Grammatica - blok 3 - les 3.5

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

woordsoorten benoemen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vorige lessen
spelling van werkwoorden:
  • persoonsvorm t.t. en v.t.
  • voltooid deelwoord
  • bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord


                                                  de gewassen kleding

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen blok grammatica - woordsoorten (in 2 weken)
  • werkwoord                                                                     
  • lidwoord
  • zelfstandig naamwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • voorzetsel
  • persoonlijk voornaamwoord (nieuw)
  • bezittelijk voornaamwoord (nieuw)
  • wederkerend en wederkerig voornaamwoord (nieuw)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot welke woordsoort kan het woord 'het' behoren?
A
zelfstandig naamwoord
B
Lidwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Voorzetsel

Slide 7 - Quiz

Start- test om te zien of er leerlingen verkorte instructie kunnen krijgen en eventueel uitgedaagd kunnen worden met de lessen van TL-niveau.
Tot welke woordsoort kan het woord 'bal' behoren?
A
zelfstandig naamwoord
B
Lidwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Voorzetsel

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot welke woordsoort kan het woord 'kleine' behoren?
A
zelfstandig naamwoord
B
Lidwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Voorzetsel

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot welke woordsoort kan het woord 'op' behoren?
A
zelfstandig naamwoord
B
Lidwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Voorzetsel

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen van vandaag
herhalen leerstof vorig jaar:

  • werkwoord
  • lidwoord
  • zelfstandig naamwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • voorzetsel

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoorden (WW)
Een werkwoord geeft een handeling aan. 
Het maakt duidelijk wat er gebeurt of wordt gedaan.
Een werkwoord kun je vervoegen, dus:
- Veranderen van getal of persoon (ik loop, hij loopt, wij lopen) 
- Veranderen van tijd (ik loop, ik liep)

! Zet alle werkwoord achter elkaar om je antwoord te checken !



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lidwoorden                                                   de, het, een
Hoort altijd bij een ZN dat erachter staat!

 
= Bepaald lidwoord
= blw
- de + het
Onbepaald lidwoord
= olw
- een
- als je het kunt uitspreken als 'n 
Er kan maar een iemand de winnaar zijn.
Is het een vogel of een vliegtuig?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig naamwoord (ZN)
Namen van zelfstandigheden


- Je kunt er een lidwoord voor zetten
- Je kunt er meestal enkelvoud of meervoud van maken
- Je kunt er meestal een verkleinwoord van maken

- Bijna alles met een hoofdletter is een ZN

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijk naamwoord (BN)
Zegt iets over een ZN


- Staat direct vóór een ZN.                   
Het grote huis.
OF
- Staat als een naamwoordelijk deel van het gezegde
Hij is altijd erg vervelend.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorzetsel (VZ)
Woordjes die je vóór een LW en een ZN kunt zetten.


VZ
vanwege
tijdens
voor
door  
over            ...
LW
de
het
een
ZN
feest
dokter
kast
vriend
kooi            ...
+
+
! 'te' achter een infinitief, is een vz! (Deze broccoli is niet te eten, zo vies!)

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoorden: dingen die je kunt doen
De nieuwe vakantiefoto’s | hangen | aan de muur | in mijn slaapkamer.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoorden: dingen die je kunt doen
De nieuwe vakantiefoto’s | hangen | aan de muur | in mijn slaapkamer.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lidwoorden: DE         HET            EEN
De nieuwe vakantiefoto’s | hangen | aan de muur | in mijn slaapkamer.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lidwoorden: DE        HET         EEN
De nieuwe vakantiefoto’s | hangen | aan de muur | in mijn slaapkamer.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig nmw:  dieren / dingen / mensen / plaatsen
De nieuwe vakantiefoto’s | hangen | aan de muur | in mijn slaapkamer.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig nmw:  dieren / dingen / mensen / plaatsen
De nieuwe vakantiefoto’s | hangen | aan de muur | in mijn slaapkamer.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijk nmw: zegt iets over een zelfstandig nmw.
De nieuwe vakantiefoto’s | hangen | aan de muur | in mijn slaapkamer.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijk nmw: zegt iets over een zelfstandig nmw.
De nieuwe vakantiefoto’s | hangen | aan de muur | in mijn slaapkamer.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorzetsel: geeft tijd, plaats of positie aan
De nieuwe vakantiefoto’s | hangen | aan de muur | in mijn slaapkamer.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorzetsel: geeft tijd, plaats of positie aan
De nieuwe vakantiefoto’s | hangen | aan de muur | in mijn slaapkamer.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De
bloemen
rode
vallen
ernaast.
lidwoord
zelfst. nw.
Bijvoegl. nw.
voor-zetsel
werk-woord

Slide 29 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken Grammatica - blok 3 - les 3.5 + 4.6
timer
10:00
Klaar?

  • ander huiswerk
  • Cody Cross

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De           rode            bal         ligt          op          het       gras.
lw            bijv.           zelfst        ww          vz          lw          zelfst

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het
katje
zwarte
sprong
eraf.
lidwoord
zelfst. nw.
Bijvoegl. nw.
voor-zetsel
werk-woord

Slide 32 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
  • Doelen herhalen
  • Huiswerk: les 3.5 afmaken
  • les 4.7 - Persoonlijk voornaamwoord

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions