10.4 - Zuur-base-reacties

§10.4 Zuur-base-reacties
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

§10.4 Zuur-base-reacties

Slide 1 - Diapositive

Welk deeltje maakt een oplossing zuur?
A
Het zuurrest ion
B
een hydroxide-ion
C
Azijn
D
Het waterstof ion

Slide 2 - Quiz

Welk deeltje maakt een oplossing basisch?
A
Een waterstof ion
B
Een deeltje wat een waterstof ion opneemt
C
Gootsteen ontstopper
D
Pffffff...

Slide 3 - Quiz

Hoe heet het ion dat overblijft als alle H+ van een zuur is afgestaan?

Slide 4 - Question ouverte

Het zuurrest ion is altijd ...
A
positief geladen
B
negatief geladen

Slide 5 - Quiz

Neutraliseren
Zure oplossing: H+ (aq)
Basische oplossing: OH (aq)

Deze kunnen reageren:
H+ (aq) + OH (aq) → H2O (l)

Slide 6 - Diapositive

Zuur-base-reactie
Altijd een reactie van H+ met een base

Je moet de reacties kennen met de 4 bekendste basen

Bij een slecht oplosbaar zout, komt het metaalion vrij (sowieso alle oxide-zouten, kijk in je BINAS!)

Slide 7 - Diapositive

zuur-base-reacties

Slide 8 - Diapositive

Vb1: zoutzuur en natronloog
1. Namen en formules:             zoutzuur: H+ (aq) + Cl (aq)
                                                        natronloog: Na+ (aq) + OH (aq)


Let op! HCl is dus geen zoutzuur!!! Pas als het in water is opgelost is het zoutzuur.

Slide 9 - Diapositive

Vb1: zoutzuur en natronloog
1. Namen en formules:             zoutzuur: H+ (aq) + Cl (aq)
                                                        natronloog: Na+ (aq) + OH (aq)
2. Wat is het basische deeltje?                              OH (aq)

Slide 10 - Diapositive

Vb1: zoutzuur en natronloog
1. Namen en formules:             zoutzuur: H+ (aq) + Cl (aq)
                                                        natronloog: Na+ (aq) + OH (aq)
2. Wat is het basische deeltje?                              OH (aq)
3. Schrijf de zuur-base-reactie op
                  H+ (aq) + OH (aq) → H2O (l)

Slide 11 - Diapositive

Zuur/base reactie, de reactievergelijking (vervolg)

-3-   Zuur met Carbonaat-ion

2H+(aq)  +  CO32- (aq) --> H2O + CO2


-4- Zuur met ammonia (oplossing van ammoniak)

H+(aq)  +  NH3 (aq) --> NH4+

Het ion dat nu ontstaat heet het ammonium ion.



Slide 12 - Diapositive

Vb2: salpeterzuur en magnesiumoxide
1. Namen en formules:          salpeterzuur: H+ (aq) + NO3 (aq)
                                               magnesiumoxide: MgO (s)

Slide 13 - Diapositive

Vb2: salpeterzuur en magnesiumoxide
1. Namen en formules:          salpeterzuur: H+ (aq) + NO3 (aq)
                                               magnesiumoxide: MgO (s) 

2. Wat is het basische deeltje?                        O2–  in MgO

Slide 14 - Diapositive

Vb2: salpeterzuur en magnesiumoxide
1. Namen en formules: salpeterzuur: H+ (aq) + NO3 (aq)
                                               magnesiumoxide: MgO (s) 

2. Wat is het basische deeltje?                        O2–  in MgO
3. Schrijf de zuur-base-reactie op
                  H+ (aq) + MgO (s) → Mg2+ (aq) + H2O (l)
              2 H+ (aq) + MgO (s) → Mg2+ (aq) + H2O (l)

Slide 15 - Diapositive

Even testen..............
Wat is Ammonia ook alweer?

Slide 16 - Question ouverte

Nu jullie: zoutzuur en ammonia
1. Namen en formules: 

2. Wat is het basische deeltje? 
3. Schrijf de zuur-base-reactie op
          

Slide 17 - Diapositive

Zoutzuur en Ammonia
A
H+(aq) + NH3-(aq) --> NH4 (aq)
B
H+(aq) + NH3(aq) --> NH4+ (aq)
C
NH3(aq) + H+(aq) --> NH4+ (aq)
D
H+(aq) + OH-(aq) --> H2O (aq)

Slide 18 - Quiz

Nu jullie: zwavelzuur en koperhydroxide
1. Namen en formules: 

2. Wat is het basische deeltje? 
3. Schrijf de zuur-base-reactie op
          

Slide 19 - Diapositive

Nu jullie: zoutzuur en calciumcarbonaat

Slide 20 - Question ouverte


Waar zou je zuurbase-reacties voor kunnen gebruiken?

Slide 21 - Diapositive

Zure groenten kunnen aluminium aantasten (rabarber: oxaalzuur)
Zure grond kun je minder zuur maken met kalk

Slide 22 - Diapositive

In een zwembad moet de pH tussen de 7,2 en 7,6 liggen
Kalkaanslag kun je verwijderen d.m.v. een zuurbasereactie

Slide 23 - Diapositive

Deze les:
  • Een zuurbase-reactie is een reactie tussen H+ en een base
  • In de praktijk kun je hiermee de pH veranderen en kalkaanslag verwijderen
  • Ken deze vier reacties

Slide 24 - Diapositive