Taal themawoorden quiz

De winnaar van deze quiz is ALLERMINST zeker!
A
Het minste
B
Alles behalve
C
Nu al bekend
D
Niet bekend
1 / 12
suivant
Slide 1: Quiz
TaalBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De winnaar van deze quiz is ALLERMINST zeker!
A
Het minste
B
Alles behalve
C
Nu al bekend
D
Niet bekend

Slide 1 - Quiz

Jij bent echt zo'n TYPE die op voetbal zit.
A
Tekst typen
B
Onderzoek gedaan
C
Omschrijven
D
Bepaald soort persoon

Slide 2 - Quiz

De bevestiging
A
Ergens mee willen stoppen
B
Dit doe je om aan te geven dat je het gehoord hebt
C
Doorgaan waarmee je bezig bent
D
Welke sokken heeft Juf Fabiënne aan?

Slide 3 - Quiz

Welk thema woord zoeken we hier?
A
Mail
B
Maliënkolder
C
Maillot
D
Joggingbroek

Slide 4 - Quiz

Een groep mensen die beslissingen maakt in school?
A
Commissie
B
Juffen en meesters
C
Bestuursleden
D
Ouders van kinderen

Slide 5 - Quiz

Wat is Choreografie?
A
Aardrijkskunde
B
Gratis punten
C
In atlassen
D
De voorbedachte pasjes in een dans

Slide 6 - Quiz

Ik zou naar het bal gaan maar ik ben verhinderd.
A
Ergens aan mee gaan doen
B
Je ergens voor aanmelden
C
Je ergens voor afmelden
D
Iets constateren

Slide 7 - Quiz

Ik heb in de zin gezien dat er een fout zit!
A
Omschrijven
B
De bevestiging
C
Ergens je hand niet voor omdraaien
D
Constateren

Slide 8 - Quiz

Door goed VOETENWERK heb je voordeel tijdens de bokswedstrijd
A
Hoe ik mijn voeten neerzet
B
Hoe goed ik een bal kan trappen
C
Landen op mijn voeten
D
Door blijven gaan met waar je mee bezig bent

Slide 9 - Quiz

De leerling vind het heel gemakkelijk om bootjes te vouwen. Welk themawoord past hierbij?
A
Constateren
B
Je ergens voor op geven
C
Ergens je hand niet voor om draaien
D
Het type

Slide 10 - Quiz

Dat populaire koor zoekt een nieuw lid. Ik ga actie ondernemen.
A
Me ergens voor opgeven
B
Me ergens voor afmelden
C
Moeite doen
D
Niet kunnen wachten

Slide 11 - Quiz

Opsporing verzocht: 'de man is ongeveer 1,70 groot en droeg blauwe schoenen.
A
De bevestiging
B
De omschrijving
C
Het type
D
Constateren

Slide 12 - Quiz