Hoofdstuk 1 oefenen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Vandaag

- Vragen in LessonUp

- Wat moet je doen voor de toets?

- Morgen oefentoets, zorg dus dat je je spullen meeneemt!

Deze les

- Iedereen pakt zijn telefoon en gaat naar LessonUp.com

- Bij de code voer je de 6 cijfers in die hier links onderaan staan

- Er komen verschillende vragen

- Voor meerkeuze vragen heb je 20 seconden de tijd om te antwoorden

- Voor open vragen heb je meer tijd om te antwoorden

- Tussendoor let je op en ga je dus niet kletsen

Heb je alle opgaven van hoofdstuk 1 die je moest maken gemaakt?

1. ja
2. nee

Waaruit bestaan stoffen?

1. Moleculen
2. Atomen
3. Kunststoffen
4. Elektronen

Hoe heten de krachten die tussen moleculen werken?

In welke fase zijn de vanderwaalskrachten het sterkst?

1. gas
2. vloeibaar
3. vast
4. smelten

Waaruit bestaan moleculen?

Leg uit wat dichtheid betekend

In welke fase bewegen de moleculen los van elkaar?

1. vast
2. vloeibaar
3. gas
4. dat doen ze nooit

Hoe heet de faseovergang van vast naar vloeibaar?

1. smelten
2. verdampen
3. vervluchtigen
4. stollen

Hoe heet de faseovergang van vast naar gas?

1. smelten
2. verdampen
3. vervluchtigen
4. stollen

Waarmee vergroot je de verdampingssnelheid niet?

1. oppervlak van de vloeistof vergroten
2. een warmere temperatuur
3. goed ventileren
4. oppervlak van de vloeistof verkleinen

Welke richting werken de vanderwaalskrachten in een bindmiddel?

1. tegenovergestelde richting
2. dezelfde richting
3. links
4. rechts

Leg uit wat druk is

Wat is de juiste formule voor druk?

1. P = F x A
2. P = F : A
3. F = P x A
4. F = P : A

De kracht van de botsende moleculen op een wand is 130 N. De oppervlakte van de wand is 0,50 m2. Bereken de druk op de wand.

Schrijf alle stappen op: 1) gegevens 2) gevraagd 3) formule 4) berekening 5) antwoord

Waarmee meet je de overdruk?

1. drukmeter
2. barometer
3. manometer
4. absolute druk

Als de dichtheid van een stof kleiner is dan de dichtheid van water, dan ...

1. zinkt de stof
2. drijft de stof
3. zweeft de stof
4. lost de stof op

De dichtheid van water is 1,00 g/cm3. Leg uit wat er met eikenhout gebeurt als we dat in het water leggen. Gebruik de binas!

De juiste formule van dichtheid is?

1. P = V : M
2. P = M : V
3. P = M x V
4. P = V x M

Bereken de dichtheid van een massief voorwerp met een massa van 10 gram en een volume van 19,5 cm3.

Schrijf alle stappen op: 1) gegevens 2) gevraagd 3) formule 4) berekening 5) antwoord

Wat is geen voorbeeld van een stofeigenschap?

1. kleur
2. kookpunt
3. vorm
4. geur

Wat is een legering?

Zoek op in de binas welke legering uit tin en lood bestaat

Wat is het smeltpunt van porselein in graden Celsius? Gebruik de binas

Zoek in de binas in de tabel met gevaarlijke chemicaliën op wat de MAC-waarde van chloor is.

Wanneer is chloor explosief?

Hoe denk je over de toets?

1. makkie
2. dat wordt een dikke voldoende
3. lastig, maar ik ga mijn best doen
4. dat wordt een onvoldoende

De toets

- Leer de begrippen (dikgedrukte woorden) in het boek

- Oefen met berekeningen, zorg dat je alle 5 stappen op de toets uitvoert

- Oefen met de binas, weet hoe je gegevens moet opzoeken

- Vergeet geen eenheden achter antwoorden te zetten