Les 3 dienstverlening A of B merk, wat kies jij?

A en B merken
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
VerkooppraktijkPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

A en B merken

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Ik wil alleen maar A-merken
Ja want deze zijn het lekkerst
Nee maakt mij niet zo veel uit

Slide 3 - Sondage

A-merken zijn altijd duurder
Ja dat is waar
Nee dat is niet waar

Slide 4 - Sondage

A-merken zijn altijd beter
Ja, want deze zijn het lekkerst
Nee, B-merken zijn ook goed

Slide 5 - Sondage

Noem zoveel mogelijk
A merken

Slide 6 - Carte mentale

A-Merken

- Duurder
- Bekender
- Meer reclame

Opvallende plek in supermarkt 
B-Merken

- Goedkoper
- Minder bekend
- Minder reclame

Minder opvallende plek in supermarkt

Slide 7 - Diapositive

Noem zoveel mogelijk
B merken

Slide 8 - Carte mentale

Wat moet je doen?
1. Op de volgende pagina zie je een 

Wat ga je doen:

- Op de volgende slide zie je een boodschappenlijstje, deze krijg je zo uitgedeeld,
- Zoek op internet de prijs van de producten,
- Je mag zelf de supermarkt uitkiezen, het moeten wel allemaal A-merken zijn,
- Let goed op de aantallen van de producten.

Slide 9 - Diapositive

Wat moet je doen?
1. Op de volgende pagina zie je een 

Product
Prijs per stuk
Totaal
3x coca cola 1,5 liter
1x volkoren crackers
1x augurken zoet/zuur pot
1x magnum ijs
2x boter 500 gram
2x lays paprika chips
3x page wc papier 24 rollen
3x filterkoffie 500 gram

Slide 10 - Diapositive

Wat moet je doen?
1. Op de volgende pagina zie je een 

Wat ga je doen:

- Je gaat nu hetzelfde doen voor B-merken,
- Reken van de A en B merken het totaal uit,
- Reken het verschil tussen beiden uit.

Slide 11 - Diapositive

Opdracht
Proef nu de bekertjes cola.
Beoordeel de verschillende bekertjes op je beoordelingsformulier

Slide 12 - Diapositive

Je gaat nu 4 cola merken proeven
Welke zijn het A-merk
A
Bekertje A
B
Bekertje B
C
Bekertje C
D
Bekertje D

Slide 13 - Quiz

Welke bekertjes zijn duurder denk je?

A
Bekertje A
B
Bekertje B
C
Bekertje C
D
Bekertje D

Slide 14 - Quiz

Welke chips is het lekkerste?
A
Bakje A
B
Bakje B
C
Bakje C

Slide 15 - Quiz

Welk bakje is het goedkoopst denk je?

A
Bakje A
B
Bakje B
C
Bakje C

Slide 16 - Quiz

Wat blijkt uit de test?

Ik proef wat A-merken zijn.
Ik proef niet wat A-merken zijn.

Slide 17 - Sondage

Mijn kar met boodschappen A merk kost 90 euro. Wat kost het ongeveer als ik B merk had gekocht?
A
75 - 80 euro
B
65 - 70 euro
C
45 - 50 euro
D
30 - 35 euro

Slide 18 - Quiz

Als ik van mijn eigen geld boodschappen moet doen koop ik:
A
A MERKEN
B
B MERKEN

Slide 19 - Quiz

Mijn mening over A en B merken is:
Veranderd
Hetzelfde gebleven

Slide 20 - Sondage