Beknopte bijzin

Beknopte bijzin
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Beknopte bijzin

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel 
Aan het einde van deze les weet je wat een beknopte bijzin is en kun je het type en de functie van een beknopte bijzin bepalen. 

Slide 2 - Diapositive

Startopdracht: In het zinsdeel tussen haakjes staat geen onderwerp. Hoe kun je het onderwerp toch vaststellen?

"[Luid scheldend op zijn coach] liep Max de kleedkamer uit."

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin?

Slide 4 - Question ouverte

Theorie - Bijzin of beknopte bijzin?
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken > verkorte bijzin.

gewone bijzin: Nadat ze de catwalk verlieten, kleedden de modellen zich om voor het volgende onderdeel van de show.

beknopte bijzin: Na de catwalk te hebben verlaten, kleedden de modellen zich om voor het volgende onderdeel van de show.





Slide 5 - Diapositive

Theorie - beknopte bijzin
  • Onderwerp en persoonsvorm ontbreken in een beknopte bijzin.
  •  Het onderwerp is ‘verzwegen’ --> verzwegen onderwerp kun je afleiden uit de hoofdzin

 Dromend over zijn toekomst (bekn. bz.) viel hij in slaap. 
Verzwegen onderwerp = hij 

Slide 6 - Diapositive

Toen ze na haar werk goed was uitgerust, ging Caja een uur fitnessen.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 7 - Quiz

Nog mopperend over de verloren derby verlieten de supporters de sporthal.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 8 - Quiz

De helpdesk is 24/7 telefonisch bereikbaar om u zo nodig van advies te dienen.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 9 - Quiz

Terwijl ze lekker in het zonnetje zaten, dronken Ronald en Michiel een colaatje.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 10 - Quiz

In de wetenschap op school toch niet te leren, spijbelde Wilco vrijwel dagelijks.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 11 - Quiz

Martijn vroeg Irene in de fietsenstalling of ze zijn vriendinnetje wilde worden.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 12 - Quiz

Theorie - herkennen beknopte bijzin
In plaats van de persoonsvorm kan de beknopte bijzin bevatten:

  • een voltooid deelwoord:
 Aangekomen op het vakantieadres meldde mijn vader zich aan de balie.
  • een onvoltooid deelwoord: 
 Naar huis fietsend bedacht Mark zich, keerde om en reed terug.
  •  ‘te + infinitief’: 
 Na zijn kast te hebben leeggehaald vond Tim de shirts die hij zocht.

Slide 13 - Diapositive

Loerend op haar prooi sloop de oude leeuwin over de savanne
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 14 - Quiz

Heeft Aline je uitgelegd hoe je snel een fietsband kunt plakken?
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 15 - Quiz

Vanmiddag zei de loodgieter dat hij alle kranen had vervangen.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 16 - Quiz

Na drie verloren finales eindelijk kampioen geworden, dankte de tennisser zijn ouders en staf.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 17 - Quiz

De hopman waarschuwde zijn scouts op tijd aanwezig te zijn.
A
beknopte bijzin met voltooid deelwoord
B
beknopte bijzin met onvoltooid deelwoord
C
beknopte bijzin met 'te' + infinitief
D
gewone bijzin

Slide 18 - Quiz

Vind de beknopte bijzin met het voltooid deelwoord
A
Na te zijn beroofd deden de toeristen aangifte.
B
De dag waarop hij was verdwenen, belden zijn ouders de politie.
C
Gearriveerd op Schiphol, zocht zij een hotel.

Slide 19 - Quiz

Vind de beknopte bijzin met het onvoltooid deelwoord.
A
Dromend over zijn toekomst viel hij in slaap.
B
Na te hebben gegeten ruimde zij de tafel af.
C
Al meerdere keren gewaarschuwd, reed hij toch weer te hard.

Slide 20 - Quiz

Vind de beknopte bijzin met ‘te + infinitief’
A
De stemming goed aanvoelend sloot Elsbeth de vergadering.
B
Na te zijn opgenomen in het hospitaal ontving zij kaartjes.
C
De portemonnee, gevonden op straat, bleek leeg te zijn.

Slide 21 - Quiz