Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Burgers en stoommachines
De opkomst van de machines
Oefentoets
Het conflict tussen Israël en de Arabische wereld.
Slide 1 - Diapositive
Egypte
Jordanië
Israël
Turkije
Syrië
Irak
Saudi Arabië
Slide 2 - Question de remorquage
Bekijk de foto.
Deze foto heeft er mede voor gezorgd dat het denken over Israël in Europa sterk veranderde.
Leg uit hoe de Palestijnen met behulp van deze foto de sympathie van veel Europeanen hebben gekregen.
Intifadah 1987
Slide 3 - Question ouverte
Het verdelingsplan van de VN in 1947 plaatste Jeruzalem onder bestuur van de VN. Waarom werd Jeruzalem niet toegewezen aan de Palestijnen of Joden?
Slide 4 - Question ouverte
Wat was de oorzaak van de vlucht van 750.000 Palestijnen in het jaar 1948?
A
Het uitroepen van de staat Israël
B
De Arabieren kregen dezelfde rechten als de Joodse Israëliërs.
C
De oorlog tussen Iran en Irak.
D
De slechte leefomstandigheden in de Palestijnse vluchtelingenkampen.
Slide 5 - Quiz
Lees het volkslied
Welk begrip past bij het Israëlische volkslied en sluit aan bij de uitgangspunten van een nationale Joodse staat?
Israëlisch Volkslied 'De Hoop'
Zolang in het hart, van binnen,
Een Joodse ziel levendig is
En naar het oosten, vooruit,
Het oog naar Israel kijkt
Is onze hoop nog niet verloren
De hoop die al tweeduizend jaren leeft
Een vrij volk te zijn in ons land
Het land van Israel en Jeruzalem
A
Antisemitisme
B
Arabisch Nationalisme
C
Razzia
D
Zionisme
Slide 6 - Quiz
Rond 1900 werd Alfred Dreyfus, een Franse militair van Joodse afkomst, ten onrechte beschuldigd van landverraad. Veel Fransen geloofden dat hij schuldig was. Enkele jaren na zijn veroordeling werd hij alsnog vrijgesproken. Hij bleek toch onschuldig te zijn. Mede door dit soort gebeurtenissen werd onder Joden het streven naar een eigen staat versterkt. Welk begrippen passen hierbij?
A
antisemitisme en militarisme
B
antisemitisme en zionisme
C
rassenwetten en militarisme
D
rassenwetten en zionisme
Slide 7 - Quiz
Lees de tekst. ‘Ik zal nu het document van de oprichting van de Joodse staat voorlezen. Laten we de oprichting ondersteunen door te gaan staan.’
Bij welke persoon hoort deze uitspraak?
A
Ben-Goerion
B
Herzl
C
Balfour
D
Begin
Slide 8 - Quiz
Welke personen (en landen sloten) de Camp-David-akkoorden in 1978?
A
Arafat (PLO), Rabin (Israël), onderleiding van Carter (VS)
B
Arafat (PLO), Rabin (Israël), onderleiding van Clinton (VS)
C
Sadat (Egypte), Begin (Israël), onderleiding van Carter (VS)
D
Sadat (Egypte), Begin (Israël), onderleiding van Clinton (VS)
Slide 9 - Quiz
Welk persoon wordt hier bedoeld?
Een van de grondleggers van het zionisme, waarover hij in zijn boek Der Judenstaat schreef.
A
Theodor Herzl
B
David Ben-Goerion
C
Yitzhak Rabin
D
Menachim Begin
Slide 10 - Quiz
Welk persoon wordt hier bedoeld?
President van Egypte van 1970-1981 en initiatiefnemer voor de onder- handelingen in Camp David in 1978. In 1981 vermoord door radicale moslims.
Deze foto is gemaakt naar aanleiding van olieboycot door Arabische landen in de jaren '70
B
Deze foto is gemaakt naar aanleiding van olieboycot door Israël in de jaren '70
C
Deze foto is gemaakt naar aanleiding van de olieboycot tijdens de Zesdaagse Oorlog
D
Deze foto is gemaakt naar aanleiding van olieboycot door de Verenigde Staten in de jaren '70
Slide 15 - Quiz
David Ben-Goerion hoort bij:
A
Israël
B
Egypte
C
Verenigde Staten
D
Palestijnse Autoriteit
Slide 16 - Quiz
Kies het juiste antwoord. In....... werd de staat Israel uitgeroepen
A
1948
B
1453
C
1967
D
1933
Slide 17 - Quiz
Welke president van Israël werd vermoord?
A
Netanyahu
B
Ben Goerion
C
Sharon
D
Rabin
Slide 18 - Quiz
Op het Eerste Zionistische Congres in 1897 werd besloten om te streven naar een Joodse staat in Palestina. Waarom vonden zionisten dat zij recht hadden om juist daar te gaan wonen?
Slide 19 - Question ouverte
Bekijk de bron hiernaast
Is het de Britten tussen 1939 en 1948 gelukt om de Joodse immigratie te beperken? Leg je antwoord uit. Ja/Nee, want....
Slide 20 - Question ouverte
De Verenigde Naties verzochten de strijdende partijen om direct de strijd te staken. In bron 43 zie je dat de tekenaar kritiek heeft op de rol van de Verenigde Naties tijdens deze oorlog. Leg uit welke kritiek dat is.
Slide 21 - Question ouverte
In 1973 brak de Jom Kipoeroorlog uit. Waarom vielen Egypte en Syrië Israël aan? Geef een reden.
Slide 22 - Question ouverte
Wat veranderde er na de Camp David-akkoorden in het Midden-Oosten?
Slide 23 - Question ouverte
Waarom werd de PLO opgericht? Gebruik in je uitleg de volledige naam van de PLO.
Slide 24 - Question ouverte
Welke personen waren betrokken bij de Oslo-akkoorden in 1993?
A
Rabin-Arafat-Clinton
B
Begin-Sadat-Carter
C
Nasser-Balfour-Ben Goerion
D
Arafat-Herzl-Clinton
Slide 25 - Quiz
Welke organisatie is verantwoordelijk voor de tweede intifada?
A
Hamas
B
Fatah
C
ISIS
D
Al-Qaeda
Slide 26 - Quiz
Wat is het belangrijkste verschil tussen seculiere en radicale islam?
A
Radicale islam staat open voor diversiteit
B
Radicale islam accepteert democratie
C
Seculiere islam streeft naar scheiding van religie en staat
D
Seculiere islam streeft naar een islamitische staat
Slide 27 - Quiz
Welk standpunt neemt Hamas in ten opzichte van het bestaansrecht van Israël?
A
volledig erkennen
B
gedeeltelijk erkennen
C
voorstander
D
niet erkennen
Slide 28 - Quiz
Intifada
Sleutel van hun huis (van voor de stichting van de staat Israël)
PLO
Gazastrook
Westelijke Jordaanoever
Palestijns gebied olv Fatah
Palestijnse Bevrijdingsorganisatie
Palestijnse gebied olv Hamas
Opstand van Palestijnen tegen de Israël.
Dit bewaren Palestijnse vluchtelingen
Slide 29 - Question de remorquage
Israël
Palestina
Arafat
Ben Goerion
Nederzettingenpolitiek
Arabieren
PLO
Amerikaanse bondgenoot
Slide 30 - Question de remorquage
1967
1973
1987
1993
2000
2005
1979
Tweede intifada
Jom Kippoer- /Ramadan- /oktoberoorlog
Ontruiming Joodse nederzettingen in Gazastrook
Akkoorden van Oslo (vrede Israël en PLO)
Zesdaagse oorlog
Eerste intifada
Oliecrisis
Vrede Egypte en Israël (Camp David akkoord)
Slide 31 - Question de remorquage
Deze vraag gaat over spanningen in het Midden-Oosten.
1. In de bezette Palestijnse gebieden breekt de eerste intifada uit. 2. In de bezette Palestijnse gebieden breekt de tweede intifada uit. 3. Aanval van Hamas op Israël waarbij 120 Israëli's gegijzeld zijn 4. Suez crisis
Zet de vier bovenstaande gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde:
A
1 --> 4 --> 2 --> 3
B
4 --> 1 --> 2 --> 3
C
4 --> 2 --> 1 --> 3
D
4 --> 1 --> 3 --> 2
Slide 32 - Quiz
Hoe is de situatie nu tussen de Palestijnen en de Israëliers?