Woche 41

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

V5 Duits, Woche 41

Beginopdracht

Versie A

Versie B

Diese Woche:

Dienstag (50 Min.)

KLT:

- Goethe B2, Test 3

- Deutsche Welle

Donnerstag (50 Min.)

Dag v/d Duitse Taal

Tag der Deutschen Einheit

Summertime

Montag (50 Min.)

Check AB 4 + 5

Recap Grammatik AusBlick

KLT:

- Goethe B2, Test 3

- Deutsche Welle

Diese Woche:

Dienstag (50 Min.)

Recap Grammatik AusBlick

KLT: 

- Goethe B2, Test 1 + 2

Donnerstag (100 Min.)

KLT: 

- Goethe B2, Test 3 + 4

Summertime

Dag v/d Duitse taal / 

Tag der Deutschen Einheit

Toetsstof grammatica 501S

- Lektion 1, GR1: Modalverben

- Lektion 1, GR2: zu + Infinitiv / , dass

- Lektion 2, GR1: finale Angaben (um ... zu / damit)

- Lektion 2, GR2: ohne (dass / zu), statt (dass / zu)

Lektion 1, GR1

Je kunt onderstreepte zinsdelen vervangen door de juiste vorm van een passend modaal werkwoord:

- Ihre Eltern haben es Sophie erlaubt, mit Freunden in den Urlaub zu fahren.

- Hast du etwas gestohlen? Dann bin ich gezwungen, dich anzuzeigen. 

--> Leer de omschrijvingen van modale werkwoorden te HERKENNEN 

(de plicht hebben = moeten/müssen, de wens hebben = willen, etc.)

--> Leer de rijtjes (8 stuks) uit je hoofd, zie Grammaticakaart.

--> denk aan het Nederlands!!!

Lektion 1, GR2

Je kunt een goedlopende zin maken met behulp van een "zu + Infinitiv" 

of ", dass"-constructie.

- Ich finde es wichtig, (du - Hausaufgaben - machen)

- Über Mathe sagen die Schüler, (sie - daran - kein Interesse haben)

--> Leer de regel uit je hoofd: 1 onderwerp = zu + Inf., >1 onderwerp = , dass

--> Vergeet in een ", dass"-bijzin de persoonsvorm niet te vervoegen en aan het eind van de zin te zetten. En: altijd een komma vóór dass neerzetten!

--> denk aan het Nederlands!!!

Lektion 2, GR1

Je kunt juiste finale Angaben maken met behulp van een "um ... zu" of "damit"-constructie.

- Ich mache meine Hausaufgaben, (der Lehrer - sie - korrigieren können)

- Ihr übt viel bei Mathe, (ihr - den Test - gut machen)

--> Leer de regel uit je hoofd: 1 onderwerp = um ... zu,  >1 onderwerp = damit

--> Vergeet in een "damit"-bijzin de persoonsvorm niet te vervoegen en aan het eind van de zin te zetten.

--> denk aan het Nederlands!!!

Lektion 2, GR2

Je kunt goedlopende zinnen maken met behulp van een ohne (zu / dass) 

of statt (zu / dass)-constructie.

- Gestern Abend bin ich ausgegangen und meine Eltern haben es nicht bemerkt.

- Jonas spielt nicht gerne Fußball. Er spielt lieber Tennis.

--> Stap 1: bedenk qua inhoud wat de zin nodig heeft (zonder / in plaats van)

--> Stap 2: Leer de regel uit je hoofd: 1 onderwerp = zu, >1 onderwerp = dass

--> Stap 3: Vergeet in een "dass"-bijzin de persoonsvorm niet te vervoegen en aan het einde van de zin te zetten.

- Denk aan het Nederlands!!!

Tag der Deutschen Einheit

https://www.dw.com/de/das-lange-warten-auf-ein-deutsches-einheitsdenkmal/a-70384939