§1.3 Vulkanen

§1.3 Vulkanen
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

§1.3 Vulkanen

Slide 1 - Diapositive

Planning
  - Wat weet je al?
  - Leerdoelen
  - Uitleg
  - Huiswerk
  - Terugblik

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de paragraaf: 
Kun je uitleggen hoe een vulkaan werkt en weet je uit welke delen hij bestaat.
Begrijp je waar vulkanen ontstaan en waarom daar.
Kun je positieve en negatieve gevolgen van een vulkaanuitbarsting noemen.

Slide 3 - Diapositive

Vulkanen

Slide 4 - Carte mentale

Vulkaan
een plek waar magma uit de aardkorst komt

Slide 5 - Diapositive

Hoe werkt een vulkaan? 
  • Gesteente van de oceaanbodem wordt in de aardmantel geduwd.
  • Gesteente smelt, magma ontstaat.
  • Verhit materiaal is lichter dan omgeving, wil omhoog.
  • Te hoge druk: uitbarsting.
Magma wordt lava en verlaat via de krater de vulkaan.

Slide 6 - Diapositive

Magmakamer
Krater
Lava
Magma

Slide 7 - Question de remorquage

Soorten vulkanen 
Hoe kunnen vulkanen eruit zien? Als:



 
hoge bergen                   lage heuvels                     scheuren in het                                                                                                        

aardoppervlak

Slide 8 - Diapositive

Waar komen vooral vulkanen voor?
A
In het midden van aardplaten
B
Aan de rand van aardplaten
C
Waar zeeplaten onder omlaag duiken
D
Waar de aardplaat heel dik is

Slide 9 - Quiz

Waar komen vulkanen voor?
  • Vulkanen komen vooral voor aan de rand van aardplaten 
  •  Daar waar de aardkorst dun is.

Bij welke plaatbewegingen ontstaan vooral vulkanen?
  • Waar platen uit elkaar bewegen.
  • Waar een zeeplaat onder een landplaat duikt.




Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Gevolgen vulkaanuitbarsting
Negatieve gevolgen: 
  • lavastromen
  • giftige gassen
  • as
  • stenen

Positieve gevolgen: 
  • Bodem is vruchtbaar.
  • Landschap trekt toeristen.


Slide 12 - Diapositive