Christendom #2

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vraag over de vorige les:
Wat betekent 'godsbeeld'?

Slide 2 - Question ouverte

Uit welke Personen/delen bestaat
de drie-eenheid?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe noem je het geloof in één God?
A
Monotheletisme
B
Monotheïsme
C
Monofysitisme
D
Menotheïsme

Slide 4 - Quiz

Hoe groot is het percentage christenen in de wereld ongeveer?
A
Ca 15%
B
Ca 30/35%
C
Ca 45%
D
Meer dan 50%

Slide 5 - Quiz

Vorige les:

* Algemene feitjes over het christendom
* Godsbeeld
* Christelijke godsbeeld
* Drie-eenheid

Slide 6 - Diapositive

Stofvragen voor vandaag (kopiëren in tekstdocument en beantwoorden)

1) Uit welke 3 bronnen laten christenen zich leiden in hun geloof?
2) "Je kunt iets van God in de natuur zien"; wat betekent deze zin?
3) In welke 2 delen is de bijbel opgedeeld; en welke delen horen bij Joden, christenen of bij allebei?
4) Leg uit wat we met de historische Jezus en christelijke Jezus bedoelen
5) Noem 3 kenmerken van de historische Jezus

Slide 7 - Diapositive

Christenen halen informatie over God ruwweg uit drie bronnen:
Bijbel
Natuur
(wetenschap)
Heilige Geest

Slide 8 - Diapositive

In het christendom gelooft men dat God de wereld heeft gemaakt.
Aan de wereld; de natuur, zou je dat moeten kunnen zien.
* Schoonheid
* Orde
* Hoe alles precies in elkaar lijkt te passen

Sommige christenen proberen ook wetenschappelijke argumenten voor het geloof te geven.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

De bijbel wordt door christenen gezien als een boek geïnspireerd door God.
Dit betekent dat God de schrijvers informatie heeft ingegeven door visioenen, dromen, gedachten of gewoon door aan hen te verschijnen (dicteren). De inhoud van de bijbel wordt daarom gezien als heilig.

Bijbel is een verzameling van 66 boeken.
Hij wordt onderverdeeld in een Oude Testament; dat ze delen met het Jodendom.
En het Nieuwe Testament: dat gaat over Jezus.

De bijbel heeft heel veel genres. Poëzie, geschiedenis, verhalen, muziek.
Het ene boek/gedeelte is heel letterlijk, het andere niet.
Het is veel meer dan alleen boek dat je "vertelt hoe je moet leven".

Slide 12 - Diapositive

Wat voor dingen staan
er in de bijbel denk je?

Slide 13 - Carte mentale

Slide 14 - Vidéo

Nu in het Nederlands, graag...

Slide 15 - Diapositive

Het tweede deel van de les gaat over Jezus.

Bespreek in duo's:
1) Maak een woordspin: als ik 'Jezus' zeg, waar denk je dan allemaal aan?
2) Welke verhalen over Jezus ken je?
3) Is Jezus hetzelfde als God?

Slide 16 - Diapositive

De bijbel is dus voornamelijk geschreven in Israël door Joden.
Ook Jezus was een Jood.
Het christendom is begonnen als een Joodse groepering; en Jezus is de stichter.

Het christendom heeft daarom heel veel overeenkomsten; en een aantal verschillen, met het Jodendom.
Deze verschillen hebben ook met Jezus te maken.

Slide 17 - Diapositive

Maak drie categorieën:
Alléén christendom, alléén Jodendom en allebei.
Zet de zinnetjes achter de juiste categorie:

Één God - geloof verspreiden - zaterdag - nadruk op goede daden -
Geloof en volk - zondag - God is mens geworden - synagoge - bidden zingen en leren - holocaust

Slide 18 - Question ouverte

Historische Jezus
Wat we uit geschiedkundige
bronnen van Jezus weten.

Christelijke Jezus
Wat christenen daarnaast nog over
Jezus geloven.

Er zijn meerdere christelijke en
 niet-christelijke schrijvers die over Jezus schreven in de 1e eeuw. Daardoor weten we dat hij echt heeft bestaan. De christelijke verhalen matchen verder met wat we begrijpen uit het archeologisch bewijsmateriaal uit die tijd.

Slide 19 - Diapositive

Historische Jezus:

Jood uit Israël; bezet door de Romeinen

De Joden werden onderdrukt door de
Romeinen. Ze kenden een voorspelling
 dat er een Redder (Messias of Christus) zou komen die hen zou bevrijden.

Jezus beweerde deze Redder te zijn.
Hij wilde zijn volk echter vooral redden van hun zonden. Zodat ze vergeving kregen van God. Hij wilde God's koninkrijk (gerechtigheid) op aarde brengen.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Om zijn missie te halen werd Jezus rabbi (leraar) en trok door het land met zijn boodschap. Volgens de verhalen genas hij zieken door de kracht van God.

Uiteindelijk werd Jezus opgepakt en onder valse beschuldigingen veroordeeld tot de doodstraf. Hij werd gekruisigd (de ergst denkbare straf destijds). 

Jezus' volgelingen echter, beweerden hem opgestaan uit de dood te zien.
Zelfs toen ze voor deze bewering werden gemarteld en gedood; bleven ze dit zeggen. Zo kon het christendom ontstaan; de leer van de volgelingen van Jezus.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Maak nu de vragen af:


1) Uit welke 3 bronnen laten christenen zich leiden in hun geloof?
2) "Je kunt iets van God in de natuur zien"; wat betekent deze zin?
3) In welke 2 delen is de bijbel opgedeeld; en welke delen horen bij Joden, christenen of bij allebei?
4) Leg uit wat we met de historische Jezus en christelijke Jezus bedoelen
5) Noem 3 kenmerken van de historische Jezus


Slide 25 - Diapositive

Huiswerk:
Volgende week oortjes meenemen

Slide 26 - Diapositive