Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Titraties en rekenen met molariteit
voorbereiding PO VWO5
Slide 1 - Diapositive
rekenen met molariteit
Voordat je kunt rekenen aan titraties moet je eerst weten wat molariteit is en hoe je die berekent
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Wat is de eenheid van molariteit?
A
mol
B
g/L
C
mol/L
D
L/mol
Slide 4 - Quiz
Zoë heeft 200 mL van een drankje met daarin 0,010 M glucose. Ze drinkt de helft op. Wat is de molariteit van glucose in de oplossing die ze over houdt?
A
0,0050 M
B
0,010 M
C
0,020 M
D
1,8 g/L
Slide 5 - Quiz
Hindrik heeft 100 mL 0,10 M glucose. Hij voegt 900 mL water toe. Wat is de molariteit van glucose dan?
A
0,10 M
B
0,011 M
C
0,010 M
D
1,0 M
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Question ouverte
titratie
een titratie is een analysemethode om de onbekende molariteit van een stof te bepalen
Slide 10 - Diapositive
Hoe werkt een titratie?
Doel: bepalen van de onbekende concentratie van een oplossing
Erlenmeyer (A) met oplossing met onbekende concentratie.
Buret (B) bevat de oplossing met bekende concentratie.
Met kraantje (C) kun je heel nauwkeurig vloeistof toevoegen.
A
B
C
Slide 11 - Diapositive
Hoe werkt titratie?
A en B reageren in een bekende molverhouding.
Door kleuromslag is te zien wanneer A op is.
Bij zuurbase reacties --> indicator toevoegen
Bij redox --> stoffen veranderen zelf van kleur
Met een berekening wordt de onbekende concentratie bepaald. Je gebruikt hiervoor het 7-stappenplan rekenen.
A
B
C
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
00:40
In zoutzuur is fenolftaleïne kleurloos. Als alle zoutzuur op is, zie je een kleurverandering omdat de natronloog dan niet meer weg reageert. Welke kleur krijgt de oplossing dan? Gebruik Binas tabel 52A
Slide 14 - Question ouverte
01:13
Hoe komt het dat de oplossing roze wordt op de plek waar de druppels vallen?
A
daar reageren de stoffen met elkaar en wordt het warm
B
op die plek zit de fenolftaleïne
C
op die plek reageert zoutzuur weg en is er teveel natronloog
D
op die plek reageert natronloog weg en is er teveel zoutzuur
Slide 15 - Quiz
01:45
Op de plek waar de druppel natronloog valt, reageert het zoutzuur weg. Daardoor is er op die plek teveel natronloog.
Als je goed mengt, reageert alle natronloog weg.
Hoe meer natronloog je toevoegt, hoe minder zoutzuur over blijft, hoe langer het duurt tot de roze kleur verdwijnt.
Slide 16 - Diapositive
02:42
Door het toevoegen van één druppel natronloog reageert het laatste beetje zoutzuur weg. De roze kleur verdwijnt niet meer. Je moet nu direct stoppen met toevoegen van natronloog. Alle zoutzuur is dan precies opgereageerd met het toegevoegde natronloog.
Je noemt dit het EQUIVALENTIEPUNT
Slide 17 - Diapositive
02:58
Je leest de buret van BOVEN naar BENEDEN af.
Lees de buret af op twee cijfers achter de komma (het 2e cijfer moet je schatten)
Slide 18 - Diapositive
Onbekende concentratie berekenen
Met de resultaten van dit experiment kun je de onbekende concentratie van het zoutzuur berekenen.