Woordenschat Kleidung.

Doel
- We kennen een aantal woorden in het Duits die met kleren te maken hebben.
- We kunnen de woordjes in een oefening toepassen. 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Doel
- We kennen een aantal woorden in het Duits die met kleren te maken hebben.
- We kunnen de woordjes in een oefening toepassen. 

Slide 1 - Diapositive

Die Kleidung auf Deutsch
das Hemd/die Bluse
die Jeans
der Handschuh
die Kappe
die Hose
die Uhr
der Regenmantel
das Kleid
der Schuh
die Tasche
die Socke
die Jacke
das T-Shirt
der Pullover
der Rock
de pet
de schoen
het overhemd
het horloge
de handschoen
de regenjas
de spijkerbroek
de sok
de jurk
de broek/pantalon
de tas
het t-shirt
de jas
de trui
de rok

Slide 2 - Question de remorquage

die Hose
das T-Shirt
der Pullover
die Jacke
das Kleid
der Rock
die Socken
der Schuh
die Kleidung
grün
tragen
de broek
het T-shirt
de trui
het jack, vest
de jurk
de rok
de sokken
de schoen
de kleding
groen
dragen

Slide 3 - Question de remorquage

Kleidung

Slide 4 - Carte mentale

de trui
A
der Pullover
B
die Kapuze

Slide 5 - Quiz

de broek
A
die Hose
B
die Brücke

Slide 6 - Quiz

de laars
A
der Larse
B
der Stiefel

Slide 7 - Quiz

der Stiefel
A
de schoen
B
de sjaal
C
de laars

Slide 8 - Quiz

de ketting
A
die Kette
B
die Kettung

Slide 9 - Quiz

de ketting

Slide 10 - Question ouverte

de laars

Slide 11 - Question ouverte

de broek

Slide 12 - Question ouverte

de trui

Slide 13 - Question ouverte

Huiswerk 17 januari
-  Maak in je boek de volgende opdrachten: blz 70 t/m 73 : nr 5, 7, 8, 9, 10

Slide 14 - Diapositive