NK 7e ed. H8 Les D online


1. Je bent startklaar als de les begint, dit houdt in:
-telefoon zit in de telefoontas;
-pet af, oortjes uit en jas uit;
-boeken, opgeladen laptop, schrift en pen(nen) op tafel.

2. Je leer- en huiswerk is gedaan.
 


1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


1. Je bent startklaar als de les begint, dit houdt in:
-telefoon zit in de telefoontas;
-pet af, oortjes uit en jas uit;
-boeken, opgeladen laptop, schrift en pen(nen) op tafel.

2. Je leer- en huiswerk is gedaan.
 


Slide 1 - Diapositive

Kapitel 8
Aussehen

Slide 2 - Diapositive

Was haben wir letztes Mal gemacht?
relevante informatie uit een korte radio-uitzending en specifieke informatie uit een korte tekst halen

Doel:
-eenvoudige teksten over kleding en mode begrijpen
-de betekenis van de woorden voor kleding kennen

Succescriteria:
-woorden over kleding en mode herkennen 
-vragen over de teksten beantwoorden
-woorden voor kleding en mode gebruiken



Slide 3 - Diapositive

Wat betekent het woord gestreift?

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal het woord: de laars

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal het woord: grappig

Slide 6 - Question ouverte


Wat is hübsch?

Slide 7 - Question ouverte

Wat betekent nett?
A
fatsoenlijk
B
netjes
C
aardig
D
zojuist

Slide 8 - Quiz


Opdracht:​
 

NK Kap.8: Les D oef. 12, 14 en 15 online maken (8 minuten)​


Als je klaar bent, ga je aan de slag met slim stampen (10 minuten)







Slide 9 - Diapositive

Huiswerk voor de volgende les:​

NK H.8: oef. 12, 14 en 15 online afmaken

NK Buch B: pag. 96/97 Lernliste D-N leren​ 

Het huiswerk staat ook in magister!​

Slide 10 - Diapositive

Afsluiting:​

​Wat hebben we vandaag geleerd?​ 

Wat lukte al wel, wat nog niet?​ 

Waren de opdrachten duidelijk en goed te doen?​ 

Als je een vraag over het huiswerk zou hebben, wat zou dat dan zijn?​
 

Vooruitblik: in de volgende les de werkwoorden können, dürfen, müssen en wissen in de tegenwoordige tijd gebruiken 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive