Les klas 3 - ch1 bron ABCD

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

Éléments de cette leçon

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Lien

Slide 4 - Vidéo

programme
- Les phrases
- Vocabulaire A & B
- Nakijken bron A & B
- Bron ABCD chapitre 1 afmaken
- Blooket?

Slide 5 - Diapositive

programme
- Les phrases
- Vocabulaire A & B
- Les YouTubers
- Bron A & B chapitre 1 afmaken
- Blooket?

Slide 6 - Diapositive

Buts
- Ik oefen mijn luistervaardigheid
- Ik oefen mijn leesvaardigheid
- Ik leer over Franse YouTubers
- Ik kan de vocabulaire van dit hoofdstuk toepassen

Slide 7 - Diapositive


- Tu as passé de bon week-end

- Qu'est-ce que tu as fait pendant le week-end?
- Avec qui?


- C'était comment?

 - Oui, c'était super!

- J'ai visité/regardé/joué/ fait...

- Avec mes amis/ma famille/ mon frère etc 

- C'était génial!

Slide 8 - Diapositive

Post, like, partage!

Slide 9 - Diapositive


- Tu as Insta? 

- Tu publies beaucoup de photos?



- Qu'est-ce que tu publies d'autre?

- Tu suis 'Mademoiselleyaelle'?

 - Bien sûr, mon compte c'est...

- Oui, et je publie aussi des vidéos.
- Non, je ne publies pas beaucoup de photos.

- Je publie aussi des stories.

- Oui, je regarde ses vidéos.
- Non, je ne suis pas de stars.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

le portable
dire
utiliser
j'ai vu
j'y vais
derrière
drôle
attendre
grappig
ik heb gezien
achter
ik ga weg
gebruiken
wachten
de mobiele telefoon
zeggen

Slide 13 - Question de remorquage

oublier
la tête
pourtant
né(e)
vieux
les gens
le truc
maintenant
geboren
de mensen
vergeten
nu
oud
het hoofd
toch
het ding

Slide 14 - Question de remorquage

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Vidéo

Comment ça va?

Ça boom?
Ça coule?
Tu as la pêche?
Ça gaze?
je vais bien = 👍🏻 😊👌🏻
couçi-couça, bof = 😑
je ne vais pas bien = 😩👎🏻

Slide 17 - Question ouverte





oublier
la tête
pourtant
né(e)
vieux
les gens
le truc
maintenant

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Le programme d'aujourd'hui
* Voca A & B
* Bron D l'adjectif /bijvoeglijk nw
* Langage texto
* Faites une présentation
* Au travail!

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien


- Tu as passé de bon week-end? 

- Qu'est-ce que tu as fait pendant le week-end?

- Avec qui?

- C'était comment?

 - Oui, c'était super!

- J'ai visité/regardé/joué/ fait...


- Avec mes amis/ma famille/ mon frère etc 
- C'était génial!

Slide 22 - Diapositive


- Tu as Insta? 

- Tu publies beaucoup de photos?



- Qu'est-ce que tu publies d'autre?

- Tu suis Mademoiselleyaelle

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

L'adjectif
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over personen of dingen --> over zelfstandige naamwoorden.

In het Frans past het bijvoeglijknaamwoord zich aan aan de personen of het ding waar het bij hoort. 

Slide 26 - Diapositive

Algemene regel:
Bij mannelijk enkelvoud niets achter het bijvoeglijk naamwoord.
Bij vrouwelijk enkelvoud een e achter het bijvoeglijk naamwoord.

Bij mannelijk meervoud een s achter het bijvoeglijk naamwoord.
Bij vrouwelijk meervoud es achter het bijvoeglijk naamwoord. 

Slide 27 - Diapositive

Eens proberen.......

Slide 28 - Diapositive

Maar......
Van sommige bijvoeglijke naamwoorden zijn de vormen helemaal onregelmatig....


Bijvoorbeeld : beau- belle- beaux- belles

Slide 29 - Diapositive

Bijvoeglijke naamwoorden die helemaal onregelmatig zijn.
Gek
fou
folle
fous
folles
mooi
beau
belle
beaux
belles
nieuw
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
lang
long
longue
longs
longues
oud
vieux
vieille
vieux
vieilles
dik
gros
grosse
gros
grosses
wit
blanc
blanche
blancs
blanches

Slide 30 - Diapositive

On a traité..... :
De bijvoeglijke naamwoorden die heeeeeelmaal onregelmatig zijn.


Slide 31 - Diapositive

Maar.......
Er zijn ook uitzonderingen.
Bijvoeglijke naamwoorden die op de volgende letters eindigen, hebben een onregelmatige vrouwelijke vorm.
-on wordt -onne....
-en wordt -enne....
-eux wordt -euse...
-f wordt -ve...
-er wordt -ère...

Slide 32 - Diapositive

Welk bijvoeglijk naamwoord is mannelijk meervoud?
A
nouvelles
B
blanc
C
longues
D
nouveaux

Slide 33 - Quiz

Welk bijvoeglijk naamwoord is vrouwelijk enkelvoud?
A
belle
B
beau
C
sportif
D
gros

Slide 34 - Quiz

sportif
italienne
bons
bon
amoureuses
derniers
sportive

Slide 35 - Question de remorquage

Faites une histoires
Je krijgt 5 kaartjes. Hier ga je een verhaal maken en gebruikt daarbij zoveel mogelijk woorden van bron A & B chapitre 1.

Je probeert zo goed mogelijk correcte zinnen in het Frans te maken.
De woorden van A en B maak je dikgedrukt of onderstreep je, zodat ik kan zien welke woorden je daarvan gebruikt hebt.

De leerling(en) met de meeste woorden van A en B, wint!

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Lien

Slide 38 - Vidéo

Jeff l'amoureux schrijft:
"C'était la louze dans ma vie avant que je te kiff."
la louze lijkt op een woord in het engels, wat betekent het?

Slide 39 - Carte mentale

C'est fou comme c'était la louze dans ma vie avant que je te kiff.
je te kiffe betekent?

Slide 40 - Question ouverte

la couleur de tes yeux ma grave scotché la tête
De kleur van haar ogen hebben iets gedaan met hem, maar wat?
wat betekent 'grave scotché la tête'?
A
weinig indruk gemaakt
B
dronken gemaakt
C
veel indruk gemaakt
D
hoofdpijn gekregen

Slide 41 - Quiz

C'est pour ça que j'ai trop envie d'un kiss

Jeff a envie de quoi?
A
un biscuit
B
un baiser
C
un bonbon
D
un bisou

Slide 42 - Quiz

stromae
zarbi
tromé
féca
un truc de ouf
meuf
laisse béton
maestro
laisse tomber
bizzare
un truc de fou

Slide 43 - Question de remorquage

Abréviations: wat betekent
-> sympa, d'acc, qqch <-
A
sympathiek, oké, iemand
B
sympathiek, accent, iets
C
sympathiek, oké, iets
D
onsympathiek, oké, iets

Slide 44 - Quiz

un resto
un ordi
un ciné
une télé

Slide 45 - Question de remorquage

SMS taal :Wat betekent b1, dm1?

Slide 46 - Diapositive

Faites un langage texto
Kijk naar opdracht 11a op pagina 27 van je boek.

Probeer correcte zinnen te maken en zoveel mogelijk woorden van bron A & B (pagina 48) & de zinnen van C (pagina 28) te gebruiken.

Daarnaast gebruik je natuurlijk : Lange Texto!

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Vidéo

Les devoirs
 Faire les exercices
A: a, 5abcd, 6abc, 7a à la page 20
B: 8, 9abc, 10abc, 11a à la page 24
C: 12abc & 14a à la page 28
D:15abcd, 16abcdf à la page 30
    
Apprendre bloc A, B, C
(pages 48 & 50) 

Slide 49 - Diapositive

Terminer
Terminez bron A & B chapitre 1

Préparez la présentation 

Faites bron D 15 & 16abcdf

Apprenez bloc A & B (page 48) & phrases-clés C (page 50)       

A+!

Slide 50 - Diapositive

Slide 51 - Lien