Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Herhaling theorie h2a
Slide 1 - Diapositive
Starterspakket groepspresentatie
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Vidéo
Like me - Caja Cazemier
Slide 4 - Diapositive
Hoofdpersonen
De belangrijkste persoon of personen uit een verhaal.
Schrijf de hoofdpersoon/hoofdpersonen uit het boek op.
Slide 5 - Diapositive
Bijfiguren
Bijfiguren zijn minder belangrijk dan de hoofdpersoon. Over bijfiguren kom je minder te weten.
Welke bijfiguren heeft het boek 'Like me!'?
Slide 6 - Diapositive
Wat betekent het begrip 'genre'?
A
Verhaalsoort
B
Thema
C
Je schamen
D
Onderwerp
Slide 7 - Quiz
Detective
Een verhaal waarin een speurder probeert te achterhalen wie een misdrijf heeft gepleegd.
Slide 8 - Diapositive
Historische roman
Een verhaal waarin een belangrijke gebeurtenis (of gebeurtenissen) een belangrijke rol spelen.
Slide 9 - Diapositive
Oorlogsroman
Een verhaal dat zich afspeelt in een oorlog (voornamelijk Tweede Wereldoorlog).
Slide 10 - Diapositive
Wat kan het genre van Like me! zijn?
Slide 11 - Question ouverte
Tijd + spanning:
Chronologisch:
- Terugwijzing: Luca had dat zes dagen geleden ook nog gedaan.
- Vooruitwijzing: Wat Luca nog niet wist is dat ....
Niet-chronologisch:
- Flashback
- Flashforward
Slide 12 - Diapositive
Wat kan je zeggen over tijd in het boek 'Like me!'?
Slide 13 - Question ouverte
Ruimte
Omgeving waar de gebeurtenis zich afspeelt.
Waar speelt 'Like me!' zich af?
Slide 14 - Diapositive
Wat weet je over het ik-vertelperspectief?
Slide 15 - Question ouverte
Wat weet je over de alwetende verteller?
Slide 16 - Question ouverte
Wat weet je over de het hij/zij-vertelperspectief?
Slide 17 - Question ouverte
Wat weet je over het meervoudige perspectief?
Slide 18 - Question ouverte
Welk vertelperspectief heeft 'Like me!'?
A
Ik-vertelperspectief
B
Hij/zij-vertelperspectief
C
Alwetende verteller
D
Meervoudig perspectief
Slide 19 - Quiz
Herhaling theorie h2a
Slide 20 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een thema en een motief?
Slide 21 - Question ouverte
Trailer
https://www.youtube.com/watch?v=1ZJh0EoBVgQ
Slide 22 - Diapositive
Wat is het thema van 'Achtste groepers huilen niet?'
Slide 23 - Question ouverte
Welke motieven heb je gevonden?
Slide 24 - Question ouverte
SEXI-manier
S = stellen van je argument
E = uitleggen
I = illustreer, geef voorbeelden, maak het beeldend
Slide 25 - Diapositive
Voorbeeld
Slide 26 - Diapositive
Beoordelingswoorden
Waardevol Waardeloos
Moeilijk Makkelijk
Overzichtelijk Onoverzichtelijk
Ontroerend Niet ontroerend
Mooi Lelijk
Sfeervol Sfeerloos
Vlot verteld Langdradig
Indrukwekkend Niet indrukwekkend
Realistisch Onrealistisch
Opgewekt Zielig
Slide 27 - Diapositive
Herhaling theorie h2a
Slide 28 - Diapositive
Wat is een deelonderwerp?
A
Het onderwerp van een tekst
B
Het onderwerp van een alinea
C
Aspecten van het onderwerp
D
Deel van het geheel
Slide 29 - Quiz
Deelonderwerpen
Lees globaal of intensief om te vinden
Een deelonderwerp beslaat meestal één of twee alinea's, soms meer.
Onderdeel van het onderwerp van de tekst.
Formuleer in 1 woord of woordgroep - NOOIT een hele zin
Soms geven tussenkopjes het deelonderwerp aan, niet altijd
Slide 30 - Diapositive
Om het onderwerp van een tekst te vinden, stel je de vraag:
A
Wat vindt de schrijver van de tekst?
B
Waar gaat deze tekst over?
C
Wat vind ik van de tekst?
Slide 31 - Quiz
Onderwerp
Lees globaal om het te vinden
Formuleer het onderwerp in 1 woord (gameverslaving) of een woordgroep (diersoorten in Afrika) - NOOIT een hele zin.
Een goede schrijver zal het onderwerp van de tekst in ieder geval in de inleiding en het slot benoemen.
Slide 32 - Diapositive
Het onderwerp van de tekst noteer je in:
A
Een paar woorden.
B
Een hele zin.
C
In twee of meer zinnen.
D
Twee alinea's
Slide 33 - Quiz
Hoofdgedachte
Lees intensief om te vinden
Samenvatting van de tekst in één zin
Soms staat hij in de tekst, soms moet je hem zelf bedenken
De hoofdgedachte is het antwoord op de vraag: Wat is het belangrijkste dat de auteur zegt over het onderwerp?
Een goede schrijver zal de hoofdgedachte in de inleiding en/of het slot benoemen.
Slide 34 - Diapositive
Wat weet je nu van het onderwerp?
Slide 35 - Carte mentale
Wat weet je nu van de hoofdgedachte?
Slide 36 - Carte mentale
WOORDENSCHAT
Slide 37 - Diapositive
Woordraadstrategieën
Via de context of de volgende zin
Meneer Pauelsen is als mentor een empathisch persoon, hij leeft zich namelijk goed in en heeft altijd een luisterend oor -> empathisch persoon: leeft met anderen mee, biedt luisterend oor
Slide 38 - Diapositive
Woordraadstrategieën
Synoniem
Mijn vader was furieus toen de buurjongen tegen onze auto aan plaste. Ik heb hem nog nooit zo kwaad gezien -> furieus: heel erg boos.
Slide 39 - Diapositive
Woordraadstrategieën
Tegenstelling (antoniem)
De negatieve reacties verbaasden de familie Bellinga, die juist goede reacties op hun familievlogs hadden verwacht -> het woord 'juist' geeft aan dat er een tegenstelling komt: goede reacties is dus tegengesteld aan negatieve reacties.
Slide 40 - Diapositive
Woordraadstrategieën
Samenstelling
De roman Ontsnapt uit het slot is een geestekind van schrijfster Lydia Rood -> je kent het woord 'kind': een geestekind is dus iets wat Lydia Rood heeft voortgebracht.
Slide 41 - Diapositive
Woordraadstratgieën
Voorvoegsel of achtervoegsel
Klas h2a klaagt wel eens over de onregelmatigheid van meneer Pauelsen, die vaak te laat komt op woensdagochtend -> Het woord regelmatig ken je waarschijnlijk wel; het voorvoegsel 'on' geeft een ontkenning aan.
Slide 42 - Diapositive
Woordraadstratgieën
Lijkt op bekend woord
Er is een sterk causaal verband tussen de tijd die je besteedt aan leren voor het proefwerk en het cijfer dat je ervoor haalt -> Engels woord 'cause' (oorzaak) of because (omdat). Die woorden helpen je de betekenis af te leiden.
Slide 43 - Diapositive
Slide 44 - Diapositive
Zin 1
"Mevrouw Smaardijk besluit het huiswerk zorgvuldig te inspecteren voordat zij het lokaal verlaat."
timer
0:10
Slide 45 - Diapositive
Zin 2
"De nieuwe attractie in de Efteling trok veel bezoekers en zorgde voor lange wachttijden."
timer
0:10
Slide 46 - Diapositive
Zin 3
"Er was een scala aan mogelijkheden om te kiezen tijdens de workshop, van schilderen tot cartoon tekenen."
timer
0:10
Slide 47 - Diapositive
Zin 4
"Lotje is echt een wildebras en rent enthousiast rond in de speeltuin."
timer
0:10
Slide 48 - Diapositive
Zin 5
"De commissie besloot in te stemmen met het nieuwe beleid voor duurzaamheid binnen de gemeente Amersfoort."
timer
0:10
Slide 49 - Diapositive
Zin 6
"Zijn uitlating over het onderwerp zorgde voor veel discussie onder de aanwezigen."
timer
0:10
Slide 50 - Diapositive
Zin 7
"Haar onuitputtelijke energie maakte het gemakkelijk om de hele dag door te werken aan het project."
timer
0:10
Slide 51 - Diapositive
Zin 8
"Tijdens drukke periodes is het soms noodzakelijk om overuren te maken om de deadlines te halen."
timer
0:10
Slide 52 - Diapositive
Zin 9
"De uitgever was enthousiast over het nieuwe boek en besloot het snel naar de drukker te sturen."
timer
0:10
Slide 53 - Diapositive
Zin 10
"De vormende ervaringen tijdens haar jeugd hebben haar geholpen om haar karakter te ontwikkelen en keuzes te maken in het leven."