Paragraaf 1 Belasting op aankopen

Hoofdstuk 3 Geld voor de overheid
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3 Geld voor de overheid

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Ik kan uitleggen hoe en waarom de overheid belasting heft op aankopen.

Ik kan rekenen met de verschillende Btw tarieven.

Ik kan uitleggen wat accijns betekent en ermee rekenen.

Slide 2 - Diapositive

Twee soorten belastingen

Slide 3 - Diapositive

Indirecte belastingen
Btw
Accijns
&
Milieuheffingen

Slide 4 - Diapositive

3

Slide 5 - Vidéo

00:57
Wat hebben de winkeliers eigenlijk aan btw inkomsten?

Slide 6 - Question ouverte

02:04
Hoe kan de overheid consumentengedrag beïnvloeden via de BTW-tarieven?

Slide 7 - Question ouverte

02:07
Op welke manieren kan de overheid nog meer gedrag van bedrijven/consumenten beïnvloeden?
A
heffingen
B
boetes
C
subsidies
D
toeslagen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

BTW
Belasting over de toegevoegde waarde.

Hoe werkt dat?

Slide 10 - Diapositive

Ondernemer is doorgeefluik BTW

Slide 11 - Diapositive

Praktische opdracht - Hoofdstuk 3
Waar staat de opdracht?
Economisch bekeken (digitaal)
Praktische opdracht - BTW-tarieven

Uitwerken
Op het werkblad
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Accijns (verbruiksbelasting)
Accijns is een belasting op bepaalde producten met als doel de prijs te verhogen. Hierdoor wordt het gebruik verminderd

Tabak
Alcohol
Benzine

Slide 13 - Diapositive

Hoeveel euro moet een benzinepomphouder per liter afstaan aan de overheid?

Slide 14 - Diapositive


Slide 15 - Question ouverte

 BTW berekenen
Prijs exclusief = 100 %
BTW = 21 % of 9%                                     +
Winkelprijs (incl btw)  = 121 % of 109%


Slide 16 - Diapositive

Rekenen met btw
  • Formule: Prijs inclusief btw = prijs exclusief btw ÷ 100 x 121 (of 109)
  • Formule: Prijs exclusief btw = prijs inclusief btw ÷ 121 (of 109) x 100
  • Formule: Btw = prijs inclusief btw - prijs exclusief btw

Slide 17 - Diapositive

Maken opgaves 1,2,4,5,6,7,9,10,11,

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Verkoopprijs inclusief btw
Een jas kost inclusief btw € 19,00. Op een jas zit 21% btw. Bereken de prijs zonder btw.
  • Prijs zonder btw = altijd 100%. 

Slide 20 - Diapositive

Winkelprijs

De winkelprijs is de prijs die de consument in de winkel betaalt voor een product of dienst. Dit wordt ook wel de consumentenprijs genoemd. Het is de prijs die je aan de winkelier betaalt, inclusief btw.


consumentenprijs = verkoopprijs + btw

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Rekenen met BTW
Verkoopprijs jas € 125 en btw is 21%. 
Bereken de consumentenprijs

  1. BTW berekenen:

  2. Consumentenprijs berekenen

Slide 24 - Diapositive

BTW
Een frikandellenbroodje kost inclusief BTW € 1,25
Wat kost het broodje exclusief BTW?

Slide 25 - Diapositive

Paragraaf 3.1
Deze les af
Opdracht 2 t/m 7
Rekentrainer

Huiswerk
Opdracht 8 t/m 11
timer
10:00

Slide 26 - Diapositive