4.3
1 / 10
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Je kunt breuken omzetten in percentages
Welk percentage hoort bij de breuk 7/8?
Welk percentage hoort bij de breuk 7/8?
A
12,5%
B
70%
C
85,5%
D
87,5%
Slide 3 - Quiz
Je kunt breuken omzetten in percentages
Welk percentage hoort bij de breuk 17/20?
Welk percentage hoort bij de breuk 17/20?
A
17%
B
17,20%
C
68%
D
85%
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Emma koopt een jurk van € 139,95. Ze krijgt bij het afrekenen 35% korting. Hoeveel procent moet Emma betalen?
A
35%
B
55%
C
45%
D
65%
Slide 7 - Quiz
Op de donuts van €3,00 krijg je 20% korting.
Hoeveel procent moet je betalen?
Hoeveel procent moet je betalen?
A
20%
B
80%
C
100%
D
120%
Slide 8 - Quiz
Een camera kost €428,-. Je krijgt 27% korting. Hoeveel procent moet je betalen?
A
€115,56
B
27%
C
73%
D
€312,44
