Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Maandag 11 januari 2021
Programma:
-stand van zaken: trede 13 en trede 14
-uitleg toelichting trede 15 en trede 16
-leeractiviteit leesvaardigheid
Slide 1 - Diapositive
Trede 13
- creatieve schrijfopdracht
- maandag 16 november in de les mee begonnen
-nog inleveren!
-Belle, Evi, Linde, Tygo, Daniek, Kay, Niek en Rowan
Slide 2 - Diapositive
Trede 14
-deze trede rond je af met een toets spelling
- de volgende leerlingen moeten deze toets nog maken:
Ilse, Lousanne, Tygo, Daniek, Niek en Kay
-Ik laat nog weten wanneer je deze toets kunt maken
Slide 3 - Diapositive
Trede 15
-blokpresentatie: dus geen taken
-afsluiting door middel van een toets leesvaardigheid
-wordt voorlopig uitgesteld
-maak de opdracht 'lezen' (als voorbereiding op toets)
-volg de leeractiviteiten
Slide 4 - Diapositive
Trede 16
-taken maken uit de portal (LEZEN en SCHRIJVEN)
-afsluiting door middel van presentatie die in de portal staat
-Maak van de presentatie: schrijven I, lezen en schrijven II
Slide 5 - Diapositive
Leesvaardigheid
Slide 6 - Diapositive
Doelen
- Herhalen en oefenen signaalwoorden en verbanden
- Je kent de begrippen objectief en subjectief
- Je weet op welke manieren alinea's met elkaar verbonden worden
Slide 7 - Diapositive
Welk signaalwoord past bij het tekstverband Voorbeeld?
A
als
B
verder
C
ook
D
enerzijds
Slide 8 - Quiz
Welk signaalwoord past bij het verband Tegenstelling?
A
als
B
dus
C
ook
D
maar
Slide 9 - Quiz
Welk signaalwoord past bij het verband Middel-doel?
A
waarmee
B
bovendien
C
daarentegen
D
niet alleen, maar ook
Slide 10 - Quiz
Welk signaalwoord past bij het tekstverband Opsomming?
A
anderzijds
B
daarnaast
C
daarmee
D
maar
Slide 11 - Quiz
Welk signaalwoord past bij het verband Oorzaak-gevolg?
A
maar
B
zoals
C
want
D
daardoor
Slide 12 - Quiz
Welk signaalwoord past bij het verband Overeenkomst-verschil?
A
hetzelfde
B
hierdoor
C
daarom
D
waardoor
Slide 13 - Quiz
Welk signaalwoord past bij het verband Vergelijking?
A
maar
B
zoals
C
in tegenstelling tot
D
daarom
Slide 14 - Quiz
Welk signaalwoord past bij het verband Reden?
A
hierdoor
B
zoals
C
net zo
D
omdat
Slide 15 - Quiz
Wat is het doel van een reclametekst?
A
de lezer aansporen
B
de lezer informeren
C
de lezer vermaken
D
de lezer overtuigen
Slide 16 - Quiz
Wat is een voorbeeld van sluikreclame?
A
Een inhaker van Bol.com op de relatiebreuk van Wes en Yolanthe
B
Een reclame in je Facebookoverzicht
C
Een bepaald merk frisdrank dat in beeld komt bij GTST
D
Een artikel in een tijdschrift over de voordelen van botox
Slide 17 - Quiz
Objectief/subjectief
Slide 18 - Carte mentale
Feit
Mening
Objectief
Subjectief
Slide 19 - Question de remorquage
Informeren
Overtuigen
Feiten
Argumenten
Standpunt
Objectief
Mening
Betoog
Nieuwsbericht
Slide 20 - Question de remorquage
Wat is een voorbeeld van een zakelijk en objectief verslag?
A
Een sportverslag dat met eigen mening de wedstrijd verslaat
B
Een verslag van de schoolreis in de schoolkrant
C
Een reportage in de krant
D
De notulen van een vergadering
Slide 21 - Quiz
Wat voor fragment is dit?
"David tegen Goliath. Zo voelde het aan toen Roda JC aan de wedstrijd tegen Ajax begon. Helaas wist de David in dit verhaal de grote reus niet te verslaan."
A
Objectief
B
Allebei
C
Subjectief
D
Geen van beiden
Slide 22 - Quiz
Wat is een verbindingsmanier tussen alinea's?
A
Gebruik van signaalwoorden
B
Overgangszinnen met een verwijzing
C
Herhaling
D
Aankondigende zinnen
Slide 23 - Quiz
De muziek van Michael Jackson wordt nu in de ban gedaan. Drake schrapt bijvoorbeeld de nummers van MJ uit zijn Europese optredens.
Welke verbindingsmanier zie je hier?
A
Herhaling
B
Signaalwoord
C
Overgangszin met verwijswoord
D
Aankondigende zin
Slide 24 - Quiz
De aanslagen in Nieuw-Zeeland kostten vijftig mensen het leven. Hiermee is het de bloedigste aanslag ooit in het land.