V6 Beschouwing inleiding

Wat is een beschouwing?
A
Een tekst waarin een bepaald standpunt wordt verdedigd met behulp van argumenten
B
Een tekst waarin iemand je probeert over te halen om iets te doen
C
Een tekst waarin iemand reclame maakt voor een bepaald product
D
Een tekst waarin verschillende meningen met elkaar vergeleken worden
1 / 15
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat is een beschouwing?
A
Een tekst waarin een bepaald standpunt wordt verdedigd met behulp van argumenten
B
Een tekst waarin iemand je probeert over te halen om iets te doen
C
Een tekst waarin iemand reclame maakt voor een bepaald product
D
Een tekst waarin verschillende meningen met elkaar vergeleken worden

Slide 1 - Quiz

Wat is het doel van een beschouwing?
A
informeren
B
overtuigen
C
opiniëren
D
amuseren

Slide 2 - Quiz

Welke structuur is het meest voor de hand liggend voor een beschouwing?
A
argumentatie- structuur
B
verklaring- structuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
probleem-oplossingenstructuur

Slide 3 - Quiz

Wat hoort ALTIJD thuis in de inleiding van een beschouwing?
A
een centrale vraag
B
een moeilijk probleem
C
een stelling
D
een mening

Slide 4 - Quiz

Wat ga je in de kern van een beschouwing vinden?
A
meningen
B
feiten
C
voor- en nadelen
D
drogredenen

Slide 5 - Quiz

Wat staat er ALTIJD in het slot van een beschouwing?
A
hypothese
B
oplossing
C
afweging
D
aanleiding

Slide 6 - Quiz

Vandaag: de kop
KOP = inleiding
ROMP = kern/middenstuk
STAART = slot

Slide 7 - Diapositive

Welke functie heeft de inleiding van een beschouwing NIET?
A
onderwerp introduceren
B
opbouw van de tekst aankondigen
C
vraagstelling presenteren
D
aandacht van de lezer trekken

Slide 8 - Quiz

Op welke manieren kun je
de aandacht van de lezer trekken
in de inleiding? Tip: het zijn er 4.

Slide 9 - Carte mentale


A
anekdote
B
actualiteit
C
stukje geschiedenis
D
belang van de lezer

Slide 10 - Quiz


A
anekdote
B
actualiteit
C
stukje geschiedenis
D
belang van de lezer

Slide 11 - Quiz


A
anekdote
B
actualiteit
C
stukje geschiedenis
D
belang van de lezer

Slide 12 - Quiz

Wat wordt er bedoeld
met het trechtertje?

Slide 13 - Carte mentale

Hoe kun je er voor zorgen dat je dus logisch van je manier van inleiden naar je vraagstelling toegaat?

Slide 14 - Carte mentale

Schrijf een inleiding van minimaal 50 woorden over inzet van ICT in de les. Je mag zelf de manier van inleiden en de tekststructuur kiezen. Je krijgt 10 minuten de tijd. Klaar? Ga nog even in je leesboek lezen.

Slide 15 - Question ouverte