H9 elektriciteit

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

examentraining elektriciteit en stoffen

vmbo BK 

Wat gebeurt er in een serieschakeling?

1. De stroom splitst zich en volgt meerdere paden.
2. De stroom beweegt willekeurig door de componenten.
3. De stroom stopt bij elke component.
4. De stroom volgt één pad door alle componenten.

Wat gebeurt er als één onderdeel uitvalt in een serieschakeling?

1. De stroom vindt een alternatieve route.
2. De andere componenten worden sterker belast.
3. Alle componenten in de schakeling stoppen met werken.
4. Alleen de uitgevallen component stopt met werken.

Wat is een kenmerk van een parallelschakeling?

1. De stroom stopt bij elke tak.
2. De stroom stroomt in één richting.
3. De stroom volgt één enkele route.
4. De stroom splitst zich over verschillende takken.

Hoe beïnvloedt het toevoegen van een extra lampje de helderheid in een parallelschakeling?

1. De helderheid van de andere lampjes knippert.
2. De helderheid van de andere lampjes neemt toe.
3. De helderheid van de andere lampjes neemt af.
4. De helderheid van de andere lampjes blijft gelijk.

Regelbare weerstand
Wanneer is de weerstand het grootst:

1. De weerstand is altijd even groot.
2. Als de weerstand een lange afstand aflegt door het laagje koolstof.
3. Als de stroom een korte afstand af legt door het laagje koolstof.

Rv betekend

1. Radioactiv
2. Relatieve vierkant
3. Vervangingsweerstand
4. Vervangende stroom

Voor Rv in een serieschakeling gebruik je de formule:

1. Rv = R1 - R2 - ...
2. Rv = R1 + R2 + ...
3. 1/Rv = 1/R1 + 1/R2 + ....
4. Rv = R1 x R2 x ....

Twee weerstanden staan in serie geschakeld.
R1 = 100 Ohm, R2 = 250 Ohm. Bereken Rv.

1. Rv = 250-100 = 150 Ohm
2. Rv = 100 x 250 = 25.000 Ohm
3. Rv = 100 + 250 = 350 Ohm
4. Rv = 250 : 100 = 2,5 Ohm

Voor Rv in een parallelschakeling gebruik je de formule:

1. Rv = R1 - R2 - ...
2. Rv = R1 + R2 + ...
3. 1/Rv = 1/R1 + 1/R2 + ....
4. Rv = R1 x R2 x ....

Wat is een voorbeeld van een SENSOR:

1. Dimmer voor spotjes
2. NTC, temperatuur gevoelige weerstand.
3. Voltmeter
4. Relais

Wat is GEEN voorbeeld van een SCHAKELAAR

1. Ledlamp
2. Transistor
3. Relais
4. Druk schakelaar

Relais

Een relais werkt als volgt:

1. Het verhoogt of verlaagt de spanning van 10.000V naar 230V
2. Is een elek. magnetische schakelaar. Door spanning door een spoel kan je een andere stroom inschakelen.
3. Een elektrisch schakelcontact in een glazen buisje dat bediend wordt door een magnetisch veld.

Transistor

Een TRANSISTOR heeft 3 belangrijke punten: B,C,E

1. B is BASIS, C is COLLECTOR, E is ENERGIE
2. B is BASIS, C is CAPACITEIT, E is ENERGIE
3. B is B-STROOM, C is COLLECTIEF, E is EMITTER
4. B is BASIS, C is COLLECTOR, E is EMITTER

Noem een stofeigenschap van ijzer

1. Het is zwaar
2. Het is magnetisch
3. Het houdt de stroom tegen
4. alle drie de antwoorden zijn goed

Er is sprake van magnetisme als een metaal afstoot en aantrekt

1. Ja
2. Nee

Waar kan elektrische stroom in worden omgezet?

1. licht, warmte en kleur
2. warmte, kleur en beweging
3. licht, warmte en beweging
4. kleur, beweging en magnetisme

met welke formule kun je het vermogen berekenen als je de stroomsterkte en de spanning hebt b?

1. R = U:I
2. E = P x t
3. P = U x I
4. ??????

Wat is de functie van een transformator?

1. Het transporteren van water
2. Het opslaan van elektriciteit
3. Het veranderen van spanning
4. Het opwekken van warmte

Hoe wordt de spanning in een transformator verhoogd?

1. Door een grotere behuizing te gebruiken
2. Door de primaire spoel te verkleinen
3. Door de transformator te koelen
4. Door meer windingen in de secundaire spoel

Wat is de formule om de dichtheid te berekenen?

1. Oppervlakte gedeeld door omtrek
2. Gewicht maal hoogte
3. Massa gedeeld door volume
4. Lengte maal breedte

Als een blokje en massa heeft van 5 gram en een volume van 2 ml, hoe groot is dan de dichtheid?

Welke eigenschap geeft aan hoe moeilijk een stof in een andere stof oplost?

1. Oplosbaarheid
2. Kookpunt
3. Elasticiteit
4. PH-waarde

Wat wordt er bedoeld met een reed-contact?

1. Een schakelaar die reageert op licht.
2. Een schakelaar die reageert op geluid.
3. Een schakelaar die reageert op warmte.
4. Een schakelaar die reageert op magnetisme.

Wat is de functie van een reed-contact?

1. Het openen en sluiten van elektrische circuits.
2. Het meten van luchtdruk.
3. Het reguleren van watertemperatuur.
4. Het detecteren van radioactieve straling.

Waar wordt een reed-contact vaak toegepast?

1. In windturbines.
2. In waterzuiveringsinstallaties.
3. In beveiligingssystemen en elektronische schakelingen.
4. In zonnepanelen.

Welke energie omzetting vindt er plaats in een generator?

1. Thermische energie naar kinetische energie
2. Chemische energie naar thermische energie
3. Bewegings energie naar elektrische energie
4. Elektrische energie naar magnetische energie

Wat is een voorbeeld van een chemische reactie?

1. Een steen die valt.
2. Het roesten van ijzer.
3. Een rivier die stroomt.
4. Een kaars die brandt.

Welke reactie wordt veroorzaakt door zwaartekracht?

1. Een vliegtuig dat vliegt.
2. Een vis die zwemt.
3. Een appel die van de boom valt.
4. Een vuur dat brandt.

Het koken van een ei is een natuurkundige reactie

1. Waar
2. Niet waar

Wat zijn de verschillende vormen van warmtetransport?

1. Geleiding
2. Reflectie
3. Straling
4. Convectie

Hoe wordt warmte overgedragen door direct contact?

1. Reflectie
2. Convectie
3. Geleiding
4. Straling

Welke vorm van warmtetransport vindt plaats door stroming van een vloeistof of gas?

1. Expansie
2. Geleiding
3. Convectie
4. Straling

Welke van de volgende is geen vorm van warmtetransport?

1. Reflectie
2. Geleiding
3. Convectie
4. Straling

Het zeewater wordt onder invloed van de zon warm, welke faseovergang wordt er hierdoor versterkt?

1. rijpen
2. smelten
3. condenseren
4. stollen

Een LED lampje heeft 2 pootjes; een korte en een lange. Waarom is dat zo

Wat moet je altijd opschrijven bij een rekenvraag?

Waar je moet je altijd op letten bij het tekenen van een kracht?

Welk cijfer denk je dat je gaat halen op het examen?

Welk onderdeel moet je nog oefenen?

Welke vragen heb je nog aan mij?