Hoofdstuk 5 Planten Herhaling 5.2. LES 2

Hoofdstuk 5 Planten 
- Herhaling les van paragraaf 5.2.
- Staat er: "MAAK DE OPDRACHT" , maak deze dan en stuur die op naar de docent :)
- In magister staat wanneer uitleg les is d.m.v. videobellen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5 Planten 
- Herhaling les van paragraaf 5.2.
- Staat er: "MAAK DE OPDRACHT" , maak deze dan en stuur die op naar de docent :)
- In magister staat wanneer uitleg les is d.m.v. videobellen

Slide 1 - Diapositive

5.1. Planten groeien 
  •  Bloemen veranderen langzaam maar zeker in vruchten --> In de vruchten zitten de zaden

  • Bijv. bij een bruine boon
- Bruine bonen zijn de zaden van een bonenplant
- Om de boon zit de zaadhuid. Daarbinnen zitten twee zaadlobben  (reservevoedsel)
- Tussen de zaadlobben zit de kiem = nieuw plantje

Slide 2 - Diapositive

Hoe komt een plant uit een zaadje?
  • Als er een nieuw plantje uit een zaadje groeit, dan noem je dat ontkiemen. 

  • De kiem, is eigenlijk een mini-plantje. 

  • In de zaadlobben zit heel veel reservervoedsel waardoor de kiem goed kan groeien na de ontkieming.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Hoe komt een plant uit een zaadje?
  • Nadat planten hebben gebloeid veranderen ze in vruchten
  • In de vruchten zitten zaden
  • Om de boon zit de zaadhuid, 
    daarbinnen zitten twee zaadlobben
  • Tussen de zaadlobben zit de kiem
    de kiem is eigenlijk al een ''mini'' 
    plantje

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

De levenscyclus van een plant
De ontwikkeling van: 
zaad
plant 
vrucht 
en weer opnieuw tot zaad  

de levenscyclus van een plant.


1
Een bruine boon is een zaad
2
Het zaadje neemt water op via het poortje. Het zaadje zwelt op en de zaadhuid breekt open.
3
Het worteltje komt naar buiten.
4
Het worteltje groeit de bodem in en de zaadlobben komen boven de grond.
5
Het kiemplantje groeit en gebruikt hierbij voedingsstoffen uit de zaadlobben.
6
Het kiemplantje wordt groter en krijgt meer bladeren.
7
Er is een volwassen tomatenplant ontstaan.
8
Aan de bonenplant ontstaan bloemen. Uit de bloemen ontstaan peulvruchten, met zaden. 
9
De bonen uit de peulvrucht zijn de zaden.

Slide 7 - Diapositive

Een bruine boon is een...
A
Zaad
B
Plant
C
Kiem
D
Vrucht

Slide 8 - Quiz

De zaadhuid van de bruine boon....
A
zorgt voor groei
B
zorgt dat de bruine boon water kan opnemen
C
zorgt voor bescherming van de boon
D
zorgt ervoor dat de bruine boon haar kan krijgen

Slide 9 - Quiz

Wat is een kiem van de bruine boon?
A
het onderdeel van de bruine boon wat ervoor zorgt dat de boon water krijgt.
B
een onderdeel van de bruine boon waarin een nieuw blaadje en worteltje groeit
C
het onderdeel waarmee de bruine boon vastgezeten heeft aan de moederplant
D
het onderdeel wat de bruine boon beschermt.

Slide 10 - Quiz

Wat is de navel?
A
Een witte, ronde vlek op de bruine boon
B
Een opening waar water door kan
C
Een dun vlies aan de buitenkant van de bruine boon
D
Een bultje op de bruine boon

Slide 11 - Quiz

Een worteltje, stengeltje en blaadjes die nog in een bruine boon zitten wordt een ... genoemd
A
zaadlob
B
kiem
C
plantje
D
boon

Slide 12 - Quiz

Met welk nummer zat de bruine boon in de peulvrucht vast?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz


Wat is de functie van het poortje
van een bruine boon?
A
Met het poortje zit de bruine boon vast aan de plant.
B
Het poortje beschermt de bruine boon.
C
Door het poortje neemt de bruine boon water op.
D
Het poortje bevat reservevoedsel voor de kiem.

Slide 14 - Quiz

Hoe groeien bomen?
  • Kijk naar de afbeelding --> 
- Uit de eindknop groeit een nieuw stuk tak 
- De tak wordt nu langer dit heet uitlopen 
- Uit de zijknoppen groeien weer nieuwe zijtakken 

  • De knopschubben beschermen de knop tegen kou en
    insecten. Deze vallen vanzelf af als de knop verder groeit. 

  • Er blijft een ringlitteken achter. Elk jaar een nieuw ring-
    litteken. Zo kan je dus tellen hoe oud een tak is. 

Slide 15 - Diapositive

Hoe groeien bomen?
  • De stam en de takken van bomen worden ook dikker --> Diktegroei 
  • In een groeilaagje in de stam daar ontstaan nieuwe houtcellen. 
  • Elk jaar krijgt de boom een nieuw groeilaagje met nieuwe houtcellen. 
    Dat noemen we een jaarring. 

    Zo kan je zien hoe oud een boom is 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Nummer 1 heet
A
Okselknop
B
Eindknop
C
Knoop

Slide 18 - Quiz

Kan er uit een eindknop het volgende jaar een stengel met bladeren groeien?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Op welke plaatsen groeit een boom
A
Bij de bladeren
B
Bij de houtcellen
C
Bij de stam en takken door een dun groeilaagje

Slide 20 - Quiz

De plaats waar vorig jaar de eindknop zat, is op de stengel te zien als een soort van streepjes.

Hoe worden die streepjes genoemd?
A
bladlitteken
B
oksellitteken
C
slaaplitteken
D
ringlitteken

Slide 21 - Quiz

Klaar
- Heb je alles gemaakt in je werkboekv an 5.2.?
- Nagekeken? (docent heeft nakijkboek)

Slide 22 - Diapositive