Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H3C les 2 werkwoorden op -ER + être + avoir
3 Havo
Herhaling werkwoorden klas 1 en 2
Présent
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
3 Havo
Herhaling werkwoorden klas 1 en 2
Présent
Slide 1 - Diapositive
de persoonlijke voornaamwoorden
je ik
tu jij
il/elle/on hij / zij / we (men)
nous wij
vous jullie / u
ils/elles zij (meervoud)
Slide 2 - Diapositive
Question?
Wat is het verschil tussen een regelmatig werkwoord en
een onregelmatig werkwoord?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
wekwoorden op -er
Slide 5 - Carte mentale
Hoe vervoeg ik een ww op -ER?
ik zoek de stam op :
parl
-er
ik plak de uitgangen erachter:
e, es, e, ons, ez, ent
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Zet de juiste vorm van het werkwoord
(commencer) je
................................
le matin à 8 heures
(oublier) tu
..................................
ton livre
(jouer de la guitare) elles ............................à 6 heures
(bavarder) nous.................................. pendant le cours d'anglais.
(travailler) vous......................................le mardi?
timer
3:00
Slide 8 - Diapositive
6 Franse onregelmatige
werkwoorden
Slide 9 - Carte mentale
6 onregelmatige werkwoorden
être = zijn
avoir = hebben
aller= gaan
faire = doen/maken
pouvoir = kunnen
vouloir = willen
Slide 10 - Diapositive
être = zijn (infinitief)
je suis
tu es
il/ elle/ on est
nous sommes
vous êtes
Ils/elles sont
avoir= hebben (infinitief)
j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
Slide 11 - Diapositive
elles (avoir)
A
ont
B
sont
Slide 12 - Quiz
nous (avoir)
A
sommes
B
êtes
C
avez
D
avons
Slide 13 - Quiz
elle (avoir)
A
vont
B
sont
C
ont
D
a
Slide 14 - Quiz
tu (avoir)
A
es
B
as
C
a
D
est
Slide 15 - Quiz
ils (avoir)
A
ont
B
avoir
C
sont
D
a
Slide 16 - Quiz
Tu (être)
A
as
B
est
C
es
D
sont
Slide 17 - Quiz
Nous (être)
A
faisons
B
avons
C
êtes
D
sommes
Slide 18 - Quiz
Elle ..... douze ans
A
est
B
a
C
es
D
ont
Slide 19 - Quiz
Je .... une fille.
A
est
B
être
C
suis
D
as
Slide 20 - Quiz
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
A. zij heeft
B. zij zijn
C. jij/je hebt
D. wij/we zijn
E. jij / je bent
F. wij hebben
1. nous avons
2. tu es
3. ils sont
4. tu as
5. nous sommes
6. elle a
Slide 21 - Question de remorquage
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
A. u heeft
B. zij zijn
C. ik ben
D. men is / wij hebben
E. ik heb
F. jullie zijn
1. vous avez
2. j' ai
3. elles sont
4. je suis
5. on est
6. vous êtes
Slide 22 - Question de remorquage
Plus de leçons comme celle-ci
H1 - Avoir & Etre
Août 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H1 - Avoir & Etre
Novembre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H1 - Avoir & Etre
Septembre 2021
- Leçon avec
31 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Avoir & être in de tegenwoordige tijd
Septembre 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Frans chapitre 3 - week 10 - les 1: herh. avoir
Octobre 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Les 1 - Avoir & Etre
Mars 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Werkwoorden herhalen
Avril 2023
- Leçon avec
34 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Herhaling Avoir & Etre
Avril 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1