T2_Im Restaurant #2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen!

* Im Restaurant *

Etwas bestellen

Inhalt dieser Präsentation

1. Lernziele dieser Woche


2. Wiederholung: Im Restaurant
3. Aufgaben dieser Woche
   

1. Lernziele dieses Themas

Am Ende dieses Themas kannst du ...

• ... eine Speisekarte lesen.
• ... etwas zu essen & trinken bestellen.
• ... die Rechnung bezahlen.

2. Wiederholung: Im Restaurant

Je kunt ...

... in een restaurant iets te eten en te drinken bestellen.  

Je kunt in het restaurant iets te eten en te drinken bestellen.

1. 
2. 
3. 

In het restaurant spreek ik de ober aan met ...

1. de Sie-Form (u)
2. de du-Form (jij-vorm)

Het belangrijkste werkwoord dat ik moet onthouden is ...

1. wollen (willen)
2. möchten (zou graag willen)

2. Wiederholung: Im Restaurant

Herhaling van periode 3. Let op de volgende aandachtspunten: 

• Formele situatie in het restaurant: je kent de ober niet. Je spreekt hem dus aan met U (Sie-vorm in het Duits)


• Gesprek gaat volgens vaste patronen.

Een basisgesprek kan als volgt verlopen: 

Begroeting - iets te drinken bestellen - iets te eten bestellen - rekening vragen - afscheid

In deze coronatijd moet je reserveren in een restaurant. Dan gaat een gesprek als volgt:

begroeting - reservering - iets te drinken bestellen - iets te eten bestellen - rekening vragen - afscheid nemen

2. Wiederholung: Im Restaurant

Herhaling van periode 3. Let op de volgende aandachtspunten: 

• Belangrijk werkwoord = möchten (zou graag willen). Leer de vorm: ich möchte!
  
• Niet 'ich will' gebruiken!
• Ook goed om te onthouden = Haben Sie ...? Dit gebruik je als je aan de ober iets wilt vragen. 

2. Wiederholung: Im Restaurant

Je kunt ...

... in een restaurant iets te eten en te drinken bestellen.  

>>> Opdracht 5 uit je werkboekje - Dialog Prüfung <<<

Je bent in Bremen. Je bent de hele dag in de stad geweest. Aan het einde van de middag ga je iets eten in restaurant Feldmann’s Bierhaus. Op de menukaart staan verschillende gerechten. Je hebt € 40 te besteden. Je wilt een voorgerecht, hoofdgerecht en een toetje bestellen. Ook drink je iets bij het eten.

Je voert een gesprek met de ober. Je ziet zo wat de ober zegt. Hoe reageer je hierop in het Duits?

Ober: Guten Tag!

*groet terug*

Ober: Was wünschen Sie?

*Vraag om de menukaart*

Ober: Möchten Sie schon etwas trinken?

*Graag! Geef aan wat je wilt drinken.*

Ober: Möchten Sie auch etwas essen?

*Graag! Vertel de ober wat je lekker vindt en vraag of je dat kunt bestellen..*

Ober: Kein Problem. Wünschen Sie sonst noch etwas?

*Geef aan dat je een toetje wilt.*

Ober: Das war es?

*Geef aan dat dat het was.*

Ober: Guten Appetit!

*Bedank de ober en vraag om de rekening.*

Ober: Die Rechnung, bitte sehr. Das macht 23,45 Euro, bitte.

*Geef het geld (incl. fooi). Neem afscheid..*

Je kunt in het restaurant iets te eten en te drinken bestellen.

1. 
2. 
3. 

3. Aufgaben dieser Woche

Aufgabe der Woche

• Im Restaurant - Aufgaben 1 t/m 5
  

Lernen dieser Woche

• Lernliste "Touristeninformation" via Quizlet (D-N & N-D)
  
• Lernliste "Im Restaurant" via Quizlet (D-N & N-D)