Sinterklaas quiz feestje

De grote 
Sinterklaas Quiz





1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De grote 
Sinterklaas Quiz





Slide 1 - Diapositive

Met wat voor soort boot komt Sinterklaas naar Nederland?
A
Stoomboot
B
Speedboot
C
Roeiboot
D
Cruiseschip

Slide 2 - Quiz

Welke lekkernij zie je op deze foto?
A
speculaas
B
marsepein
C
taai taai
D
pepernoten

Slide 3 - Quiz

Hoe heet het paard van Sinterklaas?
A
Amerigo
B
Schimmel
C
O zo snel
D
Slecht weer vandaag

Slide 4 - Quiz

Welk Sinterklaasliedje
is dit?
A
Sinterklaas Kapoentje ...
B
Zie ginds komt de stoomboot ...
C
Zie de maan schijnt ...
D
Zwarte Piet ging uit fietsen ...

Slide 5 - Quiz

Op welke datum is
Sinterklaas jarig?
A
1 December
B
5 December
C
24 december
D
5 november

Slide 6 - Quiz

Er komt nu een filmpje. Let goed op, want na het filmpje komt er een vraag!

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Welke drie zaken worden onderzocht?
A
bloed, ontlasting, baardhaar
B
vingerafdruk, baardhaar, botten
C
bloed, vingerafdrukken, botten
D
ontlasting, baardhaar, botten

Slide 9 - Quiz

Uit welk liedje komt de zin:
'Gooi wat in mijn schoentje'
A
Zie de maan schijnt door de bomen....
B
Zie ginds komt de stoomboot....
C
Sinterklaas kapoentje...
D
O, kom maar eens kijken

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

Welke kleur had de muts van de Piet in het filmpje?
A
blauw met een gele rand
B
blauw met een groene rand
C
rood met een gele band
D
rood met een blauwe band

Slide 12 - Quiz

Maak de zin af.
Hoor de wind waait....
A
langs de daken
B
door de bomen
C
door de hoge bomen
D
over zee

Slide 13 - Quiz

We gaan rekenen!

Slide 14 - Diapositive

De inpakpiet moet nog 5 zakken cadeautjes inpakken. In elke zak zitten 4 cadeaus. Hoeveel cadeaus moet hij nog inpakken?
A
30
B
9
C
12
D
20

Slide 15 - Quiz

De bakpiet heeft 36 pepernoten gebakken en 42 kruidnoten. Hoeveel koekjes heeft hij nu in totaal?
A
70
B
78
C
58
D
105

Slide 16 - Quiz

Er komt nog 1 filmpje! Zet je ogen goed open...

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Surprise is een Engels woord. Wat betekent het eigenlijk?
A
verrassing
B
knutselwerkje
C
cadeau
D
doos

Slide 19 - Quiz

Hoeveel letters heeft het
woord Sinterklaas?
A
10
B
11
C
12
D
9

Slide 20 - Quiz

Hoe heet het hoofddeksel
van Sinterklaas?
A
tabberd
B
kroon
C
muts
D
mijter

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo

Hoe kwam het dat de band van Piet kapot ging?
A
Door een pepernoot
B
Door marsepein
C
Door een chocoladeletter
D
Door een cadeautje

Slide 23 - Quiz

Wie heeft de band van Piet gemaakt?
A
De juf
B
De fietsenmaker
C
De smid
D
Sinterklaas

Slide 24 - Quiz

Dit was het dan! Duimpje omhoog als je de quiz leuk vond.
Snel kijken wie de winnaar is!

Slide 25 - Diapositive