§5.1 de eurozone

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

In welke landen kun je met de euro betalen?

§5.1 Nederland handelsland

Lesdoelen

Aan het eind van de les

• weet je wat een handelsoverschot is
  
• kun je een procentuele toename berekenen
  
• weet je waarom de eurozone is opgericht
  

De eurozone

• Eurozone = EMU (Europese Monetaire Unie
• 17 landen waar je (officieel) kunt betalen met de Euro
• Voordelen voor EMU landen 

1. niet meer wisselen (kost heel veel geld)
2. in een keer de prijs zien
3. geen veranderende wisselkoers en daardoor stabiele prijzen.

Wisselkoers

Wisselkoers:

De prijs van een buitenlandse munteenheid in euro's.

Gevolg

Wisselkoers van de dollar daalt =>

De dollar wordt goedkoper --> dus spullen in de VS worden goedkoper --> dus wij kopen meer spullen in de VS.

Voor bedrijven in de VS is dit dus vervelend. Voor bedrijven in Nederland is dit goed.

Voorbeeld 2

1 euro = 0,87 Britse Pond

de dag er na 1 euro = 0,85 Britse Pond

De Euro is in waarde gedaald 

of de Britse Pond is in waarde gestegen

Voorbeeld 1

Voorbeeld

1 euro = 1,05 dollar

Dag erna 1 euro= 1,06 dollar

De koers van de dollar is in waarde gedaald!!

Betalingsbalans

• Overzicht van totale invoer en totale uitvoer in euro's (NIET IN AANTAL STUKS!!)

• Meer uitvoer dan invoer is goed = overschot
  
• Minder uitvoer dan invoer = tekort
  

Verschil in procenten berekenen

Stel dat een i-phone in 2021 €950,- kostte. In 2024 zal door de stijging van de prijzen van grondstoffen en energie een nieuwe I-phone €1.075 gaan kosten.

Bereken met hoeveel procent de prijs van een nieuwe I-phone is toegenomen.

Stap 1: bereken het verschil in aantallen

Stap 2: tabel

%	100	0,105..	13,16
€	950	1	125

Verschil in procenten berekenen

Stel dat een i-phone in 2021 €950,- kostte. In 2024 zal door de stijging van de prijzen van grondstoffen en energie een nieuwe I-phone €1.075 gaan kosten.

Bereken met hoeveel procent de prijs van een nieuwe I-phone is toegenomen.

Formule = (nieuw-oud) : oud x 100 

(1.075 - 950) : 950 x 100 = €13,16

Opdracht

Wat: Leerstof 3 en 4 van paragraaf 5.1

Hoe: In de digitale methode, Schrijf altijd je berekening op.

Tijd: 20 minuten (stiltemoment) 

Resultaat: Beoordeel jezelf zoals de docent dat zou doen. 

Klaar: iets voor jezelf. Niet op je telefoon.