Burgerschap Kies 1 Thema 6: Geld les 1: omgaan met geld

Burgerschap Kies 1 Thema 6: Geld les 1: omgaan met geld
Burgerschap Kies 1
Thema 6 : Geld
Les 1: omgaan met geld
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Burgerschap Kies 1 Thema 6: Geld les 1: omgaan met geld
Burgerschap Kies 1
Thema 6 : Geld
Les 1: omgaan met geld

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
In deze les leer je:

- Dat je moet kiezen waaraan je je geld uitgeeft.
- Wat een budgetplan is.
- Dat je kunt sparen voor bepaalde uitgaven.

Slide 2 - Diapositive

Hoe belangrijk is geld voor jou?
Leg je antwoord uit.

Slide 3 - Question ouverte

Geld
Veel dingen die je wilt doen of wilt hebben, kosten geld. Je moet kiezen waaraan je je geld uitgeeft. Je kunt je geld bijvoorbeeld uitgeven aan kleding of tijdens het uitgaan. 

Sommige mensen vinden het belangrijk om veel geld te hebben. Ze willen bijvoorbeeld graag dure spullen kunnen kopen. Andere mensen vinden dure spullen niet zo belangrijk. Zij hebben minder geld nodig. 

Slide 4 - Diapositive

stelling: 
Als ik geld nodig heb, ga ik meer werken. 

Slide 5 - Diapositive

stelling: 
Ik weet niet goed waaraan ik mijn geld uitgeef.

Slide 6 - Diapositive

stelling: 
Geld maakt gelukkig

Slide 7 - Diapositive

stelling: 
Mensen die arm zijn, kunnen daar niets aan doen.

Slide 8 - Diapositive

budgetplan
Je hebt verschillende inkomsten, zoals je loon of je zakgeld. Je hebt ook uitgaven, zoals je telefoonrekening en je sportabonnement. Je kunt een overzicht maken van je inkomsten en uitgaven. Zo'n overzicht noem je een budgetplan. 
Als je een budgetplan maakt, kun je zien of je geld overhoudt of geld tekortkomt.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Waarom is het belangrijk om geld te sparen?

Slide 11 - Question ouverte

Ik spaar...
Elke maand een vast bedrag.
Als ik geld over heb.
Ik spaar niet.
Geen idee, ik bemoei me niet met bankzaken.
Anders...

Slide 12 - Sondage

sparen
Je kunt geld sparen. 
Geld sparen betekent dat je geld apart zet voor later, bijvoorbeeld op een spaarrekening bij een bank. 

Je kunt geld sparen voor:

- een onverwachte uitgave  
- als je in de toekomst iets wilt doen of kopen

Slide 13 - Diapositive

lesdoel bereikt?
je weet nu:

- dat je moet kiezen waaraan je je geld uitgeeft.
- wat een budgetplan is.
- dat je kunt sparen voor bepaalde uitgaven.  

Slide 14 - Diapositive

Opdrachten
Opdracht1 t/m 3 op blz 169 en 171 in je boek. 
Studiemeter Thema 6 les 1

Slide 15 - Diapositive