Engels Vervolg A1, thema 2, H1 woorden en uitdrukkingen

Thema 2
Jij & je buurt

Hoofdstuk 1
kijken en luisteren

Doel van de les
Je leert woorden en zinnen waarmee je iets over je buurt en omgeving kan vertellen.  
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 2
Jij & je buurt

Hoofdstuk 1
kijken en luisteren

Doel van de les
Je leert woorden en zinnen waarmee je iets over je buurt en omgeving kan vertellen.  

Slide 1 - Diapositive

Welke Engelse woorden ken jij al die te maken hebben met het de buurt/omgeving?

Slide 2 - Carte mentale

Welke Engelse woorden passen bij deze afbeelding?

Slide 3 - Diapositive

Woordblok 1A

show - zien
small town - kleine stad
oldest - oudste
church - kerk
more than - meer dan
childeren - kinderen
road - weg
behind - achter
police station - politiebureau
other - andere
older - oudere
near - vlakbij
hospital - ziekenhuis
longest - langste
on the left - aan de linkerkant
next to - naast

Slide 4 - Diapositive

Mijn stad
I want to show you my town.
Only 6000 people live here.
It is in on North Road.
It is near the hospital.
At the end of the street.
The cinema is not far from the bus station.
It is only a short walk.
I hope you like my town. 

Slide 5 - Diapositive

Woordblok 1A

show
small town
oldest
church
more than
childeren
road
behind
police station
other
older
near
hospital
longest
on the left
next to

Slide 6 - Diapositive

Uitlegblok - vergelijken
Een vergelijking krijgt in het Engels vaak -er of -est erachter.
- long - longer - longest
- funny - funnier - funniest

Soms verandert een woord helemaal.
- good - better - best
- bad - worse - worst 

Slide 7 - Diapositive

Wat betekent het woord church?

Slide 8 - Question ouverte

Wat betekent het woord behind?

Slide 9 - Question ouverte

Vertel dat het ziekenhuis aan de linkerkant zit.

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf het woord 'gebouw' in het Engels.

Slide 11 - Question ouverte

Maak de vergelijking af:
high -..........-..........

Slide 12 - Question ouverte

Aan de slag!
Luisteroefeningen: opdracht 2-4-6-7-16
Zelfstandig maken: opdracht 1-3-8-9-11-12-13-14-15

Slide 13 - Diapositive