Week 2

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Mens en Gezondheid

Het sportcentrum

Leerjaar 3.

Week 2.

Planning week 2:

Boekopdrachten: 21,24,27,28,33,36 en 37

Aftekenopdrachten (itslearning): 22, 23 (geen prestatie), 29,32 en 34

Extra opdrachten (itslearning): 25,30, begrippenlijst Glenn.

Leerdoelen week 2:

-Je kunt benoemen hoeveel en wat je elke dag moet eten.

-Je kunt van 2 doelgroepen benoemen wat de passende voedingsadviezen zijn.

-Je kunt het verschil tussen vegetarisch en veganistisch benoemen.

-Je kunt van 2 religies de voedingsvoorschriften benoemen.

-Je kunt uitleggen wat keurmerken zijn.

-Je kunt van jezelf BMI uitrekenen.

-Je kunt 2 welvaartziekten benoemen. 

Vegetariërs 

 Eten geen vlees, gevogelte, vis, schaal- en schelpdieren en producten waar dierlijke onderdelen in zitten. 

Hierdoor missen zij bepaalde voedingsstoffen zoals: eiwit, ijzer, vitamine B1 en vitamine B12. 

Deze voetdingstoffen kun je dan halen uit andere voedingsmiddelen of door bijvoorbeeld een voedingssupplement te nemen. 

Voedingssupplement: een pil, poeder of drankje, dat je kunt gebruiken als aanvulling op je voeding, er zitten vitamines en/of mineralen in.

Veganisten

Veganisten: het zelfde als vegetariërs + geen producten die door dieren gemaakt zijn, zoals melk, kaas, honing en ei.

Naast het niet eten van vlees zal een veganist ook GEEN leer en wol dragen, geen producten gebruiken die op dieren zijn getest en ook niet naar een dierentuin gaan. Veganisten willen niet dat  mensen dieren uitbuiten.

Zeker voor veganisten is het nodig om voedingssupplementen te slikken omdat ze niet alle voedingsstoffen uit andere producten kunnen halen zoals vegetariërs, hier wel meer keus hebben i.v.m. de dierlijke producten. 

Ben jij vegetarisch of veganistisch?

Ja

Nee

Duurzaamheid

Welvaartsziekten

Welvaartsziekten ontstaan door een overdadige levensstijl. Ze zitten dus niet in onze genen, ze komen ook niet door een ongeval, maar worden dus t veroorzaakt door onze levensstijl.

Bekende welvaartsziekten: 

- Diabetes type II 

- Hart- en vaatziekten

- Kanker

- Obesitas 

Voedselovergevoeligheid

Mensen die ziek worden van het eten dat ze eten, kunnen last hebben van een voedselovergevoeligheid. Dit begrip slaat zowel op een allergie of een intolerantie

Allergie: het lichaam maakt antistoffen aan als reactie op een voedingsstof

Intolerantie: er ontstaan stofwisselingsproblemen als reactie op een voedingsstof

Veel voorkomende voedselovergevoeligheden

Gluten: dit zijn eiwitten die in tarwe, rogge, gerst, bulgur en haver voorkomen. Ze krijgen deze klachten bij het eten van voedingsmiddelen met granen. 

Lactose: een ander woord is ook wel melksuiker. Het is een voedingsstof die in melk zit. zowel van koeien, schapen en geiten. 

Welk voedingsmiddel mag er bij de volgede diëten niet worden gegeten?

Natriumarm dieet

Energiebeperkt dieet

Glutenvrij dieet

Lactose vrij dieet

Aan het werk:

Boekopdrachten: 21,24,27,28,33,36 en 37

Aftekenopdrachten (itslearning): 22, 23 (geen prestatie), 29,32 en 34

Extra opdrachten (itslearning): 25,30, begrippenlijst Glenn.

Evaluatie

- Wat vonden we van vandaag?

- Wat kon er beter?

- Wat ging er al goed?

- Hoever zijn we in de planner?

- Hoe voelen we ons na deze les?