De opbouw van een goede tekst

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

De opbouw van een goede tekst

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je de belangrijkste onderdelen van een tekst herkennen.

Dit is een belangrijke vaardigheid voor de leestoets en het
leesexamen.

Leg de leerdoel uit en vertel hoe de studenten deze lesdoel kunnen bereiken.

Wat weet je al over de verschillende onderdelen van een tekst?

Wat is een inleiding?

Een inleiding is het begin van een tekst waarin de schrijver de lezer introduceert in het onderwerp.

Vraag de studenten om voorbeelden te noemen van inleidingen die zij hebben gelezen. Leg uit waarom een goede inleiding belangrijk is.

Hoe herken je de kern?

De kern is het gedeelte van de tekst waarin de schrijver de belangrijkste informatie over het onderwerp geeft.

Geef de studenten een voorbeeldtekst en vraag hen om de kern te identificeren. Bespreek waarom het belangrijk is om de kern te begrijpen.

Kenmerken van een goede kern

Een goede kern bevat relevante informatie, is gestructureerd en heeft een logische volgorde.

Laat de studenten een aantal voorbeelden zien van teksten met goede kernen en bespreek waarom deze teksten effectief zijn.

Wat is een slot?

Een slot is het einde van een tekst waar de schrijver de lezer een conclusie geeft over het onderwerp.

Vraag de studenten om voorbeelden te noemen van sloten die zij hebben gelezen. Leg uit waarom een goed slot belangrijk is.

Structuur van een tekst

Een goede tekst heeft dus een duidelijke structuur met een inleiding, kern en slot.

Laat de studenten een aantal voorbeelden zien van teksten met een duidelijke structuur en bespreek waarom deze teksten effectief zijn.

Oefenen

Opdracht: lees  deze tekst:

Beantwoord de vragen.

Controleer zelf de oefening en ga je fouten na.

Zorg voor voldoende teksten om te oefenen en geef de studenten feedback op hun antwoorden.

Samenvatting

Een goede tekst heeft een duidelijke structuur met een inleiding, kern en slot. De inleiding introduceert het onderwerp, de kern bevat de belangrijkste informatie en het slot geeft een conclusie.

Herhaal de belangrijkste punten van de les en vraag de studenten om vragen te stellen of opmerkingen te maken.

Wat weet je nu van de opbouw van een tekst?

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Is er iets wat je nog wilt weten?

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Wil je nog iets vragen?

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.