Amfibieën: kikkers en salamanders

Amfibieën
kikkers, padden en salamanders
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieBasisschoolGroep 3-5

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Amfibieën
kikkers, padden en salamanders

Slide 1 - Diapositive

er zijn maar 4 soorten!
salamanders
kikkers
padden
amfibieën
wormsalamanders
komt hier niet voor

Slide 2 - Diapositive

Amfibieën
koudbloedig
metamorfose
skelet
longen
eieren
huid
ademhaling
dunne gladde naakte huid
pad: droog en bobbelig
kieuwen

Slide 3 - Diapositive

Waar of niet waar?

Amfibieën leggen eieren.
A
B

Slide 4 - Quiz

Waar of niet waar?

Amfibieën hebben een vacht.
A
B

Slide 5 - Quiz

Waar of niet waar?

Amfibieën leggen hun eieren in het zand.
A
B

Slide 6 - Quiz

Wat hoort bij een amfibie?

Koudbloedig of warmbloedig?
A
B

Slide 7 - Quiz

Waar of niet waar?

Amfibieën zijn gewerveld.
A
B

Slide 8 - Quiz

Waar of niet waar?

Alle amfibieën ondergaan een metamorfose.
A
B

Slide 9 - Quiz

Waar of niet waar?

Amfibieën kunnen op verschillende manieren ademhalen.
A
B

Slide 10 - Quiz

Is het een amfibie?
ja
nee

Slide 11 - Question de remorquage

Wat weet je al over kikkers, padden en salamanders?

Slide 12 - Diapositive

boomkikker
gouden gifkikker
roodoogkikker
aardbeienkikker
vroedmeesterpad
reuzenpad
wasachtige apenkikker

Slide 13 - Diapositive

kikkers
padden
verschil kikkers en padden
leefgebied                               water                                      land
lichaam                         lange achterpoten             korte achterpoten
huid                                   glad en vochtig                droog en bobbelig
bewegen                   springen en zwemmen           traag kruipend
eieren                               in grote groepen                   in een sliert

Slide 14 - Diapositive

eieren
Salamanders vouwen blaadjes om om hun eieren te beschermen.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Waar of niet waar?

Amfibie betekent 'dubbel leven'
A
B

Slide 17 - Quiz

Waar of niet waar?

Jonge amfibieën hebben kieuwen.
A
B

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Vidéo

Hoe zien de eieren van kikkers, padden en salamanders eruit?
Vraag
  1. kikkers: in een grote klont
  2. padden: in een sliert
  3. salamanders: vouwen hun eitjes tussen bladeren van waterplanten

Slide 20 - Diapositive

De eitjes zijn in het water niet veilig. Door wat worden de eieren opeten?
Vraag
vissen

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Waar of niet waar?

Kikkervisjes krijgen eerst voorpoten en daarna achterpoten.
A
B

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Vidéo

Waar of niet waar?

In Nederland komen veel groene en bruine kikkers voor.
A
B

Slide 25 - Quiz

Waar of niet waar?

De bruine kikker is heel snel en wordt niet gauw gegrepen door reigers.
A
B

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Vidéo

Waar of niet waar?

De gewone pad is graag in het water.
A
B

Slide 28 - Quiz

Waar of niet waar?

Volwassen salamanders leven meer op het land dan in het water.
A
B

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Vidéo

Waarom zijn er paddentunnels gemaakt?
Vraag
Als padden jongen willen maken, keren ze terug naar het water.
Vaak moeten ze dan een weg over. 
De tunnels zorgen ervoor dat ze niet doorgereden worden.

Slide 31 - Diapositive

Waar of niet waar?

Om een vrouwtje te lokken, maken mannetjeskikkers een dansje.
A
B

Slide 32 - Quiz

  • Schutkleur: amfibieën zijn vaak groen of bruin. Hierdoor zijn ze niet altijd goed zichtbaar. Zo beschermen ze zich tegen roofdieren.
     
  • Felle kleuren: in warmere gebieden leven kikkers met felle kleuren. Dit zegt andere dieren dat hij giftig is of vies smaakt. Soms hebben kikkers zo'n kleur terwijl dit niet het geval is.

  • Amfibieën hebben tanden, maar kauwen hier niet mee. Een prooi wordt hier alleen mee vastgehouden. De prooi wordt in één keer doorgeslikt. 
     
  • Amfibieën hebben een korte, brede, uitklapbare tong die                             zij gebruiken om hun prooi te grijpen. 
Weetjes

Slide 33 - Diapositive

Wat hoort bij een amfibie? Kies er 7.

Slide 34 - Question de remorquage

Slide 35 - Diapositive