JA>  schrijf - te achter de ik-vorm  bij ik, jij, u, hij, zij
     NEE>  schrijf -de achter de ik-vorm ik, jij, u, hij, zij
4. Schrijf voor  wij, jullie en zij ( meervoud) een extra -ten/-den

Slide 5 - Diapositive

verleden tijd
harken   Mijn vader................de tuin.
zorgen    Hij................. voor de hond.
koken     Ik ....................... gister soep.
leren       Wij ..................voor de toets.
missen  Hij........................ de trein.
pakken   Jullie................... de jassen.
durven    Wij......................... het niet.
verhuizen  Ik............... naar Spanje.
studeren  Zij ........................ Engels.
leven           Hij................... op straat.




Verleden tijd




Slide 6 - Diapositive

Boek blz. 112     
Rode tekst lezen
Huiswerk corrigeren
1. Wat hoor je?
2. Praat samen.
3. Vul in
5. Praat samen
6. Schrijf de goede vorm van het werkwoord
computeropdracht 3.17


Slide 7 - Diapositive

Wat heb je vandaag geleerd?
What did you learn today?
що ти навчився сьогодні
ماذا تعلمت اليوم
bugün ne öğrendin
Ի՞նչ սովորեցիք այսօր:
آج آپ نے کیا سیکھا؟
O que você aprendeu hoje?
ሎሚ እንታይ ተማሂርኩም?

Slide 8 - Diapositive

Heb je het lesdoel bereikt?


  • Ik kan regelmatige werkwoorden in de verleden tijd juist schrijven.

    Slide 9 - Diapositive

    Hoe goed kan jij werkwoorden in de verleden tijd schrijven?

    Slide 10 - Diapositive

    Huiswerk ?
    Werkwoorden 2
    Stencil
    woensdag 12 april

    Slide 11 - Diapositive

    Slide 12 - Diapositive