Grenzeloos Europa: herhaling 1 & 2

Grenzeloos Europa
Herhaling par. 1 & 2
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Grenzeloos Europa
Herhaling par. 1 & 2

Slide 1 - Diapositive

Grenzeloos Europa
Paragraaf 1: 

Slide 2 - Diapositive

Sleep elk plaatje naar de juiste sector
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector

Slide 3 - Question de remorquage

Welke sector begon zich te ontwikkelen in Berlijn in 1871?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 4 - Quiz

Duitsland werd in twee landen opgedeeld. West- en Oost-Duitsland. Waar hoorden deze delen bij?
A
Oost = Communistisch & West = Kapitalistisch
B
West = Communistisch & Oost = Kapitalistisch
C
Noord =Communistisch & Zuid = Kapitalistisch
D
Zuid = Communistisch & Noord = Kapitalistisch

Slide 5 - Quiz

In het gebied wat 'Niemandsland' werd genoemd, is het nieuwe CBD (central business district) gebouwd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat kan je vinden in het CBD?
A
Zwembaden
B
Kantoren
C
Sportscholen
D
Universiteiten

Slide 7 - Quiz

Central Business district (cbd) - Berlijn

Slide 8 - Diapositive

Central business district (cbd) - New York

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Gentrificatie

Slide 11 - Diapositive

Mensen trokken van de stad naar het platteland na de val van de Muur
A
Urbanisatie
B
Re-urbanisatie
C
Suburbanisatie

Slide 12 - Quiz

Wat is re-urbanisatie?
A
Verhuizen van stad naar platteland
B
Massaal verhuizen naar de stad
C
Werkgelegenheid in de stad
D
Weer terugverhuizen naar de stad

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Grenzeloos Europa
Paragraaf 2: Duitsland: de Europese reus

Slide 15 - Diapositive

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding. 
Arbeidsextensief
Kapitaalintensief
Mechanisering/automatisering
Lage loonkosten

Slide 16 - Question de remorquage

Hightechindustrie

Slide 17 - Diapositive

Hightechindustrie

Slide 18 - Diapositive

Wat zijn agglomeratievoordelen?
A
Bedrijven die elkaar nodig hebben zitten dichtbij elkaar
B
Door betere opleiding werken meer mensen in de dienstensector
C
Bedrijven hoeven geen belasting te betalen
D
Machines kunnen snel veel werk leveren

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Deze fabriek hoort bij de ..
A
lichte industrie
B
zware industrie

Slide 21 - Quiz

Lagelonenlanden

Slide 22 - Diapositive

Vernieuwing bv. het Ruhrgebied

Slide 23 - Diapositive

Wat is demografische krimp?
A
Gebied waar de bevolking krimpt (afneemt)
B
Gebied waar veel mensen naar toe trekken
C
Gebied met veel werk
D
Gebied met veel werklozen

Slide 24 - Quiz

Vertrekoverschot = meer mensen vertrekken uit een gebied, dan dat er zich gaan vestigen

Slide 25 - Diapositive