weer en klimaat les 23 febr 2024

       Weer en klimaat - herhaling
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

       Weer en klimaat - herhaling

Slide 1 - Diapositive

Wat hoort bij weer en wat bij klimaat? Sleep het naar de juiste plek. 
Klimaat
Weer
Gemeten over 30 jaar
Kan elk moment veranderen
Een groot gebied
Een klein gebied

Slide 2 - Question de remorquage

Slide 3 - Diapositive

Wat hoort waar bij. Sleep de zinnen naar de juiste afbeelding.
lagedrukgebied
hogedrukgebied
weinig neerslag
veel neerslag
stijgende lucht
dalende lucht

Slide 4 - Question de remorquage

Wat meet je als je "het weer" wilt bepalen?
A
Warmte en de kou
B
Warmte, regen en wind
C
Hoeveel graden het is over lange tijd
D
Warmte en de temperatuur

Slide 5 - Quiz

Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?
A
Je meet de warmte, neerslag en de wind
B
Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar
C
Je meet het weer over lange tijd
D
Je kijkt naar de zomer- en wintertemperauur

Slide 6 - Quiz

Wanneer waait de wind het hardst?
A
Bij een hoog drukgebied
B
Bij een laag drukgebied
C
Als isobaren dicht bij elkaar staan
D
Als isobaren ver uit elkaar staan

Slide 7 - Quiz

Bij welk klimaat hoort de volgende omschrijving: drie maanden per jaar is de temperatuur boven het vriespunt.
A
landklimaat
B
zeeklimaat
C
gematigd klimaat
D
toendraklimaat

Slide 8 - Quiz

In welke klimaatzone vind je de grootste bevolkingsconcentraties?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Pool klimaat

Slide 9 - Quiz

Wat is de goede volgorde van plantengordels in de bergen?
(van beneden naar boven)
A
Alpenweide, loofbomen, naaldbomen, kale rotsen, eeuwige sneeuw
B
loofbomen, naaldbomen, kale rotsen, alpenweide, eeuwige sneeuw.
C
loofbomen, naaldbomen, alpenweide, kale rotsen eeuwige sneeuw
D
Naaldbomen, loofbomen, alpenweide, kale rotsen, eeuwige sneeuw

Slide 10 - Quiz

In welk klimaatgebied zijn de zomers koel en de winters zacht?
A
droge klimaten
B
landklimaten
C
zeeklimaten
D
koude klimaten

Slide 11 - Quiz

Welke 2 klimaten komen alleen op hoge breedte voor?
A
Tropisch klimaat, toendraklimaat
B
Toendraklimaat, Poolklimaat
C
Tropisch klimaat, savanneklimaat
D
Landklimaat, steppteklimaat

Slide 12 - Quiz

Wat zie je hier? Een voorbeld van ...
A
intensieve veeteelt
B
extensieve landbouw
C
tertiaire sector
D
secundaire sector

Slide 13 - Quiz


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Poolklimaat

Slide 14 - Quiz


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd zeeklimaat
D
Pool klimaat

Slide 15 - Quiz


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Droog klimaat

Slide 16 - Quiz

Welk klimaat komt niet voor in de Verenigde Staten?
A
Hooggebergteklimaat
B
Gematigd zeeklimaat
C
Sneeuwklimaat
D
Tropisch regenwoudklimaat

Slide 17 - Quiz

Amerikaanse klimaten verklaard

Slide 18 - Diapositive

De wet van Buys Ballot luidt:
A
De wind waait altijd van L naar H
B
De wind waait altijd van H naar L
C
De wind waait altijd van rechts naar links
D
De wind waait soms wel en soms niet

Slide 19 - Quiz

warme droge zomer, koude winter
zachte winters, koele zomer, hele jaar neerslag -> aanlandige wind!
warme droge zomers, zachte winter, neerslag in winter
neerslag < 200 mm per jaar
Mediteraan klimaat
Woestijn-klimaat
Landklimaat
Zeeklimaat

Slide 20 - Question de remorquage

Tornado
Blizzard
Orkaan
Depressie

Slide 21 - Question de remorquage

Welke bewering klopt niet?
A
Nl ligt in een gordel van lagedrukgebied
B
Grote delen van Spanje hebben een landklimaat
C
De droogtegrens in de VS ligt op 100 gr. OL
D
Zonne-energie is duurzaam

Slide 22 - Quiz

Rivier Colorado mond uit in
A
Atlantische oceaan
B
Grote oceaan
C
Golf of Mexico
D
Caribische zee

Slide 23 - Quiz

Sleep de benamingen naar het juiste vak.
Test je kennis over het onderwerp van deze week!
orkaan
cycloon
tyfoon

Slide 24 - Question de remorquage

Wat hoort bij een orkaan?
A
windsnelheden tot 250km/uur
B
windsnelheden tot 120km/uur
C
windsnelheden tot 500km/uur
D
windsnelheden tot 600km/uur

Slide 25 - Quiz

Wat kan deze fabriek doen om het versterkt broeikaseffect tegen te gaan
A
Geen koolzuurgas in de atmosfeer brengen.
B
Buiten gaan spelen
C
Geen fossiele brandstoffen meer gebruiken.
D
In warmere gebieden vestigen.

Slide 26 - Quiz

Wat hoort bij een orkaan?
A
Doorsnede van 500-1000 km
B
Doorsnede van 1000km-2000km
C
Doorsnede van 50-100 cm
D
Doorsnede van 500-1000 m

Slide 27 - Quiz

nuttige neerslag?

Slide 28 - Carte mentale

Nuttige neerslag = neerslag die beschikbaar is voor gebruik, dus de neerslag minus de verdamping.

Slide 29 - Diapositive

Neerslag
Waterput
Aquifer
Infiltratie
Ondoorlaten-de laag

Slide 30 - Question de remorquage

Wat is de goede volgorde?
A
Damp, condensatie, afkoelen, regen, stijgende lucht
B
Condensatie, damp, stijgende lucht, regen, afkoelen.
C
Damp, stijgende lucht, afkoelen, condensatie, regen.
D
dit is allemaal onzin. Kabouters in de lucht maken de regen.

Slide 31 - Quiz

Wat is neerslag intensiteit?
A
De schade van neerslag die valt
B
Hoeveelheid neerslag die per uur of dag valt
C
De piekafvoer van de neerslag
D
Ongelijke neerslag verdeling

Slide 32 - Quiz

Aanlandige wind in de winter zorgt voor
A
verkoeling bij een hoge luchtdruk
B
opwarming bij een lage luchtdruk
C
verkoeling
D
opwarming

Slide 33 - Quiz

Sleep de begrippen op de juiste plaats!
Stuwings regen
Regen schaduw

Slide 34 - Question de remorquage

Verdamping
rgen / sneeuw
Stuwings-regen
Stijgings-regens
Water zakt in de bodem.
Grondwater

Slide 35 - Question de remorquage

Aanlandige wind in de zomer zorgt voor
A
verkoeling
B
opwarming van de aarde
C
verkoeling bij een hoge luchtdruk
D
opwarming bij een lage luchtdruk

Slide 36 - Quiz

Een vegetatiezone is....
A
Een gebied waar alleen vegetariers wonen
B
Een gebied met eigen soorten planten
C
Een gebied met heel veel verschillende plantensoorten
D
Een gebied zonder planten

Slide 37 - Quiz

Wat wordt in het zuiden van de VS vooral verbouwd?
A
Graan
B
Mais
C
Katoen en suiker
D
Koffie en koffiemelk

Slide 38 - Quiz

Zonder broeikasgassen is het -18 graden op aarde. Over welk effect gaat het hier?
A
broeikaseffect
B
klimaatverandering
C
natuurlijk broeikaseffect
D
versterkt broeikaseffect

Slide 39 - Quiz

Spanje
1. Mediterraan klimaat
2. gematigd zee klimaat
3. landklimaat
4. steppeklimaat
5. hooggebergteklimaat

Slide 40 - Diapositive

Waarom is het klimaat van de Canarische eilanden andersdan van Spanje?
A
Het behoort niet tot Spanje
B
Het ligt in de Middellandse Zee
C
Het ligt zuidelijker
D
Het ligt noordelijker

Slide 41 - Quiz

Welke 3 soorten regen ken je?

Slide 42 - Question ouverte

Slide 43 - Vidéo

versterkte broeikaseffect

Slide 44 - Carte mentale

Slide 45 - Vidéo

Slide 46 - Vidéo